efjeim
van het hetsbuis
Veel geluk
en voorspoed
:'Wï IPM
VOOR DE JEUGD
De oude mevrouw zat voor het raam en keek
naar de kinderen die in de dorpsstraat speel-
den. Zij zat daar elke dag, want zij kon niet
qoed meer lopen en zij kon toch niet de hele
dan dikke boeken lezen of truitjes voor de
kleinkinderen breien. Zij zat altijd s morgens
en 's middags een poosje in haar grote stoel
en alle mensen en alle kinderen van het dorp
kenden haar. En zij kende alle mensen en alle
kinderen!
Zij wist het als 't zoontje van de slager mazelen
had en zij wist dat de dochter van de bakker
ging trouwen en dan stuurde zij vast weer zo n
mooi boeket bloemen aan de bruid dat had
zij ook gedaan toen de dochter van de smid
getrouwd was.
Vandaag was het mooi weer en het raam kon
dus wijd open staan. Haar huis stond in de rij,
net als de andere dorpshuizen, maar 't was
veel groter. En aan de ene kant was de ingang
naar de achtertuin, die heel groot was vonden
de dorpskinderen en aan de andere kant was
het koetshuis. Toen de oude meneer nog leefde
had daar het rijtuig gestaan en het kleine,
zwarte paardje. Maar dat was al lang geleden.
Een paar jongens waren met kleurkrijt aan het
tekenen op de stoep die langs de huizen liep.
Zij waren zo verdiept in al die mooie kleuren
en dikke en dunne lijntjes, dat zij niet zagen
dat een grote auto stilstond bij het huis van
de kruidenier. Uit die auto stapte een meneer
met een pak onder zijn arm. Hij ging naar
binnen en liep door de winkel naar de woon
kamer. De jongens zagen het niet, maar de
oude mevrouw zag het wel.
„Daar heb je de Amerikaanse neef weer van
Daleman", dacht zij bij zichzelf. (Daleman, zo
heette de kruidenier.) „Die komt zeker af
scheid nemen voor hij weer naar Amerika
terug gaat. Zijn vrouw en zijn dochtertjes zijn
achtergebleven, die konden dit keer niet mee
naar Nederland, want de jongste is pas drie
maanden."
Terwijl zij naar de grote auto met het buiten
landse merk zat te kijken vloog de winkeldeur
open en een jongen kwam naar buiten met iets
in zijn armen wat wel een grote lap leek, maar
waar ook een paar stokken uit staken. Hij
holde naar de spelende jongens toe en begon
al direct te roepen: „Hiep, hoi! ik heb een tent
gekregen van oom Joel een échte tent! een
échte tent!"
„Een tent! Een echte tent! Laat ns kijken.
Mag ik er ook mee spelen?", zo schreeuwden
zij door elkaar.
Japie Daleman kon de grote lap en al die
stokken niet meer baas en liet ze zo maar op
straat vallen. Ze begonnen ze allen tegelijk op
te rapen en de een trok nog harder aan het
zeildoek dan de ander. Zo kwam er niets van
terecht, dat zag de oude mevrouw wel.
„Jongens", riep zij, „leg nu eerst de stokken
apart en vouw dan het zeildoek open. Dan kun
je zien hóé je de tent moet opzetten.
Dat deden ze. Maar hoe kregen ze die tent
nou in elkaar?
„Japie", riep mevrouw weer, „loop maar even
naar de tuin. En vraag Willemse om jullie
even te helpen." (Willemse was de tuinman.)
Dat gebeurde en daar was Willemse al.
,Ja, jongens, maar ik kan geen tent opzetten
midden op straat. En 't begint nog te regenen
ook! Ga maar even mee naar het koetshuis,
dan zullen we de zaak eens bekijken."
MAJA VAN HEEMSTRA.
(wordt vervolgd)
Wanneer geluk en voorspoed in het pas be
gonnen jaar mogen worden afgemeten aan
het aantal verzonden heilwensen, dan belooft
2966 veel goeds te brengen. Inmiddels is al
een maand van dit jaar voorbijde goede
indruk kan in deze periode zijn bevestigd,
maar ook kunnen inmiddels ernstige teleur
stellingen het roze beeld hebben bevlekt
Wij hebben terzake noch de wijsheid noch
het optimisme in pacht. Wij zeggen dus
maar niets, alhoewel naar ons beste weten
de rechtbanken nog draaien, zodat er blijk
baar toch weer onaardige dingen worden
bedreven door de ene mens jegens de an
dere. Maar misschien zijn dit allemaal nog
zaken uit het afgelopen jaar, want er heerst
vaak een vrij aanzienlijke achterstand in de
afdoening daarvan.
Aan de ene kant zou het mooi zijn, wanneer
ieder het meende met zijn nieuwjaarswen
sen, maar aan de andere kant zou het be
paald sneu zijn voor alle moeite en kosten,
die aan de verbouwing en uitbreiding van
het Paleis van Justitie zijn besteed. Stel u
voor, dat alle zieltjes even wit werden als
de sneeuw op de kerst- en nieuwjaarskaar
ten. Men kon daar op het Wilhelminaplein
de deuren wel sluiten, de toga s aan de
kapstok hangen en in de w.w.-wet gaan
lopen.
Het is toch altijd wat moeilijk de zieleroer-
selen van de zittende en de staande magi
stratuur te doorgronden. Is zo'n uitbreiding
van het Paleis van Justitie nu een uiting
van optimisme of van pessimisme? Dat is
een pijnlijke vraag, lijkt ons. Waarom maakt
men het daar zo mooi? De oude inrichting
van het gebouw was een uitstekend voor
behoedmiddel tegen de misdaad; wie een
criminele aard met een geringe goede smaak
paarde, bleef op het rechte pad, om met in
deze troosteloze omgeving voor de groene
tafel terecht te komen. Straks wordt dat een
waar feest en waar blijven we dan? Som
mige rechters mogen herhaaldelijk tegen de
verdachten roepen: „En denk er om, jou wil
ik hier niet meer terugzien", maar in zo'n
riante omgeving ontkom je niet aan een ze
kere klantenbinding.
Terug naar de nieuwjaarswensen, die zo
massaal en tot postale wanhoop worden
verzonden in de tweede helft van december
Wij hadden het voorrecht te mogen ervaren
hoeveel goede wensen het Leeuwarder ge
meentebestuur bij de laatste jaarwisseling
hebben bereikt. Een paar ingezondenstuk-
kenschrijvers in de Leeuwarder Courant
ontbraken, maar verder was in geschrifte
iedereen present. Zo'n stortvloed van uitin
gen van sympathie doet speciaal de over
heid deugd, want dikwijls krijgt zij anders
ie vernemen. Niemand hoeft er overigens
aan te twijfelen, dat zo'n ongespecifeerd
gelukkig nieuwjaar" niet altijd onder één
noemer is te brengen. Een gelukkig nieuw
jaar kan voor de overheid betekenen: wat
meer inkomsten, bijvoorbeeld door belas
tingverhoging. Indien het eventueel die
kant uitgaat, dan zijn tal van afzenders van
nieuwjaarskaartjes geneigd hun heilwens
m te trekken. En zo gaat het toch allemaal
weer uit elkaar lopen na de zilte traan en
de warme hand op 1 januari te 0.00 uur.
Maken we de kerst- en nieuwjaarskaart los
van zijn wankele ideologische achtergron
den (in diepe ernst: het is toch aardig, dat
zoveel mensen bij zo'n jaarwisseling aan
zoveel andere mensen denken), dan blijft in
de meeste gevallen een prentje met artis
tieke hoedanigheden dan wel artistieke pre
tenties over. Merkwaardig is, dat oude en
traditionele voorstellingen sterk op de ach
tergrond zijn geraakt. De oude, sloffende
grijsaard in het lange gewaad, die de zand
loper overhandigt aan een zeer klein en
zeer bloot knaapje, komt men vrijwel niet
meer tegen. In onze steeds gecompliceerder
samenleving is het ook niet langer verant
woord de zaken in handen te geven van
een kleine jongen, die nog alles ontbeert:
ervaring, verstand en zelfs een broek. Er
zijn kloeke mannen nodig om de zaken te
beheren, maar kloeke mannen zijn niet de
coratief. De vrouwenemancipatie is nog niet
zo ver voortgeschreden, dat men voor dit
doel de pin-up heeft ingeschakeld en zo
blijft de voorstelling van de jaarwisseling
meestal steken in de vaagheid van het al of
niet besneeuwde stadsgezicht. Slechts enke-
len komen daar bovenuit en frapperen met
een kaart, die naar vormgeving en uitvoe-
ring erg lijn is voor de schoorsteenmantel
en elders.
Maar laten we het voorop blijven stellen:
de beste wensen zijn niet afhankelijk van
formaat en uitvoering van de kaart. Ons is
hel kleine kaartje van de arme weduwe,
wonend in haar stulpje waar de barre wind
doorheenwaait en waar de kinderen schrei
end knagen op een korstje brood, even dier
baar als het pompeuze drukwerk van de
rijke in zijn kasteel met een welvoorziene
wijnkelder en ringverwarming