Vroeger presideerden jaarlijks vier burgemeesters elk een kwartaal N.V. DE LAATSTE EER" DE BURGEMEESTER, HISTORISCH BEZIEN 9 Wij moeten ervan uitgaan, dat het woord „burg" of „burcht" twee betekenissen kan hebben: versterking ofwel stad, stads wijk. Aan deze dubbele beteke nis heeft onlangs prof. Van Werveke te Gent een hele ver handeling gewijd in de Verhan delingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Weten schappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Hij toont aan, dat het woord „burgus" in de betekenis van stedelijke nederzetting oorspronkelijk in Frankrijk voorkomt, speciaal aan en bij de Loire en dat het woord vandaar verbreid is. Met name in Vlaanderen werd het populair. Burgemeester moet dan van deze betekenis van het woord „burg" een afleiding zijn. De Duitse Bürgermeister is de meester van de burgers, de Ne derlandse burgemeester de meester van de burcht, de stad. „Dit is belangwekkend, maar zou nader onderzocht moeten worden", zegt Van Werveke. Er zou in het woord ook Franse invloed of ontlening bij komen. Voor Friesland is deze ontle ning wel zeker; hier immers had men vanouds geen steden naar klassiek model. Men heeft er zich met de wereld elders enigszins geconformeerd, met behoud echter van Friese eigen aardigheden. DE MAGISTRAAT Leeuwarden had vanouds, evenals andere grotere steden in deze buurt, een magistraat of raad, waarvan enkele leden burgemeester heetten, enkele schepenen en weer andere raadslieden of raadsheren. Voor zover wij weten heeft Leeuwar den altijd, in de oudere tijd al thans, vier burgemeesters ge had, doch er was er toch maar één tegelijk; de vier burge meesters presideerden elk een kwartaal van het jaar. De presiderende burgemeester had het stadszegel onder zich; onder hem werden de sleutels van de poorten gedeponeerd, hij gaf het wachtwoord. Hij kon dus nooit uit. Hij zat ook voor in de vergaderingen en voer de tegenover anderen het woord voor de stad. Leeuwarden hoorde tot die steden waar de magistraat jaarlijks verkozen werd, volgens een ingewikkel de ritus. Jaarlijks trad de helft af; men was dus normaliter twee jaar burgtemeester en waar deze stad klein was had men wel kans op herkiezing, zo men althans geschikt was gebleken èn de kiezersgunst niet had verbeurd. We weten niet met zekerheid waar dit oudste stadsbestuur zetelde. Er is enige reden te denken aan „het huis waar de klok hing" in de Weerd. Wèl zeker is, dat in de 16e eeuw het raadhuis in de Grote Hoog straat stond. Later ging men naar Waltahuis bij de Nieuwe- stad en nog later naar Aucke- mahuls, ter plaatse waar wij thans het stadhuis kennen. Mr. S. J. Fockema Andieae, rijksarchivaris in Friesland, heett op ons verzoek het bij gaande artikel over de vroegere en de hedendaagse positie van de burgemeester geschreven. Het toont aan, dat met name tijdens de Re publiek het burgemeester schap een heel andere in houd had dan nu het geval is, al zijn er stellig punten van overeenkomst. OUDERMAHHEH Deze namen doen ons eraan denken, dat Leeuwarden nog andere inwoners had, de stins- bewoners namelijk. Hieruit re- cruteerde men de olderman- nen. Heel iets anders dan de Aldermen van het Engelse voorbeeld, succesvolle lieden van gerijpte leeftijd, die daar „bijzittersfunkties" hadden. In de Nederlanden onder overwe gend Franse invloed was deze titel als het ware vacant, daar om kon men er een ander be grip aan hechten, nl. in Fries land dat van de edele die een vooraanstaande positie in de stad bekleedt. Voor oud-Leeu warden is deze positie niet te loochenen, evenmin als de po sitie van de hoofdpriesters van de voorname geestelijke instel lingen, zoals van de Oldehoof- ster kerk. Maar de eigenlijke magistraatsfunkties waren toch steeds aan de echte burgers voorbehouden en zij werden door verkiezing vervuld. Zo'n verkiezingsavond (in Leeuwar den de oudejaarsavond) was uiteraard een soort vermake lijkheid. Van andere steden weten wij dat de nieuw-verko- zenen dan aan huis werden ge luk gewenst en uiteraard iets moesten aanbieden; in Leeu warden zal het ook wel zo ge gaan zijn. 1>E VROEDSCHAP Naarmate de stad groeide en de magistraat een meer geslo ten karakter kreeg werd een nieuwe burgervertegenwoordi ging geschapen, die aanvanke lijk gezworen gemeente heette, zoals in het oosten van ons land en in aangrenzende Duitse streken gebruikelijk was en die later naar Hollands voorbeeld vroedschap heette; achter die woorden moet men niet te veel zoeken, de zaak is dezelfde. In da samenstelling van deze ver gadering kwam de oude verde ling van de stad in espels uit. Men was wel zo verstandig ge weest voor enige werkverde ling te zorgen; twee bouw meesters, magistraatsleden, hadden de zorg voor de open bare werken, wat bij het ont breken van een dienst daar voor veel persoonlijke be moeiing vereiste. De beslom meringen van de contentieuze en vrijwillige rechtspraak kon men aan de schepenen overla ten; de burgemeesters hadden alleen het eigenlijke stadsbe stuur èn de vertegenwoordi ging van de stad naar buiten. Dit laatste vergde bij de funk- tie van de stad in de geweste lijke Staten b.v. ook heel wat zorg. Via deze funktie zijn et telijke Leeuwarders ook in na tionale waardigheden gekomen, maar dit betekende dat men zijn plaats in de stadsregering moest neerleggen. Vaste vergoedingen in. geld hadden die oude bestuurders niet of nauwelijks. Men ont ving voor het bijwonen van de vergadering penningen, die aanvankelijk als vergoeding voor de vertering waren be doeld. En voorts waren er al lerlei emolumenten, die ons nu niet erg aangenaam aandoen, maar waarbij men moet beden ken, dat die mensen dan toch maar veel tijd en aandacht aan het stadsbestuur gaven en daarvoor niet op gewone wijze betaald werden. HA DE REI'I BLIEK Zo bleef het onder de Repu bliek, ook onder de Bataafse Republiek, een tijdperk dat zijn naam in Friesland niet zeer terecht draagt. Het Konink rijk Holland eerst (alweer zo'n onjuiste naam) voerde het een hoofdige, benoemde, burge meesterschap in en eerst recht deed dit de Franse tijd van de inlijving, toen de maires van de departementale hoofd steden, zoals Leeuwarden, zelfs van Parijs uit moesten worden benoemd, uiteraard op aanbe veling of na bericht van de prefect van het departement. Het kan ons een troost zijn dat dit departement tenminste nog „La Frise" heette en dat de toenmalige prefect, Verstolk, een verstandig man was. Na de bevrijding van eind 1813 kwam men eerst tot de collegiale vormen terug, maar onder invloed der vereniging met België zegevierde in de grondwet van 1815 het eenhoof dige burgemeesterschap. De burgemeester werd nu be noemd door de koning op aan beveling van de gouverneur, later de commissaris des ko- nings. Het heeft niet ontbroken aan pogingen om hier verande ring in te brengen Neder land is tenslotte het enige land dat dit stelsel nog kent, Bel gië en Frankrijk hebben het al lang verlaten. RE BURGEMEESTER HU Inderdaad moet de burge meester aan onderscheiden eisen voldoen: enerzijds is hij de vertegenwoordiger van het algemene gezag en van het al gemene belang in de gemeen te, hij is verantwoordelijk voor de openbare orde, anderzijds is hij feitelijk het hoofd van het gemeentebestuur en met name moet hij de belangen van de gemeente naar buiten verte genwoordigen. Zware eisen in derdaad; men hoeft er in de regel niet zo erg zwaar aan te tillen, want niet alle moeilijk heden komen tegelijk, ander zijds mag men zich de ernst van de moeilijkheden van de burgemeester en de zwaarte van zijn ambt niet ontveinzen. Met name de burgemeester van de gemeente die tevens provinciale hoofdstad is en ze tel van rijksinstellingen, heeft het niet altijd gemakkelijk. Ge lukkig zijn ook zijn hulpmidde len toegenomen. De commu nicaties zijn verbeterd en ver gemakkelijkt (denk slechts aan de telefoon en de auto), daar tegenover heeft de burgemees ter niet de hulpkrachten van vroeger. Wij willen niets te kort doen aan de wethouders en de diensten en bedrijven als wij zeggen, dat het voor de burge meester moeilijk is geworden alles te overzien en te leiden, zoals zijn funktie toch eigenlijk vereist. De tegenwoordige burgemees ter is heel iets anders dan zijn middeleeuwse voorganger, waar van hij de naam nog voert. Toch willen wij de band met dat verleden niet afsnijden; wij willen ook door tastbare blij ken van dat verleden herin nerd worden aan, ons bewust blijven van de continuïteit die de mens nodig heeft. Zo zal de tijd komen dat ook de burgemeestersperiode van Mr. Van der Meulen er slechts een is in een lange reeks. 6R0TE KERKSTRAAT 7 EEN WAARDIGE VERZORGING VAN BEGRAFENISSEN EN CREMATIES

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 9