Honderd jaar spoorlijn Leeuwarden - Groningen 1 juni was het honderd jaar geleden, dat de spoorlijn Leeuwarden Groningen voor het reislustige publiek werd opengesteld, als verlengstuk van de reeds in 1863 geopende verbinding tussen Harlingen en Leeuwarden: de eerste spoorweg in het noorden van het land. Zo kon in de prille ochtend van 1 juni 1866 de trein van 6.10 uur uit Harlingen, die om 6.56 uur in Leeuwarden arriveerde, om 7.00 uur zijn weg in oostelijke richting vervolgen. De aankomsttijd in Groningen was 8.33 uur en dat was nog niet zo n slechte prestatie. Tegenover de 1.33 uur van toen staan nu tijden variërend van krap een uur tot ruim een uur en in dit ver schil zit onze „eeuw der snelheid" maar matig verdisconteerd, lijkt ons. Nu moet hierbij, ter verontschuldiging van de N.S., wel worden aangetekend, dat de stop plaatsen Zwaagwesteinde en Visvliet in 1866 nog niet bestonden. 12 -8- Een stationnetje van het geijkte type in feesttooi bij de eerste rit van de spoortrein. t Het is spijtig, maar men kan bij het honderd jarig bestaan van de spoorlijn Leeuwarden Groningen geen ontwikkeling van zeer klein naar zeer groot schetsen. Natuurlijk zien de treinen van nu er heel anders uit dan die van 1866 en de frequentie van de treinenloop is aanzienlijk opgevoerd (in het begin reden da gelijks zes treinen in beide richtingen), maar toch is LeeuwardenGroningen een tam lijn tje gebleven in het kader van ons nationale spoorwegnet. Zeer opvallend is, dat geen en kele trein rechtstreeks van Leeuwarden naar Groningen, of omgekeerd, rijdt, met verwaar lozing der vele landelijke tussenstations. Twee steden, met 85.000 en 150.000 inwoners, hebben blijkbaar onvoldoende onderlinge relatie om het bestaan van een snelle, ononderbroken verbinding te rechtvaardigen. Dat ligt niet aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen, maar aan het vervoersaanbod, mag men aannemen. En inderdaad: wie met de trein van Leeuwar den naar Groningen reist, die is tot Buiten post omringd door een in hoofdzaak Friestalig reizigerspubliek, dat bij de provinciegrens zijn reisdoel heeft bereikt; daarna wordt de trein in bezit genomen door mensen, die het wel luidende Gronings spreken en op weg zijn naar ,,hun" stad. Twee steden hebben beide een sterke aantrekkingskracht op hun eigen provinciale omgeving, maar onderling ver tonen ze, als gelijknamige polen van een mag neet, eerder een afstotende werking. Hoezeer is dit in strijd met de riante toekomst verwachtingen uit de zestiger jaren van de vorige eeuw! Sinds 1839, toen de spoorlijn AmsterdamHaarlem in gebruik werd geno-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 12