mm*. \WMi f A ii v WVi(< ■■■■Hi w c v ffm W^J AÉMf 4 PS T; ly->f MM? UJo ij;-? MjWpN Dure gewoonten, duur zilverf in ket Fries Museum V 4^5» fcien, drinken en vrolijk ziin f L I 4 fir- WrjW - 12 .HeIdFele„S T~Z" 'Wee ZilV"k*"'"s' e™ zilversmidswerkplaa.s e„, daprbij aans.ui- va» Wtake en™' k ,T'hdan °ietS k°°P n°S hef" wat le bewonderen Z MMehand 7We;kPlaa,S beVinden !ich d<! bovenverdieping. De ri,verkamers rijn dich- nn H h T "en aa" be9i" Van dC r°Ute door ^sendertig vertrekken Het is goed. dat de bezoeker met de deur ln he{ zijveren hujs van - "et moes te zien en iedereen kan het in zich opnemen zonder dat hij last heeft van de ver moeidheid, d,e ,e tijdens een langdurig verblijf in een museum kan overvallen Dat laat in één TT" S°°rt aanW'jZin9: het heeft niet veel zin om een omvangrijk museum oerk 7." "d°en Me" ka" b6ter Wat Vaker k°men en zich biJ elk bezoek be- een Tut °nderdelen" En dan vormen de zilverkamers, de werkplaats en de winkel een voortreffelijk werkterrein, dat bijzonder rijk is. Vee, van die rijkdom is in de Taats,e niitT^ondiZTaTTb T" direCt°raat Wassenber9h- Het is dan ook berah kam vertrekken seder, de dag van diens afscheid de Wassen- zijn rêchTkomt en ^dat ZT het °pstelÜn9 z° '-ai tot de laatste "1~ - Fries zilver dus. Het vertelt van het kunstenaar schap van de zilversmeden. Het vertelt ook, bijna j ongemerkt, van de gewoonten, die er bij feeste lijke gelegenheden en aan tafel in de vooraan- i staande woningen hebben geheerst. Want achte- al die glans gaat een stuk maatschappelijk ver keer schuil. Het zilver heeft namelijk niet alleen een kunsthistorische, maar evenzeer een cultuur- i historische kant. En al krijg je het doen en later. L van de rijken niet helemaal te zien, een aantal f gebruiken leer je wel kennen. Je mag even kij ken. En je kijkt ook wel even op. In de beide vertrekken zie je ondertussen minder f dat er gegeten werd dan dat er gedronken werd. I De drank heeft toch wel een grote rol gespeeld Het oudste stuk van de collectie is dadelijk al een drinkhoorn, die van 1397 is en thuis hoorde bij het Sint Anthoniusgilde van Staveren. Voor de gildebroeders was het drinken een gezamen lijke aangelegenheid en die gezellige kant heeft het drinken ook elders en later: drank had vaak iets met een spel te maken en dus met spelregels, die niet altijd even fijn waren uitgevallen. Want je krijgt de indruk, dat er wel eens meer op kwantiteit dan op kwaliteit werd gelet. Wat be treft de drank dan. De kwaliteit kwam wel van de voorwerpen, waaruit werd gedronken. En dat zijn museumstukken geworden. Voor de heren was er bijvoorbeeld de molen beker. De naam zegt het al: het ging daarbij niet alleen om de beker, die soms van zilver en een andere keer van glas is, maar ook om een molen met als versierend element een molenaarsecht paar en vooral met wieken, die heuselijk wilden draaien, ats men de goedheid had op een (zilve- ren) pijpje te blazen. Het spel was nu zo, dat je eerst i lang d hard t des te Want dat aa drinke drinke spellet zoet zi Meer kelder veelhe vieren werk i spel e rondgc likeur dwijnt den w

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 12