L.D^^IES
H
O
E
D
E
N
MAYSER
MOORES
STETSON
Herenmodes Roosenstein
11
Een van die grote meesters is Rintie Jans. Zijn
naam staat bij het uitbundige zilver, dat de
Popla-schat vormt en waarmee een vitrine
aan de korte zijde van de eerste zilverkamer
geheel is gevuld. Boven die vitrine hangt het
gildebord van de Leeuwarder zilversmeden,
zoals dat tot stand kwam in 1623 en waarop
zorgvuldig is bijgehouden, wie sedert 1597 tot
het gilde toetraden, in welk jaar dat gebeurde
en van welk teken de meester zich bediende.
Daar staat ook de naam van Rintie Jans met
het jaartal 1646 en met zijn meesterteken, een
beker.
Het merkwaardige is, dat die naam op het
gildebord tot1947 onbekend is gebleven.
Tot dat jaar werd Tjeerdt van der Lely als de
maker van het Popta-zilver beschouwd. Niet
iedereen was met die conclusie gelukkig. Het
geslacht Van der Lely, dat tal van zilversme
den telde, voerde als teken steeds een lelie.
Waarom zou Tjeerdt zich eigenlijk aan deze
zo voor de hand liggende traditie hebben ont
trokken? Bovendien werd hij meester in 1662
en de theorie, dat hij het bekerteken zou voe
ren, stond niet zo heel stevig meer in haar
schoenen, toen in 1927 een tot dusver onbe
kend zilverwerk opdook, waarop het jaartal
1661 voorkwam en bovendien de jaarletter van
1661. Ergens klopte het niet. Maar ja, Tjeerdt
van der Lely was tenminste een bekende naam
en met kunst- en vliegwerk en een portie fan
tasie kon men op het gildebord uit zijn
meesterteken nog wel zoiets als een beker
concluderen. Wat moest men, als er op het
bord verder geen enkele ordentelijke beker
te vinden was?
Meester achterhaald
Tot 1947 voer dus de Popta-schat onder de
vlag van Tjeerdt van der Lely. Het was een
valse vlag. Dat bleek in 1947, toen het gilde
bord dat altijd een beetje verloren had ge
hangen op het Leeuwarder stadsarchief in
bruikleen werd afgestaan aan het Fries Mu
seum. Daar werd besloten, dat het bord ge
restaureerd diende te worden. In de vorige
eeuw was het ook al eens „hersteld". Bij die
gelegenheid was er echter zoveel over- en bij
geschilderd, dat de kans bestond, dat er fou
ten waren gemaakt. Die overschilderingen wer
den heel zorgvuldig weggehaald. Alras werd
duidelijk, dat de befaamde Tjeerdt zich, even
als zijn familieleden, bediend had van de lelie
als meesterteken. Er was geen sprake van een
beker. Maar die beker kwam wèl te voor
schijn. Dat meesterteken bleek thuis te horen
bij de naam van Rintie Jans, die als meester
wel bekend was tot 1947 gaf het gildebord
als diens meesterteken P. I. aan maar die
men nooit in verband had kunnen brengen
met de Popta-schat, die immers een beker als
teken voerde. Maar nu was, eindelijk, de zaak
rond. De grootmeester was bekend.
Hoe meesterlijk deze Rintie Jans te werk ging,
kunt u dus zien in die ene vitrine, waarvan de
foto op deze pagina maar een flauwe afscha
duwing geeft. We mogen trouwens dankbaar
zijn, dat dr. Henricus Popta dergelijk rijk tafel
zilver bestelde en aan zijn stichting te Mars-
sum naliet en dat de voogden van de Popta-
stichting de hele schat in bruikleen aan het
museum afstonden. Van de zes stukken zijn er
vier van Rintie Jans. Hij zette zijn meester
teken op de grote en de kleine schaal, op de
kan en de kaarsensnuiter. De beide kandelaars
werden, in 1670 en een jaar eerder, vervaar
digd door Claes Mensma.
Voor hun drijfwerk putten beide kunstenaars
uit een verhalenschat, die met de renaissance
naar het noorden was gekomen. De afbeel
dingen zijn namelijk grotendeels gebaseerd op
de Romeinse mythologie. Er is vooral druk ge
bruik gemaakt van de Metamorfoses van de
Romeinse schrijver Ovidius, die in dichtvorm
een hele reeks gedaanteverwisselingen heeft
bezongen: de goden hadden er blijkbaar aar
digheid aan om mensen soms uit straf, soms
ook als beloning te veranderen in bomen
of dieren. Op de grote schaal wordt bij voorbeeld
Dafne veranderd in een laurier en Io in een
koe. Op de kleine schaal echter worden de
De Popta-schat in volle glorie
werelddelen gesymboliseerd. Het zijn er in dat
jaar nog vier: voor Europa was Australië toen
nog „in de maak". De voet van de kan daar
entegen geeft de zinnebeelden van de vier ele
menten. De dolfijn verzinnebeeldt het water,
de leeuw de aarde, de adelaar de lucht en de
salamander het vuur. Rintie Jans heeft zich
bij de afbeeldingen van de gedaanteverwisse
lingen geïnspireerd op pren-ten van Goltzius
en op plakettes van de beroemde zilversmid
Paulus van Vianen. De gegevens zijn dus niet
origineel. Het zware drijfwerk is evenwel het
persoonlijke kenmerk van meester Rintie Jans.
Tegen vergif
Er is nóg een werkstuk van deze meester in
de collectie van het Fries Museum. In dit ge
val heeft Rintie Jans het zilveren montuur ge
smeed voor een beker van serpentijnsteen. Die
beker bewijst, dat men niet alleen lette op het
gehalte van het zilver, maar minstens even
veel op het gehalte van de drank. Er zijn
namelijk veel voorwerpen geweest van serpen
tijnsteen. Om een (voor de bezitters) simpele
reden. Men geloofde namelijk, dat men ge
waarborgd was tegen vergif, als men voedsel
of drank tot zich nam uit voorwerpen van
serpentijnsteen. Kwam de serpentijnsteen
maar het kon ook een paddensteen of jaspis
of agaat zijn in aanraking met vergiftigde
spijzen en dranken, dan gingen ze „zweten".
Zo wilde het uit de middeleeuwen stammende
bijgeloof het althans.
Uit oude rekeningen en inventarissen valt op
te maken, dat dit bijgeloof wijd verspreid was.
Jacoba van Beyeren bezat een „gulden croesen
van serpentijn". Karei de Stoute had een beker
met een ketting, waarop gifverdrijvende steen
tjes waren gemonteerd. In de vijftiende eeuw
stond op een heel deftige tafel een schip, zo
mogelijk van zilver, waarin allerlei apparatu-
ren om gif op te sporen waren ondergebracht.
In die lange stamboom hoort ook de bierpul
thuis, die door Rintie Jans van een zilveren
montuur werd voorzien. In de vitrine staat hij
te pronk. Elke gedachte aan vergif is er vreemd
aan. Er is alleen maar meer de mooie combina
tie van uitheemse steen en inheemse zilver
smidskunst. Maar het blijft een curieus voor
werp, dat je slechts in enkele Nederlandse
musea kunt tegenkomen, hoewel er vroeger
veel van dergelijke bekers en pullen in om
loop moeten zijn geweest.
H. KINGMANS.
I n nieuwe fiets of* bromfiets
staat voor |1 klaar!
Uitsluitend de beste merken
Beste service
Enorme keuze
U is hartelijk welkom bij
N.^V.
VOORSTREEK 65-67 - T.l 24596
Beijerstraat 5, Leeuwarden
Gazelle
Honda
Solex
R.A.P.
Puch
Typhoon
en andere
fabrikaten