Wee thuis van vacantie F n korte nabeschouwing over onze vacantie moet aan Vlieland zijn gewijd geen Zuid-Frankrijk, Italië of iets anders buitenlands. Toch was Vlieland nieuw voor ons op een schoolreisje van ver voor de oorlog na. We waren namelijk tot dusver nogal verknocht aan Ter schelling en meenden de afkeer van deze eilanders voor het Vlie" te moeten delen. Die afkeer is er; de recht waarde Terschellinger beschouwt de Vlielanders als een soort wadpieren en dat is heel erg, alhoewel op alle eilanden een drukke handel in wadpieren wordt bedre ven, ten gerieve van hengelaars. Op de zeevaartschool op Terschelling was vroeger een rasechte Terschellinger leraar, die bij het vertrek der afgestudeerden placht te zeqqen: „En als je bij Nieuw-Zeeland komt, kijk dan qoed uit naar het touwtje waarmee je Vlieland onder water kunt trekken". Het zit dus wel diep met de anti- Vlielandse gezindheid op het buureiland. Of men op Vlieland gelijksoortige gevoelens van antipathie tegen de Terschellingers koestert, hebben we niet bespeurd. Men had het te druk met het bedrijven van handel en nering, variërend van de eerste levensbehoef ten tot exemplaren van de „Bildzeitung" en souvenirs. Op het laatste terrein staat men waarlijk voor niets. Wij zagen in een winkel een fraai uitgevoerd model van de eerste Duitse locomotief, de „Adler" uit 1835, met op de zijkant gegraveerd „Vlieland". Dwazer kan het niet, leek ons, alhoewel men met derge lijke uitspraken altijd voorzichtig moet wezen wanneer het om souvenirs gaat. We moeten nu onze ontrouw aan Terschelling verklaren. Eigenlijk is daar niet veel van te zeggen. Een doorwrocht principe lag niet aan de overgang naar Vlieland ten grondslag. Maar wel zijn er een paar kenmerkende verschillen. Daar is allereerst op Vlieland het ontbreken van auto's van toeristen en bijgevolg van toe risten, die menen niet een paar weken hun auto te kunnen missen. De rust, die men toch naar algemene opvatting in de vacantie zoekt, wordt daardoor sterk bevorderd. Dan is Vlie land klein en daardoor overzichtelijk. Men kan het hele eiland met gemak te voet door kruisen. Er is maar één dorp met maar één dorpsstraat. En er is maar één groot, voor iedereen bestemd, kampeerterrein. De kampbe heerder is een merkwaardig man, wiens regle ment van orde elke vergelijking met dor, amb telijk proza tart. Maar de daarin vervatte be palingen zijn sterk positief gericht op orde en een goede kampgeest. Wie zich niet naar deze regels voegt, mag op hoog bevel de eerstvol gende boot naar Harlingen de zijne noemen. Er zijn mensen, die Vlieland te klein vinden. Dat valt mee naar onze mening. Men kan er ruim schoots languit liggen en wat wil men nog meer? Een merkwaardig facet van het recreatiepro bleem kan men in de bossen ontwaren. We waren op Vlieland in het allerhoogste hoog seizoen. Het was „in de bouwvakken Ladin gen vacantiegangers waren door de boot aan gevoerd. Het was (helaas) geen strandweer. Wat doet men dan? Men trekt de bossen in, want daar is het, ook bij wat ongunstiger weer, altijd wel te wezen. Wij trokken de bos sen in en zagen practisch niemand; slechts enige minnende paartjes hadden de besloten heid van het dichte geboomte opgezocht en voor dit doel hebben bossen al sinds de Bata vieren en Germanen dienst gedaan. Het is natuurlijk bitter nodig dat we de schaar se voor recreatie bestemde gronden voor dit doel in stand houden en het is zeer toe te jui chen dat men allerwege plannen maakt om re creatiegebieden tot stand te brengen. De groot ste concentraties der recreanten vindt men echter niet in de bossen en elders in de natuur, maar bij de patates-friteskramen. En toen keerden we naar Leeuwarden terug, onder meer om voor dit nummer van de „Leeuwarder Gemeenschap" te zorgen. Bij de boot op Vlieland kan men niet alleen kaartjes voor dit vervoermiddel verkrijgen, maar ook voor de Nederlandse Spoorwegen. Dus voor zagen wij ons in één koop van al hetgeen nodig was om Leeuwarden te bereiken. De boot kwam netjes op tijd in Harlingen aan en kort daarna arriveerde een dieseltrein bij Harlin- gen-Haven. Een vlotte terugreis leek dus ver zekerd te zijn. Maar bijna een uur nadien ston den we nog op het Harlinger station, na het kortje ritje van de haven. Een trein, volgepakt met mensen en bagage. Dit klopt natuurlijk allemaal volgens de dienstregeling. Wanneer we het spoorboekje hadden geraadpleegd, dan hadden we geweten, dat we ellendig lang in Harlingen moesten wachten. En dan hadden we ongetwijfeld de bus genomen of een ken nis gebeld om ons even met de auto te halen. We hadden er blindelings op vertrouwd, dat van het aloude „Veilig, vlug, voordelig" bij de N.S. alleen het laatste nog maar is verval len. Wie van de boten van Vlieland of Ter schelling komt, kan ook door het „vlug" wel een streep halen. In Leeuwarden wachtten ons de kranten, die verhaalden wat tijdens onze vacantie was ge beurd. Vroeger lieten we het dagblad altijd naar ons vacantieadres sturen, maar dat bleek zeer veel overbodige zorgen te veroorzaken. Vandaag voorspellen „welingelichte kringen" allerlei narigheden, een week later blijkt het niet te hebben geklopt gelukkig, maar in middels heeft men een week in de zorg geze ten. Dat hoort bij het gewone bestaan, maar tijdens de vacantie mag men dit alles negeren. Van de Leeuwarder Courant kunnen we in de Maandblad onder auspiciën van de Stichting „Leeuwarder Gemeenschap" 15e jaargang no. 8 augustus 1966 Redactie-commissie: Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling H. Kingmans Pastoor H. W. Dijkman o.p. J. T. Vellenga Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203 Adres administratie: Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047 Redactie: Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141 Abonnementsprijs 3,00 per jaar Giro-nummer 809910 ten name N.V. Erven Koumans Smeding, Leeuwarden vacantie alleen de citaten uit de krant van honderd of tweehonderd jaar geleden waar deren, maar een verzoek aan de directie om ons dit knipsel elke dag toe te sturen bleek om technische redenen niet voor inwilliging vatbaar te zijn. Het meest opvallende, lokale bericht vonden wij dat over de besmeuring met witte verf van diverse openbare gebouwen, als protest tegen de atoombom. Zelfs de deur van het stadhuis was geheel met verf beklad en dit terwijl bur gemeester Harmsma niet beschikt over dit ge vreesde wapen en er zeer beslist geen voor stander van is. Men is wat onthand met dit soort acties. Het gevaar van de atoombom behoort tot de ver schrikkelijkste problemen van onze samen leving. Protesteren tegen de atoombom kan onwezenlijk zijn, maar desondanks een uiting van zeer integere bedoelingen. De moeilijkheid is het ontbreken van een correcte adressering voor dergelijke protesten (Moeten we ons tot regeringen wenden of tot de prominente kern fysici? De laatsten zou men graag een fors jaargeld willen toekennen wanneer ze, in ruil daarvoor, het hele jaar met vacantie gaan). Niettemin is het moeilijk allerlei verkeerd ge richte acties als integere uitingen van veront waardiging en zorg te aanvaarden. Wanneer een paar jongelui bij nacht en ontij gebouwen gaan bekladden, dan wordt daardoor niet zo zeer aangetoond, dat de jeugd in hevige mate verontrust is, als wel, dat sommige ouders wat beter op hun kinderen zouden moeten letten, vooral, wanneer ook nog een jongedame van de partij is. En wanneer deze jongelui inder daad door respectabele gevoelens zouden wor den gedreven, dan kunnen ze ook begrijpen, dat ze zo meer vijanden dan medestanders kweken. We willen graag onze mening herzien, dat we hier slechts met nachtelijke straat schenderij te makken hebben, indien ons daar voor de argumenten bereiken. De Dingly Boys, die ook bij deze zaak in het geding zijn, moe ten nu andermaal tegen de wal opkrabbelen, zoals ze dit ook hebben moeten doen na de t.v.-film van de Vara, waarin ze als woeste, leeghoofdige vechtersbazen werden voorge steld. Misschien komt er weer een tentoonstel ling? BIJ DE OMSLAGFOTO Een ongewone blik op de bouw van de N.B.I.-woningen aan de Dammelaan. De onderdelen van de woningen (vloeren, wanden enz.) worden bij de Noordelijke Bouwelementen Industrie te Kootstertille gemaakt, met vrachtauto's naar de bouwplaats in Leeuwarden ge bracht en hier door montage samengevoegd. Op de achtergrond ziet men o.m. de ilats aan de Groningerstraatweg en de watertoren. Door het gebruik van een telelens is het beeld wat samengedrongen, zodat de afstand tot deze achtergrond geringer lijkt dan in werkelijkheid het geval is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 3