REISBRIEF UIT AMERIKA Mr. A. A. M. van der Meulen schrijft ons een Ergens in de Rocky Mountains, 25 juli We staan met onze kampeerauto, een Renault „Estafette", ingericht voor dag- en nachtver blijf, onder naaldbomen bij een beek in de bergen ten westen van Colorado Springs. Mijn vrouw en ik rusten wat uit van de lange, hete rit door Midden-Amerika en geven wat extra zorg aan ons zelf, onze auto en onze uitrusting. Want warm was het inderdaad, neen, meer dan warm: heet. Dit begon trouwens al in New- York, waar we op maandagmiddag 11 juli met de „Prinses Margriet" van de Holland-Amerika Lijn aankwamen. Er heerste een hittegolf met temperaturen van om de 90 graden Fahrenheit en hoger. Ralph Waldo Emerson schreef in een van zijn essays „Travelling is a fool's paradise", reizen is het paradijs van een dwaas. Het kan waar zijn, maar dan waren wij wel erge dwazen om bij die temperatuur in New York te komen. Dit had voor ons niets pa radijselijks, heet als het was „like Hell". Hierbij kwam dan nog het verkeer van een stad van 8 miljoen inwoners, samengeperst op een klein grondgebied, de personen- en de vrachtauto's, de autobussen en de sub way, de ondergrondse spoorlijn. Eigenlijk drie subways, maar elk even lawaaierig, groezelig, ongemakkelijk, onoverzichtelijk voor de vreemdeling en vooral weer: heet. De New-Yorkers echter schenen zich niets van de warmte aan te trekken. Er wandel den minstens evenveel in de zon als in de schaduw en de meeste heren liepen keurig met hun jasje aan, al waren het wel dunne jasjes. Maar hun wolkenkrabbers waren dan ook „air-conditioned", evenals tal van win kels, snackbars en cafetaria's, waarvan het vooral in Manhattan wemelt. Wat verder te vertellen van New York? Er was zoveel: een voor ons ongewoon aan tal kleurlingen van allerlei uiterlijk, de men sen, met wie we in aanraking kwamen in winkels, in cafés, op straat en in de talrijke bezienswaardige instellingen; de liftboys, een apart slag mensen. In het Empire State Building (450 meter hoog) waren mijn vrouw OUD-BURGEMEESTER IN AMERIKA Toen mr. A. A. M. van der Meulen op 28 februari van dit jaar afscheid nam als burgemeester van Leeuwarden, werd hem door een comité uil de burgerij, met als voorzitter jhr. E. C. Slorm van 's Gravesande, een geldsbedrag aangeboden, bestemd voor een buitenlandse reis. De heer Van der Meulen en zijn vrouw zijn begin juli scheep gegaan naar de Verenigde Staten, waar zij op de lie in New York arriveerden mef hun kampeerauto. Het plan was naar San Francisco aan de west- kost te rijden, vandaar naar Mexico en dan terug in de oostelijke rich ting. Geschatte reisduur: krapaan een half jaar. Wij publiceren hierbij de eerste reisbrief van de heer Van der Meulen, speciaal geschreven voor de „Leeuwarder Gemeenschap" en bestemd voor de gemeenschap der Leeuwarders, die hem deze reis heeft aangeboden Voor de Amerikaanse schoolkinderen is „Gettysburg'' niet alleen een plaatsnaam, maar ook een historisch begrip. In 1863 werd hier tijdens de Amerikaanse burgeroorlog de beslissende slag geleverd tussen de noordelijken en de zuidelijken, die een grote nederlaag leden. In Gettysburg wordt de herinnering aan deze veld slag op allerlei manieren levend gehouden, zo met het panorama, waarvan hier een deel is algebeeld. bare nutsbedrijven. Deze moeten wel dage lijks acrobatentoeren verrichten om de zaak niet te laten vastlopen. Toen zijn we echter, na ruim drie dagen, de stad uitgevlucht om ergens buiten een rustige en koele plek voor de nacht te vinden. Hierin slaagden we voortreffelijk. De boer, op wiens land we naast de weg een plaat sje vonden, was bijzonder vriendelijk en be hulpzaam. De rondom telkens oplichtende vuurvliegen vormden een vermaak bij het avondmaal. De volgende morgen vonden we achter onze ruitenwisser een brief van onze gastheer: wees voorzichtig bij het rij den; onze wegen zijn soms slipperig en onze chauffeurs soms erg onzorgvuldig; blijf tij dens het weekend bij ons over; er zijn veel interessante dingen in onze omgeving te zien. IDEALISME EN ZAKELIJKHEID Deze vriendelijkheid en behulpzaamheid heb ben we sindsdien telkens ondervonden. Som mige schrijvers over Amerika (als korte aan duiding van de Verenigde Staten van Noord- Amerika) menen die eigenschappen te kun nen verklaren uit een fundamenteel gevoel van onzekerheid. Alles is er nog in bewe ging, het is nog een natie in wording, ieders bestaan bevat een element van onzekerheid, men voelt zich verloren in de massa en in de ruimte. Na een zo korte kennismaking kan ik nog geen oordeel over die verkla ring hebben, maar ik twijfel toch wel aan de juistheid ervan. Zij, met wie wij spraken, leken niet minder zelfbewust dan de gemid delde Nederlander. Uit het zich beroepen op het bezit van de hoogste, grootste, zwaarste, beste, duurste enz. enz. dingen sprak een grote mate van zelfgevoel. Het Empire-Sta- te-Building het hoogste gebouw, in het Roc kefeller Centre de snelste lift en de zwaarste hanglampen, in Gettysburg (de plaats, en ik het „young couple", dat er nog net in een volle liftcabine bij kon. En dan die instellingen zelf. Want wat doe je als je voor 't eerst van je leven in New- York bent? Zoveel mogelijk zien, al is het er ook 's nachts met enkel een pyama aan nog te warm. Natuurlijk moest er een, zeer beperkte, keuze worden gedaan. Van de tien tallen musea kozen wij: 1. het Guggenheim-museum; met een lift naar boven en dan in een spiraal naar bene den langs schilderijen, die tot de beste be horen uit Europa uit het laatst van de vorige en het begin van deze eeuw. 2. het Metropolitan-museum; met zeer uit gebreide collecties uit vele landen en tijdper ken; ook met een zelfbedieningsrestaurant. Minimum voorgeschreven prijs van de con sumptie 75 (dollar) cent; wij hadden voor 90 (dollar) cent een lunch van voldoende hoeveelheid en goede hoedanigheid. 3. het Museum of Modern Arts; met vele uitstekende stukken van de moderne en al lermodernste schilder- en beeldhouwkunst. De toegangsprijzen waren resp. 0,15 dollar, gratis en 1,75 dollar Desniettemin was het Museum of Modern Arts zeer druk bezocht. We hebben nog met enige afgunst gekeken naar de grote openbare bibliotheek in het hartje van de stad, gebouwd boven een sta tion van de ondergrondse spoorlijn. We heb ben ook nog als oud-gemeentebestuurder een (vergeefse) poging gedaan om ingelicht te worden over het functioneren van de open-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 6