Hoe
werkt de
sociale
dienst?
De algemene bijstandswet
Algemene bijstandswet verving
gunst door recht
Ellstedenwinnaar Reinier Paping (1963)
bekijkt de trotse verzameling medailles,
die S. Swierstra, nu 80 jaar, in vroegere
elfstedentochten veroverde. De heer
Swierstra werd derde in 1912 en tweede
in 1917.
Over de taken van een moderne sociale dienst
bestaan, zoals wel eens blijkt uit gesprekken,
krantenartikelen en ingezonden stukken, nog
vrijwat misverstanden. Het doet ons daarom
genoegen, in ,,De Leeuwarder Gemeenschap"
iets over de sociale dienst van de Friese
hoofdstad te mogen vertellen.
vaardigheid om met een massale inspanning in
een voorbeeldloze samenwerking dit evene
ment gestalte te geven. U zult het mij, als
loco-burgemeester van Leeuwarden, niet kwa
lijk nemen, dat ik hier een stukje lokale trots
nadrukkelijk etaleer. Onze trots is, dat we tel
kens weer die plotselinge stroom van duizen
den rijders zonder andere dan organisatorische
moeilijkheden onder dak kunnen brengen bij
de Leeuwarder bevolking, waarbij de grote
massa der particuliere logiesgevers er eenvou
dig niet aan denkt ook maar één cent vergoe
ding te vragen. Met de rijders stromen op de
dag voor de elfstedentocht de logiesaanbiedin-
gen binnen bij het huisvestingsbureau. Dat be
tekent niet weinig; men moet bedenken, dat
het gaat om volslagen onbekende gasten, die
in het hartje van een ijzige winter, met alle
daaraan verbonden huishoudelijke problemen,
om onderdak aankloppen. Dat op zo'n dag in
Leeuwarden bovendien alle records snertkoken
worden gebroken, is een sportieve bijkomstig
heid, die nog nooit in het nieuws is ge
weest
Wat de massale belangstelling betreft, wordt
de oogst van de elfstedentocht slechts zelden
binnengehaald. Het voor dit sportevenement
nodige weer komt maar weinig voor. Hét grote
evenement van Friesland en van Leeuwarden
in het bijzonder onttrekt zich aan de regelmaat,
die men graag zou wensen, juist omdat wij
hier eigenlijk niets hebben om periodiek naar
uit te kijken. Inmiddels heeft de elfstedentocht
op de schaats wel zijn vervolg gehad in andere
tochten langs dezelfde route, maar dan onder
comfortabeler omstandigheden (met de auto en
per boot bijvoorbeeld), met de elfsteden-
wandeltocht als sportieve tweede.
Doen wij echter genoeg met de faam, die de
elfstedentocht bezit en als gevolg daarvan, ook
deze elf steden hebben verworven? De belang
stelling is aanwezig in een zeer ruime kring,
die zich zelfs tot ver buiten de landsgrenzen
uitstrekt. Maar in geen enkele boekhandel is
een werkje (bijvoorbeeld in de vorm van een
foto-pocket) verkrijgbaar, dat speciaal aan de
elf steden is gewijd. Wie, als individuele toe
rist, een elfstedentocht wil maken met zijn
auto en niet in de lange pinkstercolonne wenst
te rijden, vindt geen enkele hindernis op zijn
weg. Maar ook vindt hij geen enkele begelei
ding, bijvoorbeeld in de vorm van een con-
trolekaart, die in elke van de elf steden kan
worden afgestempeld.
De 12e december heeft opnieuw geleerd, dat
de elfstedentocht een belangrijk pand in de
propaganda voor Friesland en Leeuwarden is.
Wordt het niet uitgebuit, dan kan het pand
verbeuren worden.
„Aan iedereen die niet in de noodzakelijke kosten van het bestaan kan voorzien,
wordt bijstand verleend door burgemeester en wethoudersDat is, zeer in het
kort, de inhoud van de algemene bijstandswet, die sinds 1 januari 1965 geldt
en die sedert die datum in ons land heel wat gesprekstof heeft opgeleverd.
Veel misverstand is gewekt bij en door mensen, die wel hebben begrepen „dat
iedereen nu recht op bijstand heeft", maar die vergeten, dat daarbij de nadruk
moet vallen op het woord „recht". Velen leggen de nadruk op het woord
„iedereen", en zeggen er dan niet bij: iedereen die noodzakelijke kos
ten moet maken en zelf niet over middelen beschikt."
Of iemand die meent dat hij bijstand nodig heeft, werkelijk in de omstandig
heden verkeert die de wet op het oog heeft, wordt in eerste instantie beoor
deeld door burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij woont.
In Leeuwarden heeft het gemeentebestuur die beoordeling in hoofdzaak opge
dragen aan een gespecialiseerde ambtelijke dienst. Dat is in een stad van deze
omvang ook wel nodig, want die conclusie zal de lezer uit het vervolg wel
kunnen trekken de uitvoering van de algemene bijstandswet is niet alleen
een omvangrijk werk, maar ook en vooral vakwerk, dat moet worden gedaan
door deskundigen die er al hun tijd aan kunnen besteden.
Dat neemt natuurlijk niet weg, dat de verantwoordelijkheid voor het algemene
beleid berust bij het gemeentebestuur. Daarin worden burgemeester en wet
houders bijgestaan door een commissie van advies, waarin, naast enkele leden
van de gemeenteraad, een aantal deskundigen uit de burgerij een belangrijke
stem hebben. De adviescommissie oordeelt over algemene aspecten van de bij
standsverlening, niet over individuele gevallen.
Burgemeester en wethouders stellen dus de algemene richtlijnen voor het bij-
standsbeleid vast, en de directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst (G.S.D.)
is aan hen verantwoording schuldig voor de toepassing daarvan.
BIJ DE OMSLAGFOTO
Zo zag het er uit in de Leeuwarder raad
zaal tijdens de ontvangst van de elisteden-
tochtwinnaars op 12 december. Op de voor
grond de cameraman van de N.C.R.V., die
opnamen maakte voor een uitgebreide do
cumentaire over de elfstedentochten: een
programma, dat pas na de volgende tocht
(en dus over onbepaalde tijd) voor ver
toning gereed zal zijn. Loco-burgemeester
J. Tiekstra is hier aan het woord, rechts
achter hem staat gemeentesecretaris P. P. de
Jong. Verder naar links ziet u, gerekend
van de spreker af, de wethouders J. Heetla
en K. J. de Jong. Rechts, zittend: de heer
S. Swierstra (80) uit Heerenveen, derde in
de elfstedentocht van 1912 en tweede in
1917; mevrouw Swierstra en de heer J. L.
Hoogland, voorzitter van de Vereniging De
Friesche Elf Steden.
De behandeling van aan
vragen
Met de behandeling van aanvra
gen om bijstand zijn ongeveer vijf
entwintig ambtenaren in het bij
zonder belast. Deze dames en he
ren, die we in het vervolg maat
schappelijke werkers zullen noe
men, hebben voor het merendeel
de opleiding Middelbare Sociale
Arbeid voltooid, en zijn verder
binnen de dienst speciaal getraind
in het bijstandswerk. Sommigen
van hen hebben om zich nog ver
der te bekwamen hogere opleidin
gen in sociale arbeid en maat
schappelijk werk gevolgd.
Hun taak is het, met de aanvrager
van bijstand een gesprek te voe
ren over zijn aanvraag. Een ge
sprek, op voet van gelijkheid tus
sen twee mensen die met elkaar