Een Leeuwarder
poppenhuis
N.V.
OE LAATSTE
paalden tot vervaardiging en le
verantie van geneesmiddelen,
doch dat zij deze werkzaamheden
combineerden met handel in ta
bak, kruidenierswaren en wijnen.
Dat is evenwel niet zó merkwaar
dig, als wij opmerken, dat het
aantal apothekers in vorige eeu
wen veel groter was dan nu, zodat
er wel andere bronnen van in
komsten moesten worden aange
boord. Zo waren er nog in 1855
(op een bevolking van ruim
23.000 zielen) twintig apothekers
van wie zeven op de Nieuwe-
stad nü is de norm één apo
theker per 10.000 inwoners!
Het pand Tuinen 16 werd „alde
maeije" 1900 betrokken door sla
ger Hendrik Tammenga, later
woonde er de koopman in textiel
IJbe Bolman en sedert 1919 een
officier van het Leger des Heils.
Omstreeks 1937 werden de huizen
Tuinen 14 en 16 afgebroken en
vervangen door het daar nu nog
staande Leger-gebouw van archi
tect L. Reinalda.
Het poppenhuis bestaat echter
nog. Wel scheen het voor Leeu
warden verloren te gaan: Roelof je
Asman nam het mee bij haar hu
welijk met ds. U. J. W. Roldanus,
predikant te Leerdam (Roelofje
overleed in 1887 alhier, bij een
bezoek aan haar schoonzoon, de
cichoreifabrikant S. Ter Horst op
Oldegalileën). Via een van haar
kleindochters is het poppenhuis
nu onlangs weer in onze stad be
land.
Een gedeelte van de oude inven
taris is nog aanwezig (o.a. een bij
zonder uitgebreid servies), maar
de grote bovenzaal is gemoderni
seerd, in Biedermeier-stijl! Bene
den staan echter nog de oude rie
ten meubeltjes, waaronder een
wieg en een luiermand. Ook de
apotheek is beneden te vinden, zij
het in wat verwaarloosde staat.
Het gehele, circa 1.30 m hoge
poppenhuis is overigens aan een
opknapbeurt toe. De huidige eige
naresse zou daarom gaarne in con
tact komen met een knutselaar,
die er plezier in zou hebben, dit
aardige stuk speelgoed in stijl te
„restaureren". Een dergelijke her
innering aan het vroeg 19e eeuw-
se Leeuwarden mag nu beslist
niet meer verloren gaan.
W. DOLK.
Wanneer men nü over een pop
penhuis spreekt, denkt men aan
kinderspeelgoed; naar de kostba
re 17e en 18e eeuwse poppenhui
zen mocht de jeugd evenwel al
leen maar kijken. Het waren weel
derig ingerichte kasten, die in de
salons te pronk stonden en een
getrouwe nabootsing gaven van
een voornaam herenhuis uit die
tijd. Zij waren voorzien van alle
huisraad en vele kunstvoorwerpen
en tevens van een aantal poppen,
gekleed naar de mode van die
dagen. De enkele nog bestaande
oude poppenhuizen vormen daar
om uitstekend studiemateriaal voor
belangstellenden in het Neder
landse binnenhuis van 2 a 3 eeu
wen geleden. Fraaie exemplaren
kan men nog bewonderen in het
Centraal Museum te Utrecht (1674
tot 1690) en in het Rijksmuseum
te Amsterdam. Volgens overleve
ring zou dit laatste poppenhuis
voor Czaar Peter zijn vervaardigd
en meer dan 20.000,hebben
gekost.
Het hierbij afgebeelde poppenhuis
bezit ook een interessant interieur,
maar kostbaar is het bepaald niet
geweest. Het was dan ook wél be
doeld als speelgoed en is om
streeks 1830 ingericht door en
voor een Leeuwarder meisje, wier
naam nog boven de voordeur
staat: R. Asman.
Deze Roelofke Asman was in 1817
geboren en sedert opgegroeid in
het pand Tuinen B 74, waarin haar
grootvader A. O. Swalue een apo
theek, tevens winkel in koffie,
Het vroegere pand Tuinen 16
heeft model gestaan voor
het poppenhuis.
huwde in 1796 met de apotheker
Albertus Otto Swalue (17661839),
die de zaak van zijn schoonvader
overnam. In 1815 was daar tevens
inwonend de, uit Zwartsluis af
komstige, 23-jarige apothekers
knecht Wilhelmus Albertus As
man, die twee jaar later de doch
ter Catharina (17971848) trouw
de en enige jaren daarna de zaak
overnam.
Uit het huwelijk Asman-Swalue
sproten zes kinderen. En in het
poppenhuis bevinden zich dan ook
twee grotere waarschijnlijk
moeder en dienstbode voorstel
lende en zes kleinere pop
pen. In deze huishouding ont
breekt een man en dat zou te ver
klaren zijn door het overlijden in
1838 van vader Asman. De firma
werd door de weduwe voortgezet
tot de oudste zoon Albertus Otto
Swalue Asman (18201907) be
dacht met voor- en toenamen van
grootvader Swalue die kon
overnemen. Deze zoon werd 12
april 1843 „tot apotheker bevor
derd", wat hij en de zijnen vijftig
jaar later feestelijk herdachten.
Hij woonde toen nog steeds als
apotheker en winkelier in het
zelfde pand Tuinen B 74, inmiddels
hernummerd in Tuinen 16. Bij hem
in woonde een van zijn zoons, de
handelaar in wijn en likeuren
Willem Albertus Asman (1853
1921), met wie hij in 1900 naar
Turfmarkt 12 verhuisde. Het huis
op de Tuinen was toen dus 132
jaar in de familie geweest en on
geveer een eeuw als apotheek
gebruikt.
Wellicht heeft het enige verba
zing gewekt te vernemen, dat apo
thekers zich toenmaals niet be-
6R0TE KERKSTRAAT 7
TELEFOON
De apothekerswinkel
thee, chocolade en koloniale wa
ren dreef. En het poppenhuis, hoe
wel in vorm niet geheel overeen
komende tnet dat geboortehuis,
werd zoveel mogelijk naar dat
model ingericht.
Het huis Tuinen B 74, in 1758 nog
brouwerij ,,'t Scheepke", op de
westhoek van de Schipke- of
Schipperssteeg (die aan dit be
drijf haar naam ontleende), werd
in 1768 voor ƒ4.900,— gekocht
door de kruidenier en winkelier
in tabak Pieter Broers Plantenga
(1729—1805). Diens dochter Janke
EEN WAARDIGE VERZORGING
VAN
BEGRAFENISSEN EN CREMATIES
Het poppenhuis met
apotheek.