Leeuwarden en de leeuwen *2^6 „^TYlotique Veiligheid voor u en de uwen. Een leeuw is iemand, die bang is voor niemand. (De Schoolmeester) Temidden van de loodzware problematiek van onze stadsontwikkeling is plotseling een wat luchthartiger aardigheid te voorschijn gekomen en dat is de leeuwenkuil van V.V.V.-Leeuwarden. In het bijzonder de heer H. Pols, voorzitter van deze dynamische organisatie, heeft zich naar het uiterlijke met deze gedachte geconformeerd, door zich te Arnhem met twee welpen in de armen te laten kieken, onder het motto, dat ook in het rijk der roofdieren de jeugd de toekomst heeft. Het is een ongedwongen plaatje geworden, daar niet van, maar wie peilt de diepste roer selen van de ziel van de heer Pols, toen hij deze dieren mocht vasthouden? Toegegeven, het waren wel kleine leeuwen, maar deson danks waren het zeer forse dieren, bijvoor beeld in vergelijking met een kat, die in de zelfde familie thuishoort. Zo n welp heeft klau wen en een bek vol scherpe tanden en weinig respect voor oud-wethouders en directeuren van autobusondernemingen, waarin hij (en neem het hem eens kwalijk) toch eerder een consumptieartikel ziet dan een notabele inge zetene van een gemeente, waarvan de naam zo sterk met zijn diersoort verweven schijnt te zijn. Schijnt te zijn, zeggen wij, want laten we eer lijk blijven: onze stad heet Leeuwarden en niet Leeuwwarden en zo zou het toch eigenlijk moe ten zijn, want van die „warden'' mogen we niet, ter completering van het voorste deel, een letter w afsnoepen. Gelukkig weet nie mand wat Leeuwarden nu precies betekent (be halve dan, dat „warden" hooggelegen gronden zijn), zodat we ons elke vrijheid van interpre tatie mogen veroorloven, zonder dat de heren van het gemeentearchief ons in de haren kun nen vliegen. Als onze hoogstpersoonlijke me ning zouden we durven uitspreken, dat die naam toch wel uit oude vormen naar de heden daagse is toegebogen vanwege de leeuw als diersoort, wiens adel, behendigheid en kracht wij ons wel willen toeëigenen, en waarmee wij dus wel graag vergeleken willen worden. Bo vendien en dat is een sterke troef in de handen der voorstanders van een leeuwenkuil hebben wij de leeuw in ons wapen, terwijl het Friese wapen er zelfs twee bezit. Los van al deze toponymische en heraldische achtergronden mogen we wel zeggen, dat het bezit van een leeuwenkuil een bijzonder aar dige attractie voor Leeuwarden zou zijn. Heeft de bronzen koe al grote vermaardheid verwor ven bij landgenoten en buitenlanders, hoe sta tisch is deze bezienswaardigheid, vergeleken bij een paar levende leeuwen in een kuil. Recht enthousiast werden wij eerst nadat de heer S. Soepboer, directeur van onze Leeuwar der V.V.V., ons had verteld hoe weinig zor gen het houden van leeuwen meebrengt. Hij had, met het oog op de thans op gang geko men actie, een stoomcursus leeuwekunde ge volgd en wist zo te vertellen, dat deze dier soort, al komt hij doorgaans voor in tropische gebieden, tegen de felste winterkou bestand is en dus geen verwarmd verblijf nodig heeft. De voedering kan geschieden met afval van het slachthuis en dat is een vrij voordelige zaak. Voorts schijnen een leeuw en een leeuwin in een kuil, wanneer ze de smaak van hun verblijf en van elkaar te pakken krijgen, heel wel tot het verwerven van nakomelingen in staat te zijn, zodat wij wellicht af en toe ook nog het lieflijke schouwspel van oud en jong, in gezinsverband verenigd, te zien kunnen krijgen. We moesten het maar doorzetten, met die leeu wenkuil. Voor groot en klein is het een attrac tie en we kunnen er best nog iets bij gebrui ken wat de E 10-toerist gedurende enige aan gename ogenblikken in Leeuwarden vasthoudt. Bovendien kunnen we hier komen tot bijeen komsten van de familievereniging De Leeuw, die, voor zover wij weten, nog niet bestaat. Maar wat niet is kan komen en dan misschien wel door een initiatief van ons jongste raads lid, de heer W. S. P. P. de Leeuw van de K.V.P. De Lions-club kan Leeuwarden tot een bede vaartsoord maken, op initiatief van de hier bestaande afdeling, waarin verschillende figu ren zijn verenigd, die in het plaatselijke leven hun woordje krachtig meespreken. De leeuwen zijn er, de kuil kan er komen; het leeuwen aandeel van het werk wordt door V.V.V. ge daan. Voor de rest refereren wij ons aan Pan- gatantra, die zo aardig heeft gezegd: „Door inspanning komen werken tot stand, niet door wensen; gazellen komen niet terecht in de muil van een slapende leeuw." £en keek te band tuóaen 'zDe <~B>oer'ó ,,<~)7lotique" en klant. Koop nu Uw VEILIGHEIDSGORDEL Plaats nu Uw TWEEDE MIST- of BERMLAMP (1 januari 1967 ver plicht Denk om Uw BANDEN (gratis montage) 8 Dit alles en nog veel meer vindt U bij BLEEKLAAN 145 - Leeuwarden - telef. 23573

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 8