e vreemde flets
Technisch Bureau Uwad 5, 0
Gebrs. van Eyck van Heslinga
VOOR DE JEUGD
warm- en koudwater-installaties
oliestookinstallaties
gasverwarming
Tweebaksmarlct 43 Leeuwarden" aircondition
Telefoon 05100-24419-27323 'lften
koelinstallaties
Sindsl907 het adres voor al Uw technische installaties
20
Van ouds Wigersnta
Sinds 1855
DAMES- EN HERENMODE
NoouwS Tel.27984 Leeuwarden
WILT U DIT BLAD BEWAREN VOOR LATER?
Laat het inbinden op de Sociale Werkplaats.
Verzorgd bindwerk van periodieken en tijdschriften
Ook ontwerpen en verzorgen van uw DIENST SOCIALE WERKVOORZIENING
reclame (stencil- en offsetdrukwerk) r i vvV
Troelstraweg 147 c - Leeuwarden - Telefoon 23631
door MAJA VAN HEEMSTRA
Elburg is een heel oud stadje met eeuwenoude
huizen. Met zijn rechte straatjes, die elkaar
kruisen, kan men er gemakkelijk de weg vin
den. Al is het klein, het is een échte stad en
de grote kerk heeft een indrukwekkende vier
kante toren.
Toen de mist op kwam zetten boven het IJssel-
meer en de helicopter naar Soesterberg terug
moest keren liepen de burgemeester en de
dominee van Elburg naar huis, zij kwamen van
een vergadering.
,,Het wordt er niet helderder op", zei de bur
gemeester en hij stond even stil om naar de
lucht te kijken. „Wat is dat? Kijkt u eens
dominee. Wat vliegt daar?"
De dominee keek nu ook naar boven. Hij zei
niets, maar hij keek zo verbaasd dat de melk
boer, die net langs kwam, ook naar boven
keek. Twee dames, die boodschappen hadden
gedaan, bleven óók staan en een schoenmaker
en de bakker van om de hoek en de school
meester en een paar schoolkinderen en de
vuilnisman en een paar jongens van de kost
school. Allemaal keken ze naar de lucht. Eerst
zei niemand iets, maar toen opeens gilden de
kinderen door elkaar: „Een fiets! Een fiets!
Een fiets met vleugels! Een vliegende fiets'"
De grote mensen keken elkaar aan. De kinde
ren hadden gelijk: daar, boven hen, vloog een
fiets. Een fiets met gele vleugels. Hoe kon
dat nou?
„Laten we op de toren klimmen", zei een van
de kostschooljongens en daar gingen zij: de
kinderen, de grote mensen zo hard zij lopen
konden.
Gelukkig stond de torendeur open. De jongens
stormden de wenteltrap op, achter hen "aan
kwamen de schoolkinderen en wat langzamer
de grote mensen.
„Daar! daar!' riep een van de jongens, „daar
gaat ie!" Allen keken in de richting die hij
aanwees en ja, daar vloog dat gekke ding door
de lucht.
„Hij komt hierheen riep de burgemeester.
„Verbeeld je dat hij naar beneden valt. Wat
moet ik doen met een vliegende fiets boven
mijn gemeente?"
De dominee keek over de rand van de toren
naar beneden. „Daar komt agent Maalders aan
hollen, hij roept iets". De kinderen maakten
echter zo n lawaai dat niemand kon verstaan
wat agent Maalders naar boven riep.
„Ik ga wel even naar beneden", zei de burge
meester. Onder aan de toren stond de agent.
„Burgemeester, daar is iemand aan de telefoon
en die vraagt naar een vliegende fiets; ik heb
het aangenomen op het stadhuis."
De burgemeester holde naar het stadhuis en
buiten adem pakte hij de telefoon. „Hier de
burgemeester van Elburg", en toen vertelde
aan de andere kant de stem van agent Dirk-
sen het hele verhaal over de eigenaar van de
fiets met gele vleugels, die bij hem zat en zijn
fiets graag terug wilde hebben.
„Dat begrijp ik", zei de burgemeester, „maar
een fiets kan toch niet vliegen?"
„Dat dacht ik ook tot op heden", was het ant
woord. „Maar deze fiets kan het wel!"
„Wacht u even", zei de burgemeester weer,
„daar komt iemand binnen met een boodschap;
misschien gaat het over die èh èh
vliegende fiets."
Het was de knecht van de slager die riep:
„Die gekke fiets heeft tweemaal om de toren
gedraaid en is nu in de richting van Amers
foort gevlogen. We hadden hem zo graag van
af de toren willen vangen, maar hij vloog veel
te hoog. Ik kan 't nog altijd niet begrijpen:
een vliegende fiets!"
De burgemeester gaf de boodschap door aan
agent Dirksen, maar dat had hij eigenlijk niet
eens hoeven te doen. Want door de radio
klonk de stem van het ANP: de vreemde vogel
die op een fiets met gele vleugels lijkt vliegt
boven de bossen van Nunspeet.
In Woudega keken agent Dirksen en de mijn
heer elkaar aan: in gedachten volgden zij het
vreemde ding dat daar door de lucht ging. Nu
al boven Nunspeet hoe kregen ze die fiets
ooit terug?
(wordt vervolgd)
Tweebaksmarlr» 4?II