JANSZ. STARTER
m
Het bonte en tragische leven van
Leeuwarden
Muziek
-
„Och, mocht het rysen"
10
Dichter en boekverkoper in Leeuwarden
Rijkdom, hoogheid, schoonheid, jeugd
Zijn maar ijdle schijnen.
Wulpsche liefde, dartle vreugd
Zal als rook verdwijnen.
's Werelds roem is een bloem,
Die ras kan verkeren:
Al haar kracht kan geen nacht
't Leven ons vermeren.
,,Jan Jansz. Starter Boeckvercoper gebor-
tich Bijnen Amsterlerdamme ende Nieske
heynis dr. gebortich binnen deser Stede
sijn voer die erste Rijes Aufgeeliesen op den
24 Julius Anno 1614 ende die tuede Rijes
op den 31 ende die derde Rijes opden 7
Augustus ende sijn Bevestijch dor Harm-
mansnus opden 14 Anno 1614", zo staat er
in de „Naamlijst van de huwelijken, geslo
ten of geproclameerd in de Hervormde
Kerken te Leeuwarden". Misschien is dit
huwelijk met Nieske Hendrix de oorzaak
geweest van Starters vestiging in Leeuwar
den. Misschien ook heeft hij haar pas ont
moet, toen hij al in de stad woonde en is
hij naar hier gekomen om een portret van
Willem Lodewijk uit te geven of omdat hij
in onze stad meer mogelijkheden zag, om
als boekverkoper-uitgever aan de kost te
komen, dan in Amsterdam. Het is zoals de
meeste dingen uit Starters leven niet be
kend, maar hoe het ook zij, in 1614 heeft
hij op de Brol in het huis waar de Engel
se Bijbel uithangt, een winkel, waar hij boe
ken verkoopt. Naast zijn werk in de boek
winkel houdt Starter zich bezig met het
uitgeven van boeken en prenten. Hij begint
met het portret van Willem Lodewijk en
later volgen dan verschillende geschriften,
waaronder enkele van hoogleraren uit Fra-
neker o.a. van de beroemde Drusius. Daar
naast vindt Starter nog tijd om zich over
te geven aan de dichtkunst. Achter in een
herdruk van een gedichtenbundel „Vermaeck
der Ieught" uit 1617 zijn een aantal liede
ren en sonnetten van hem aangebracht en
ook kennen we uit diezelfde tijd vele brui
loftsliederen van zijn hand. De bruiloftslie
deren zijn meer maakwerk, maar Starters
andere dichterlijke ontboezemingen verdie
nen veel lof. Het zijn in de regel uitste
kende gezelschapsliederen, speels en vrolijk
van toon, geschreven in een meeslepend
ritme. Het zijn ook echte liederen in die
zin, dat ze gezongen werden. Er hoorde
een melodie bij, een melodie, die vaak ook
in Leeuwarden ontstond.
De dichters, die op een of andere manier
iets met Leeuwarden te maken hebben ge
had, hebben geen van alle een leven geleid
dat zonder moeilijkheden verliep. Hiervoor
hebt L7 al eens iets kunnen lezen over de
levensloop van enkele van hen: J. J. Slau-
erhoff, de man die overal op de wereld het
geluk en de innerlijke vrede zocht en die
nergens kon vinden; Willem van Haren,
wiens leven ten onder ging door eigen zin
nelijkheid; Onno Zwier van Haren, die zijn
hoge posten op moest geven, omdat hij be
schuldigd werd van bloedschande.
De dichter Starter kennen we als de maker
van vele vrolijke liederen, maar ook zijn le
ven is niet zo vrolijk verlopen. Achter de
dartele drink- en minneliederen schuilt een
man, die een leven gekend heeft vol onze
kerheid, een man die de betrekkelijkheid
heeft ervaren van de dingen, waarvan hij
zong. De woorden hierboven getuigen ervan.
Het jaar, waarin Starter geboren werd, ken
nen we niet met zekerheid, evenmin als zijn
geboorteplaats. Rond zijn portret in zijn dicht
bundel „De Friesche Lusthof" staat „IOHAN-
NES STARTERUS ANGLO BRITTANNUS
Aet. 27". Uit dit opschrift valt dus op te ma
ken, dat hij geboren is in 1593 of 1594. De
vraag blijft echter waar. Betekent de aandui
ding Anglo Brittannus", dat Starter in Enge
land geboren is, of wil er alleen maar mee
gezegd worden, dat de dichter van afkomst
een Engelsman is? We weten het niet. We
weten alleen, dat zijn ouders, die behoorden
tot de z.g. „Dissenters", om geloofswille uit
Engeland zijn overgestoken naar de Neder
landen en dat Starter zich in 1620 in Frane-
ker als student laat inschrijven als Londe-
naar, terwijl hij in het Leeuwarder archief
terug te vinden is als „Jan Jansz. Starter
gebortich Bijnen Amsterlerdamme".
De dichter heeft zijn jeugd of een gedeelte
daarvan doorgebracht in Amsterdam, maar
op welke wijze is ook al weer onbekend.
Over schoolopleiding, werk en literaire con
necties weten we niets. Verondersteld is
wel, dat hij een opleiding heeft gehad in de
boekhandel van William Brewster of Zacha-
rias Heyns, maar dit is niet zeker. Ook de
bewering, dat Starter evenals de groten van
zijn tijd, Hooft, Bredero en Coster, lid ge
weest zou zijn van de rederijkerskamer „In
liefde bloeijende", berust niet op feitelijke
gegevens. Het enige dat we zeker weten,
is dat Starter in 1612, negentien jaar oud,
al uitgever van boeken was en dat hij in
1614 Amsterdam verlaat, om zich te vesti
gen in Leeuwarden. Jaren later, in 1621,
zegt een onbekende dichter over dit ver
trek:
Ha Starter! of ghij waert ons tot een licht
ghebleven,
Ach, of ghij noijt en waert vertrocken uyt
der Stadt,
Tot Leeuwarden daer most de glans zijn
van u Son,
-t Was Leeuwarden dat u ons, laes!
ontrecken kon.
In Starters tijd was er in Leeuwarden een
bloeiend muziekleven. Na Arnhem was
Leeuwarden de tweede stad in de Repu
bliek, die een muziekcollege had, het be
kende Collegium Musicorum. In dit college
beoefenden vooraanstaande stedelingen op
allerlei wijzen muziek, zowel vocale als in
strumentale en sinds 1608 deden ze dat on
der leiding van Jaques Vredeman. Deze
zoon van de beroemde Leeuwarder schilder-
architekt was in Mechelen geboren, maar
dertig jaar oud, was hij in 1589 naar de
geboorteplaats van zijn vader teruggetrok
ken. Hij, componist, voorzanger van de
Grote Kerk, leraar aan de Latijnse school,
ziel van het muziekleven in onze stad
maakte voor Starters gedichten verschillen-
-y.v aftJSOf xrOItX,7Jiptfc
Ó.CW-W
Het pand Over de Kelders 8 staat op de
plaats van het vroegere woonhuis van
StarterIngemetseld is een gedenkplaat
van Auke Hettema.
de melodieën en bovendien zorgde hij met
zijn muziekcollege voor een artistiek milieu
waarin de dichter zich thuis kon voelen.
Beider samenwerking heeft o.a. geresul
teerd in „Kluchtigh T'Samen Gesang voor
dry personagiën", dat wel betiteld wordt als
de eerste Nederlandse operette.
In 1617 nam Starter voor Leeuwarden een
belangrijk initiatief. Hij richtte toen een
rederijkerskamer op, die het devies voerde:
„Och, mocht het rysen". De voorstellingen,
die gegeven werden, vonden plaats in de
voormalige kapel van het St-Annaklooster,
de tegenwoordige Westerkerk, toen juist bui
ten gebruik gesteld als tuchthuis. De leden
van de kamer zullen voor het merendeel
gezocht moeten worden onder de vooraan
staande burgers, die ook lid waren van het
Collegium Musicorum. De stukken, die ze
speelden werden door Starter zelf geschre
ven. Eerst kwam het „Blyeyndich-Treur-
spel van Timbre de Cardone", met daarin
verwerkt „een Vermaecklijck Sotte-Clucht
van een advocaat ende een Boer op't plat
Friesch" en daarna schreef hij de tweede
tragicomedie „Daraïde" en er zouden waar
schijnlijk meer gevolgd zijn, indien er niet,
zij het onverwacht, een einde gekomen
was aan de activiteiten van de rederijkers.
Bij de Calvinisten werd het toneelspel niet
erg gewaardeerd. In de post-acta van de Na
tionale Synode te Dordrecht (16181619)
werden ,,'t spelen van Rhetoryckers ende
Comedianten" genoemd: „schandelijcke
misbruycken, waer door de menschen van
de ware Godsdienstichheyt tot de ydelheyt
ende ongebondenheyt deses Werelts afge-
trocken worden". Na de oprichting van de
Leeuwarder kamer kwamen dan ook dade
lijk van kerkelijke zijde al protesten, waar
schijnlijk geïnspireerd door ds. Johannes
Bogerman, predikant in onze stad en voor
zitter van de Dordtse synode. Aanvankelijk
hadden de protesten geen succes, maar het
verzet bleef. De Provinciale Synode van
Dokkum schreef op 2 juni 1618 in haar „Ac
ta": „Op het sevende ende laeste grava
men, hoedat de heydensche comoedien ofte
schouspelen, die tot Leeuwarden ende
Boolswerdt tegens verscheydene synodale
resolutien wederomme doorbreken, op het