H
O
E
D
E
N
imrn^Ê
MAYSER
MOORE5
STETSON
Herenmodes Roosenstein
13
)e Lutn
erse
kerK
Toen hij op de brandstapel stond sprak hij
de woorden, dat er na hem een zwaan zou
verschijnen. Die zwaan werd Luther. Sinds
die tijd is de zwaan het symbool van de Lu
theranen. In de Lutherse kerk in Leeuwarden
vinden we op drie plaatsen een zwaan. Op
het dak staat een windwijzer in de vorm
van een zwaan. Dezelfde zwaan vinden we
terug op het orgel in de kerk en in de
kroonlijst van een kast in de kerkeraadska-
mer. De Lutherse kerk heeft een rustig, een
voudig interieur. Het gestucte plafond doet
kkalenjifin 1521 legen de leer van Luther werden aigekon-
lijkt dm de inzichten van de Duitse kerkhervormer ook in
id warm doorgedrongen. Veel navolgers kreeg Luther in
id niet. Dp beginselen van Calvijn spraken de Friezen meer
>en men i'jj 1581 de leer van Calvijn tot staatsgodsdienst ver-
erd het aanhangen van de leer van Luther zells verboden,
leel er in Friesland een klein groepje Lutheranen bestaan,
e komst von Duitse stadhouders met hun gevolg naar Leeu-
breidde de gemeente zich hier langzaam uit. Verschillende
e predikanten bedienden de gemeente, waarvan de bijeen-
i door dt Staten oogluikend werden toegelaten. Niettemin
1668 eer, verzoek tot het bouwen van een Lutherse kerk ai-
n.
De Lutherse gemeente werd echter hoe lan
ger hoe vrijer in haar optreden. Op aan
drang van de hervormde predikanten vaar
digde de magistraat van Leeuwarden daar
om in 1671 het bevel uit „dat den Pharheer
ofte Lutherse Predicant sal worden aange-
dient, om binnen drie daghen van hier te
vertrecken en ofte eenighe vergaderinghe van
Luyterschen om haer om haer godsdienst,
soo sij die noemen, te pleghen, bevonden
wordt, deselve met alle moogelijcke midde
len te verstroyen, opdat alle voortcruypinghe
mach worden voorgecomen".
Ondanks dit bevel bleef de Lutherse gemeen
te groeien. In 1672 werd alweer een nieuwe
predikant beroepen en in 1677 werd er aan
de Nieuwe Oosterstraat een huis gekocht voor
het houden van bijeenkomsten. Toen bleek
dat een rijk lid van de gemeente, jonker An
dreas Möller, bereid was de kosten van een
nieuw kerkgebouw op zich te nemen, be
gon men in 1680 in de Nieuwe Oosterstraat
te bouwen, zonder echter toestemming ge
vraagd te hebben van de stadsregering. Toen
deze van de clandestiene bouw hoorde, was
ze zeer verbolgen en gaf bevel direkt met
bouwen te stoppen en wat al gebouwd was
tot de grond af te breken.
Op 22 juli 1680 kregen de Lutherse gemeen
ten in Leeuwarden toestemming van de Sta
ten van Friesland hun godsdienst in vrijheid
te belijden onder voorwaarde, dat het ge
beurde „in stilheyt ende sonder het roeren
van de klok". De Stadsregering gaj toen ook
toestemming tot het bouwen van een kerk.
Weer was het jonker Andreas Möller, die
zorgde voor het geld voor het kerkgebouw.
Volgens een tekening uit 1723 van de beken
de tekenaar J. Stellingwerf, was de Luther-
.utherse litrk
f
se kerk een eenvoudige éénbeukige kerk met
tegen de westmuur een klein bijgebouw, dat
waarschijnlijk als kosterswoning dienst deed.
In 1697 kreeg de gemeente toestemming in
de kerk te begraven en eveneens vergunning
voor het stichten van een school.
In 1773 had de gemeente 700 a 800 leden.
Voor dat aantal lidmaten was de oude kerk
te klein. Vooral door bemoeiing van de toen
malige predikant Augustus Sterk, slaagde
men er in geld te krijgen voor de uitbrei
ding van de kerk. De Lutherse gemeente uit
Amsterdam kwam met een gift van 9000
gulden haar zustergemeente in Leeuwarden
goed te hulp. De oude kerk kon nu vergroot
en vernieuwd worden tot een ruim en doel
matig ingericht kerkgebouw met orgel en
twee draken. In de nieuwe voorgevel werd
een gedenksteen geplaatst met het opschrift:
Door den Zegen van God
de Gunst van 's Lands Vaderlijke Overheden
En
De Christelijcke Mildaadigheid
Van
de gezamelijken lngezeetenen dezer stad
En de leden der
Evangelisch-Lutherschen Gemeente
te Amsterdam
Is dit Huis Gebouwt.
MDCCLXXIV
In het jaar 1810 werd de Lutherse kerk door
de Franse douane in beslag genomen om
als bergplaats voor goederen dienst te doen.
Naast de bouw van een nieuwe pastorie
naast de kerk in 1843, vonden er in de vorige
eeuw nog allerlei veranderingen plaats in
de kerk en de bijgebouwen.
De Lutherse kerk is niet een bouwwerk van
grote kunsthistorische waarde. De voorgevel,
een produkt uit de 19e eeuw is ronduit
slecht. Wel zit in de voorgevel de eerderge
noemde herdenkingssteen uit 1774.
In 1415 vond een van de voorlopers van de
hervorming, Johannes Hus, wiens naam
„gans" betekent, de dood op de brandstapel.
Beijerstraat 5, Leeuwarden
Gevelsteen Lutherse kerk
sterk denken aan het plafond in de Waalse
kerk.
De kerk bezit een goed orgel, dat in een
mooie kas is geplaatst. De eenvoudige roco-
copreekstoel dateert uit het einde van de 18e
eeuw. Voorin de kerk staat een mooie ko
peren lezenaar, die echter op een lelijk voet
stuk is geplaatst. Aan weerskanten van het
orgel bevindt zich een kraak, die nu niet
meer gebruikt wordt omdat de 40 a 50 kerk
gangers beneden gemakkelijk een plaats kun
nen vinden.
Achter het orgel staat tegen de muur het
goedgeschilderde grafbord van jonker An
dreas Möller. Het grafbord dat wel aan een
restauratiebeurt toe is, zou in een lichtere
omgeving veel beter uitkomen.
In de kerkeraadskamer, naast de kerk, zit
een mooie marmeren rococoschoorsteenman-
tel, waarboven dertien kleine houten wapen
schilden hangen.
H. TEN HOEVE