Waarom is do hus wel eens Ie laai Van ouds Wigersma sinds /S55 DAMES- EN HERENMODE NaauwS Tel.27984 Leeuwarden In de file voor de overweg op de Schrans. Elders in dit nummer publiceren wij gege vens over de routes en rijtijden van de Stadsdienst, zoals deze zijn geworden na de uitbreiding met de lijnen 11 en 12. De toe genomen mogelijkheden om zich in Leeuwar den per bus te verplaatsen stemmen tot ver heugenis. Het openbare vervoer is van groot belang, niet alleen voor degenen, die niet over een eigen vervoermiddel beschikken, maar ook voor de autobezitters, die hun wa gen hoe langer hoe moeilijker kwijt kunnen in de binnenstad. De „blauwe zone" heeft enig soulaas gebracht; zonder deze maat regel zou het winkelcentrum hoe langer hoe meer buiten het bereik komen te liggen van het grote deel van het publiek, dat toch „met alle geweld" per auto naar de binnenstad wil gaan. (Tal van zakenmensen beperken deze mogelijkheid overigens weer door de eigen auto mee te nemen en, in de blauwe zone, voor of bij de eigen deur te zetten; de winkeljuffrouw moet dan op gepaste tij den de parkeerschijf verzetten en reken maar, dat ze wat te horen krijgt, wanneer ze deze taak verwaarloost De toene ming van het gemotoriseerde verkeer, maar helaas ook een gebrek aan loyale medewer king der belanghebbenden om deze distribu tie van parkeerruimte zo goed mogelijk te laten functioneren, drijven, dachten wij, de gedachten toch wel in de richting van een auto-vrije binnenstad en dan pas zal het openbare vervoer (waarbij natuurlijk ook het vervoer per taxi) zün waarde volledig kun nen bewijzen. Niet alleen, dat de stadsbus nu slechts een deel van het publiek gerieft, ook raakt hij voortdurend verzeild in alle strubbelingen van het overdrukke verkeer, dat een vlotte Voorrang verlenen op het Oostergoplein. dienstuitvoering belemmert en het tijdsche ma voortdurend verstoort. Dat laatste is ver velend voor de passagiers in de bussen (ze kunnen daardoor de trein of de interlokale bus missen en moeten, bij een twintigminu- tendienst, wel een bijzonder grote „veilig heidsmarge" in acht nemen), maar vertra gingen zijn nog vervelender voor passagiers, die bij de halten staan te wachten. Daar in het bijzonder wordt krachtig gemurmureerd tegen de stadsdienst, die het weer eens laat afweten. Om deze negatieve reacties op te roepen hoeft de vertraging niet eens zo groot te zijn, want wachten duurt lang Het vervelendst is de onmogelijkheid om op tijd te rijden voor leiding en personeel van de stadsdienst. Geen mens is gelijk en elke chauffeur neemt zijn eigen karakter in de wagen mee, maar ze moeten allemaal, om zich te kunnen handhaven, over een paar speciale eigenschappen beschikken. De eerste is een combinatie van grote rij vaardigheid en de sterke wil om, als het enigszins kan, de vastgestelde rijtijden aan te houden. Zonder deze vakkennis en deze mentaliteit valt men als stadsbuschauffeur gauw door de mand. De N.T.M. keurt en se lecteert zijn mensen zeer nauwkeurig. De tweede eigenschap is het vermogen om in het onvermijdelijke te berusten. Wie „een brug heeft gehad" of geruime tijd voor de overweg in de Schrans heeft gepauseerd, daarna of daarvoor langdurig zijn beurt bij een voorrangskruising heeft afgewacht, mag zich „niet opvreten van ergernis", zelfs al weet hij, dat passagiers hun trein zullen mis sen door deze vertraging. De enigen die zou den profiteren van wanhoop en ergernis de zer buschauffeurs zouden de zenuwartsen zijn en zij hebben het, in deze enerverende tijd, al druk genoeg. Daar komt nog bij, dat het rijden met een bus met mensen in het stadsverkeer heel iets anders is dan bijvoorbeeld met een vrachtauto met zakken aardappelen. De stads bus-chauffeur moet niet alleen letten op de overige weggebruikers, maar ook op zijn passagiers: veel broos materiaal in de vorm van bejaarden, moeders met kinderen enz. De stadsbus heeft uitstekende remmen, die in geval van nood ook werkelijk hun waar de mogen bewijzen. Maar als het niet een zaak is van leven of dood, maar simpelweg van een overtreding, dan wordt dat risico vaak liever genomen, dan dat van zeer krachtig remmen: „Zit er een moeder met kleine kin deren op de achterbank en ga je boven op de rem staan, dan zeilen zulke kinderen tot halverwege het middenpad". We zijn dezer dagen een paar keer mee gereden om het werk van de chauffeurs aan een beschouwing te onderwerpen. Voordat we een keus uit de lijnen maakten kwam de chauffeur van liin 8 vertellen, dat er op de Huizumerlaan „geen doorkomen aan was", vanwege de vele geparkeerde auto's. Dus gingen we volgende rit met hem mee. Er stond geen auto in de weg; blijkbaar was in die twintig minuten juist een drukbezochte bijeenkomst in Tivoli geëindigd. Maar een half uur later mochten we ervaren, hoe lijn 9 (Prinsessenweg) over de route van twin tig minuten 35 minuten reed (en dat viel nog mee). Tweemaal voorrang geven aan het ver keer op de Julianalaan, voorrang geven voor het Oostergoplein, voortsukkelen in een ein deloze file op de Verlengde Schrans en de Schrans, veroorzaakt door de sluiting van de overweg En dan de vertraging, die de passagiers zelf veroorzaken, door niet meteen gepast geld of kaart bij de hand te hebben. In lijn 8 stapte een grijsaard, die een greep in zijn jaszak deed en een handvol kleingeld pro duceerde, waarvan hij omstandig in stui vers, dubbeltjes en kwartjes het vereiste be drag van één gulden ging aftellen, tot de chauffeur hem dit werk (met de vereiste penningen) uit de hand nam. „Ach, soms kleden ze zich eerst bijna helemaal uit, voor dat ze het geld vinden". En zo weet u dus hoe het komt, dat de stadsbus wel eens een poosje op zich laat wachten. Wachten is vervelend en de daar door veroorzaakte ergernis blijft voortleven nadat de bus er is. Die vertragingen herin nert men zich daarom beter dan de vele, zeer vele, keren, dat de stadsbus wel op tijd is. Want, zelfs in het hedendaagse drukke verkeer is het op tijd rijden geen uitzon dering maar regel. Om dat te bereiken moet links voorin de bussen vaak heel wat „ze- nuwenwerk" worden verricht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 9