Hipiuv liiiilclNTi'in klim! Iiij ili' Fridiiiiilliiil ^ÏBoer .,97?otiq ue Geen voertuig zo oud, geen merk zo zeldzaam of Tevens alle dag-, week- en maandbladen Van „karrider'' toi wegvervoersbedrijf MH DE BOER S „MOTIQUE" helpt U aan alle gewenste accessoires en gereedschappen nationaal en internationaal Kom er vaak blijf bij de tijd! BLEEKLAAN 145 - Leeuwarden - telefoon 23573 Misschien is het spreekwoord „haastige spoed is zelden goed'' wel van de vroegere vracht rijder afkomstig. Voor het vertrek uit het dorp ging hij de ronde doen bij de dorpsgenoten om de te vervoeren goederen en de uit te voeren boodschappen in ontvangst te nemen. Daarna liep het paardje in bedaarde sukkeldraf naar Leeuwarden, waar de goederen werden afge leverd en de boodschappen werden gedaan. Na de terugreis eindigde de dag in het dorp, waar de tweede ronde ten doel had de meegenomen goederen af te leveren. In dit archaïsche vervoerswereldje kwam in de twintiger jaren van deze eeuw de vrachtauto binnenrijden als een vreemd, modern ding, dat aanvankelijk met wantrouwen werd begroet. Maar bleef de oude „karrider" de paard en wagen trouw, zijn zoon had begrip voor de nieuwe tijd en toonde de aan de jeugd eigene belangstelling voor alles wat met motoren te maken heeft. Zo is langzamerhand de verande ring gekomen; de vrachtrijder raakte verstrikt in de technische evolutie, die het wegvervoer tot een grimmige concurrent zou maken van schip en spoor. En van concurrent werd het wegvervoer de duidelijke overwinnaar. In het „Statistisch Zakboek'' van het Centraal Bureau voor de Statistiek van 1966 kunt u vinden, dat het wegvervoer naar het vervoerde gewicht in 1964 60 procent van het totaal voor zijn reke ning nam, de binnenvaart 28 procent en de spoorwegen 12 procent. De sterke levensimpulsen die de auto aan het goederenvervoer langs de weg heelt gegeven, hebben het karakter van deze bedrijistak na tuurlijk ingrijpend gewijzigd. De vrachtauto vraagt een grote investering en moet rendabel gemaakt worden. Dat gaat niet meer met het ophalen van doktersdrankjes in de stad en het verrichten van andere kleine boodschappen. Maar deze vorm van dienstverlening heelt ook niet meer de vroegere betekenis. De auto be gon in de twintiger jaren ook het personen vervoer op de korte aistand te beheersen. De dorpelingen gingen zeil naar de stad om bood schappen te doen, daarbij veelal het nuttige met het aangename verenigend. Deze mobili teit van de plattelandsbevolking is eerst goed tot ontwikkeling gekomen met de naoorlogse toeneming van het eigen autobezit. Zo ziet het tegenwoordige bodeterrein er uit, van de Oldehove gezien. Volgend voorjaar zal deze bedrijvigheid hier verdwijnen. Wat nu de bode- of lijndienst is, dat was vroeger de „kar rider": de bode, die met paard en wagen het goederenvervoer van het dorp naar de stad en omgekeerd verzorgde. Maar hij was niet alleen vervoerder, hij was ook de vertrouwde bood schapper van de dorpsbewoners, die hem de contacten met de stad lieten verzorgen. Moest er een drankje van de apotheker komen, dan zorgde hij daarvoor. De dominee of de notaris stuurden hem met (of om) boeken naar de Kanselarij en zo waren er veel meer dingen, die de inschakeling van zo n ver trouwde koerier wenselijk maakten. Reken maar, dat de „kar rider" goed op de hoogte was van handel en wandel van zijn mede-dorpsbewoners. Bij zijn verkeers- en vervoerstechnische deugden kwam ook die van de discretie. 12

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 12