autoshop assenaar SDe <~15oer'ó t,cWlctique FOTOCOPIE RIJ IN DE GOEDE RICHTING; Ondervvijzersvakanties en vliegende schotels BRIEVEN, STUKKEN, DOCUMENTEN VOOR EMIGRATIE DE FRIESCHE LICHTDRUKKERE) BREEDSTRAAT 49 - Telef. 28538 - Leeuwarden Twee onderwerpen van discussie komen tel ken j are weer aan de orde in de vacantietijd. Zo krijgen we de verhalen, met de bijbehoren de commentaren, over de vliegende schotels, waarmee de pers ons in deze periode pleegt te voeden. Verder, maar dit is een heel an dere zaak, wordt in de zomerperiode veel kritische aandacht besteed aan de lange va- canties, die het onderwijzend personeel ten deel vallen. Alhoewel de vacantietijd nu wel voorbij is, willen wij toch ons licht op deze beide zaken laten schijnen. Beginnen we met de onderwijzers. Voor ons liggen twee ingezonden stukken uit de Leeu warder Courant, waaruit blijkt, dat een zeke re E. W. en „Een onderwijzer" het in rui me mate oneens zijn over de rechtvaardi ging van de lengte van de onderwijzersvacan- ties. De heer E. W. noemt de onderwijzers „uitverkorenen", op grond van een bereke ning, die moet aantonen, dat deze dames en heren slechts 900 uren per jaar werken en in de vacantie vier tot zes weken met de auto naar het buitenland gaan, zonder zich te be kommeren om de aan hun zorgen toever trouwde kinderen. Dat wordt dan op een laakbare wijze overgelaten aan de ouders of „de jongelui van vacantievreugd". „Een onderwijzer" reageert met een klaag zang. „Veel waardering voor ons werk krij gen we toch al niet", zegt hij aan het adres van de ouders, die naar zijn mening veelal een groot onvermogen tonen om de inspan ningen van de juffen en meesters op hun waarde te schatten. „Als onderwijzer wil ik mij helemaal niet beroemen op het feit, dat ik al zoveel kinderen lezen, schrijven, reke nen en taal heb geleerd", schrijft hij bitter. Voor dat beroemen lijkt ons ook in het geheel geen reden aanwezig. Wanneer een onderwijzer, na een reeks van jaren als zoda nig werkzaam te zijn geweest niet zou kunnen terugzien op een groot aantal kinderen, die door zijn bemiddeling hebben leren lezen, schrijven en rekenen, dan deugde hij niet voor zijn werk. Als we het hier over eens zijn, dan moet toch nog wel even krachtig stelling worden genomen tegen de vaak door onder wijskringen verbreide gedachte, als zou dit werk schier onmenselijke inspanningen vra gen, die moeten worden gecompenseerd door een gering aantal dagelijkse arbeidsuren en lange vacanties. Wil men deze kant uit, dan zijn er nog wel een paar beroepen, die voor zo'n milde bedeling met vrije tijd in aan merking komen. Wat denkt u van een bus chauffeur? Zou de verantwoordelijkheid bij het rijden met een bus met dertig passagiers minder zwaar wegen dan die bij het lesgeven aan een klas met dertig kinderen? Het merkwaardige is, dat de meest voor de hand liggende verdediging van de korte ar beidsduur en de lange vacanties der onder wijzers het minst wordt gehoord. Deze ver dediging is, dat het niet om de belangen gaat van het onderwijzend personeel, maar om die van de kinderen. Wanneer de jeugd niet naar school gaat, dan hebben de juf en de meester geen taak. Dat mag onverbloemd een bijzonder aantrekkelijke bijkomstigheid van het onderwijzersambt worden genoemd en het ligt voor de hand, dat de onderwijzers over het algemeen dit meevallertje gretig accepteren en zich niet verplicht voelen ook in de vacantie hun zorg aan de kinderen in de vacantie te blijven besteden. Die kinderen zijn namelijk niet van de onderwijzers, maar van de ouders. Daarom zijn we het oneens met de heer J. W., die op dit punt een „grondige verandering" nastreeft. De onderwijzer heeft lange vacanties. De spoorman heeft vrij reizen met de trein. De winkeljuffrouw krijgt korting in de zaak waar ze werkt. Verscheidene beroepen kennen zo hun bijzondere voordeeltjes. Dat moeten we de beoefenaars daarvan maar gunnen en, als het kan, van harte. Daarom verheugt het ons, dat „Een onderwijzer" kan besluiten met: „Ik heb overigens een heel fijne vacan tie gehad, vijf weken". Zijn leerlingen zouden het zo zeggen: „Ik heb lekker vijf weken vacantie gehad en jij niet". Maar dat zijn dan ook kinderen We komen nu bij de vliegende schotels en moeten beginnen met een totaal gebrek aan deskundigheid terzake te bekennen. Enige tijd geleden meenden we zo'n mysterieus voorwerp aan de vroege avondhemel waar te nemen, maar bij nader inzien bleek het een vuiltje op het brilleglas te zijn. De zak doek werkte verhelderend en er bleef dus niets over om te melden aan het Nederlands Onderzoek Bureau voor Ongeïdentificeerde Vliegende Objecten. Dat is overigens een zeer serieuze club, die ons herhaaldelijk ver maant geloof te hechten aan het rondvliegen van schotelvormige machines, die van andere planeten afkomstig zijn. Wij waren zeer onder de indruk van een in gezonden stuk, dat deze organisatie aan dit onderwerp wijdde in de Leeuwarder Courant en dat verschillende recente mysteriën op dit gebied als onderwerp had. Toch blijft bij ons de twijfel overheersen. Stel, dat bewoners van andere hemellichamen onze aardbol be naderen met schotelvormige ruimtevaartui gen, waarom doen deze wezens dan zo ge heimzinnig tegenover ons, aardbewoners? Die dingen kunnen, wanneer we de getui genverklaringen mogen geloven, zo hard vliegen, dat er zelfs voor onze pijlsnelle straal jagers geen bijhouden aan is. Gevaar lopen ze dus niet: bovendien is dit gevaar een puur denkbeeldige zaak. Wanneer zo'n ding aan de grond zou komen bij Boxumerdam of zo, dan gingen we natuurlijk allemaal kijken, maar er is geen enkele reden om vijandig heden te betrachten, ook al, omdat we hele maal niet weten welke wapens die van ver gekomen wezens meevoeren. Het is ons volstrekt onduidelijk, waarom de levende inhoud van zo'n vliegende schotel eerst een verre en barre reis onderneemt om de aarde te verkennen en dan vlak bij het doel wat blijft rondstumperen op een ma nier, die het alleen bij hoge uitzondering mo gelijk maakt hun aanwezigheid te signaleren. Waarom die „kat uit de boom-kijkerij?" Waarom komen ze niet naar beneden of blij ven ze in elk geval niet eens rustig en op klaarlichte dag boven een stad rondcirkelen om te kijken en bekeken te worden? Zijn het zulke bangebroeken dat ze niet durven? Dan konden ze, ook in hun eigen belang, maar beter thuis blijven op hun verre planeet. Daarom geloven we, ondanks de rapporten van het N.O.B.v.O.V.O., niet zo hard in de vliegende schotel als ruimtevoertuig van ver re. Alhoewel het wel merkwaardig is, dat deze toeristen van andere hemellichamen zich nu juist schijnen te presenteren in ons aardse vacantie- en reisseizoen. Wat moet er met deze kosmische tegenwerking van de vacan- tiespreiding terecht komen? Uitspraak van een ervaren automobilist: „Dan staan daar van die 70-kilometerborden en dan zijn er ook nog van die idioten, die zich daaraan houden". KOMT U BIJ DE BOER S „MOTIQUE" dan is Uw richting altijd GOED gekozen! DOORSMEREN en OLIEVERVERSEN? Klaar terwijl U wacht, lekker lui gezeten aan de KOFFIEBAR, waarbij U onder meer het laatste nieuws kan zien en kopen DAG-, WEEK- en MAANDBLADEN: nationaal en internationaal Blijf bij de tijd kom er vaak! BLEEKLAAN 145 - Leeuwarden - telefoon 23573 Verlengde Schrans 4 t/o Huizumerlaan, Leeuwarden, telef. 33714 Alles voor het onderhoud en de uitrusting van Uw auto! Het ideale adres voor de zelfdoener. Gratis advies van de vakman. De autoshop waar elke automobilist zich thuis voelt! 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 11