Wat, hoe,
waarheen met het
stadhuis?
-rr-.r^en, oV^ ^rrn'^^onder/lnionnaUev, ,aadsve,gaae-
Voor het behoud van het Oranje Bierhuis
Voor een nieuw stadhuis
„Huis van de stad'' hoort in centrum
Oude stadhuis komt toch in de verdrukking
11
nummer van de L.G. g aiHns invloed kunnen hebben op de beslissing van de raad,
,r,r malVqT^dmsdag 5 maart in het st.dhnis „hearing," over hel
Srve'rkrijgbaa', 'JTÏSf Bn'rean Voorlichting van de gemeente Leeuwarden, Raadhnrspte.n
32, telefoon 21141 (stadhuis).
In qrote trekken ben ik het eens met de plan
nen om het nieuwe stadhuis in de binnenstad
te plaatsen. De meest geschikte plaats zal wel
zijn zoals u het ook op uw schets in de L.G.
laat zien: bij het oude stadhuis.
Maar is het wel nodig dat het historische
Oranje Bierhuis dan moet verdwijnen? Hebt u
De geschiedenis van Rouge Maison in het
Oranje Bierhuis" wel eens gelezen? Hieruit
blijkt wel dat dit bierhuis niet zo maar een
café is, maar dat het altijd een aparte plaats
vervuld heeft in het oude Leeuwarden.
Hotel „De Nieuwe Doelen" is zonder meer
afgebroken. Ik begrijp nog nooit waarvoor dat
nodig was. Bega dezelfde fout alstublieft niet
met het „Oranje Bierhuis"!
Wilt u de schetsen die ik hierbij voeg eens
onder de loupe nemen?
Het uitstekende gedeelte van de raadzaal-
trouwzaal is nu aan de westkant. Het Oranje
Bierhuis kan blijven staan. Het Auckamaplein
wordt iets kleiner, maar minder hoekig en de
St. Jacobsstraat is zo ook mooier volgens mij.
Misschien is er nog een andere mogelijkheid,
namelijk de raadzaal-trouwzaal op de plaats
van het Auckamaplein met ingang Grote Hoog
straat. Het Auckamaplein komt dan op de
plaats van de raadzaal. Het plein sluit dan
aan bij het Maria Annastraatje en op de hoek
er van staat het Oranje Bierhuis. Het uitste
kende gedeelte van de raadzaal zou eventueel
ook aan de Grote Hoogstraat kunnen komen,
waardoor de Sint Jacobsstraat op één groot
plein zou uitmonden met eventueel een win
kelgalerij.
Ik ben erq benieuwd naar uw reacties.
E. VEEMAN-VIJVER.
De huisvrouwen bekijken de opruimingskoopjes mei een deskundig oog
De oude binnenstad van Leeuwarden is uit het
oogpunt van stedebouwkundige schoonheid een
kwetsbaar geheel. Zodra b.v. de verhouding
tussen breedte van de straat en hoogte van de
bebouwing verbroken wordt, door vorming van
pleinen, brede wegen e.d., bestaat er grote
kans dat een onaantrekkelijk geheel ontstaat.
Zolanq deze verhoudingen gespaard worden
kan zelfs een op zichzelf armelijke bebouwing
een prettig geheel vormen. Voorbeelden daar
van zijn in Leeuwarden zelf op diverse plaatsen
te vinden. Dit moet men in gedachten houden
bij de plannen om het oude stadhuis ter plaatse
uit te breiden, hoewel hiervoor ongetwijfeld
wel het oordeel van deskundigen op dit gebied
(b.v. Heemschut) gevraagd is. Volgens de plan
nen worden daarbij bovendien enkele fraaie,
hoewel eenvoudige, gebouwen opgeofferd. Om
deze redenen lijkt het mij aan te bevelen een
geheel nieuw stadhuis op een andere plaats te
bouwen, wat ongetwijfeld ook nog andere b.v.
financiële voordelen zal geven. Ook tijdelijke
voorzieningen, gedurende de verbouwing, zul
len dan niet nodig zijn. Het oude stadhuis zou
dan inderdaad voor representatieve doeleinden
gebruikt kunnen worden; het lijkt me dat dit
technisch toch wel uit te voeren zou zijn. Het
enige bezwaar dat ikzelf ook wel voel is, dat
het moeilijk zal zijn voor de gebouwen die nu
tijdelijk voor de gemeentelijke administratie
benut worden, zoals b.v. het cude stadhuis van
Leeuwarderadeel, een bestemming te vinden.
Men kan natuurlijk niet van de oude binnen
stad een soort openluchtmuseum maken, wat
bovendien een zeer kostbare kwestie zou wor-
den" Dr. J. IWEMA.
Het is plezierig dat ook aan belangstellenden
buiten Leeuwarden op deze manier de gelegen
heid gegeven wordt om hun mening omtrent
de „stadhuisproblemen" naar voren te brengen!
Hartelijk dank daarvoor.
Als antwoord op vraag 1 zou ik naar voren
willen brengen, dat naar mijn mening het „huis
van de stad" in het centrum van die stad een
plaats moet hebben en dus de plaats van nu
behouden moet blijven. Een uitbreiding zou
dan, dat is niet anders mogelijk, ook daar moe
ten worden gerealiseerd.
Voor mij is het beantwoorden van vraag 2 veel
moeiijker, daar dit een kwestie is die meer op
het stedebouwkundig vlak ligt. Daarom waag ik
me niet aan een alternatief plan en kan ik al
leen zeggen dat de voorgestelde oplossing van
dit probleem een positieve indruk op mij
maakt.
Wat de architektonische gestalte van de nieu
we gebouwen betreft, dit lijkt mij een mooie,
maar ook een zeer moeilijke opdracht voor de
ontwerper. Een tijdloos, alledaags in de
letterlijke zin gebouwencomplex zou moeten
worden ontworpen.
Hiervoor zijn naar mijn idee drie redenen aan
te voeren:
a. de nieuwe gebouwen hebben hoofdzakelijk
een utilitaire funktie;
b. gedurende vele generaties zullen deze
bouwwerken t.o.v. de burgers van Leeuwar
den dienst moeten doen;
c. de omgeving van deze nieuwe gebouwen
bevat veel stijlvolle, waardevolle elementen,
die door de nieuwbouw niet overvleugeld
zouden moeten worden, maar veeleer zou
het een het ander moeten onderlijnen.
Ou die manier kan dit nieuwe plan een waar
devolle bijdrage leveren tot een goed centrum,
dus een centrum dat levend en bruikbaar is.
Eindhoven. Mej. T. OOSTERBAAN.
1. Het stadhuis blijve in het centrum van de
stad.
2. Het schetsplan, voorkomende op blz. b van
de Leeuwarder Gemeenschap januari 1968,
geeft ons aanleiding tot enige opmerkingen.
Bezuiden „oud" wordt geprojecteerd nieuwe
raad- en trouwzaal.
Ten oosten van „oud" is gepland nieuwe secre-
tarie.