Stadhuis voor binnenstad behouden
(VERVOLG INGEZONDEN)
Voor beide nieuwe delen wordt de ingang
(hoofdingang natuurlijk en natuurlijk ook mo
numentaal) geschetst aan de zijde van het
Auckamaplein. Dus worden de beide gevels
waarin deze ingangen zijn opgenomen ook de
hoofdgevels van het nieuwe stadhuis, dat zijn
achterkant keert naar het Hofplein.
En in die achterkant bungelt dan als aanhanq-
sel het deel „oud".
Dat alles is wel prettig voor de architect die
tot opdracht zal krijgen om een plan uit te
werken. Rondom het Auckamaplein kan hij
naar eigen smaak iets geheel nieuws ontwer
pen dat hem tot voldoening en hopelijk tot eer
en roem kan strekken. Wanneer hij het oude
stadhuis maar laat bestaan is hij verder vrij
om van de rest iets moois te maken.
Het oude deel is dan een museumstuk op het
stille, oude Raadhuisplein.
Wij bevelen aan:
1. te verwisselen de onderdelen nieuwe secre
tarie en nieuwe raadzaal en trouwzaal;
2. voor de nieuwe raad- en trouwzaal de
hoofdingang te projecteren in de noord
gevel;
3. bij de opdracht aan een architect de eis te
stellen dat de nieuwe hoofdingang en gevel
aan de noordzijde organisch en in stijl zul
len aansluiten bij het deel dat als „oud"
wordt aangeduid.
Dan blijft het Gouverneursplein met Wilhelmi-
naboom, met Us Heit, met woning van de com
missaris der Koningin, met Oranjebierhuis, met
Raadhuisplein en verschillende daar aanwezige
aardige gevels, een levend geheel en wordt
dit niet gedegradeerd tot (verontschuldig de
uitdrukking) een stil, verlaten museumpleintje,
waar het nieuwe stadhuis zijn gat naar toe
keert.
Toen het stadhuis in Leiden na de brand werd
herbouwd, is ook aan Breestraatzijde de oude
luister hersteld, terwijl aan de Aalmarktkant
(zijde noord) een nieuwe opzet tot stand kwam.
Tenslotte, wij vragen ons af: Speelmansstraat:
parkeerterrein 125 auto's garage voor 125
auto's. Wat dunkt u van de toegangen? Naar
onze indruk zijn verschillende te nauw.
Mr. J. BEST.
In de eerste plaats is mijn overtuiging dat het
stadhuis voor de binnenstad behouden moet
blijven zo lang er nog één argument voor zou
zijn. Uitbreiding, zoals van gemeentewege ge
schetst werd in uw blad, heeft mijn instem
ming, vooral omdat dit plan in bijvoorbeeld
10 jaar te realiseren valt.
Wil men toch verplaatsen dan komt naar mijn
mening het terrein van de gevangenis in aan
merking.
Om het stadhuis, zoals het er nu staat, wat
beter te kunnen bereiken, leek het me geschikt
om een doorbraak te maken via de beide scho
len aan het Raadhuisplein, St. Anthonystraat,
dan een ruime Bollemansteeg, dwars door de
huizenrij in de Grote Kerkstraat naar de Groe-
neweg, die een toekomstige grote straat wordt
De bebouwing aan de Klokstraat voegen bij
het stadhuis, maar de begane grond voorzien
van dagwinkels, restaurant e.d. en een onder
doorgang naar de St. Jacobsstraat. Arcade met
luifel om het plein. De bovenverdiepingen
kunnen dan door de gemeente gebruikt wor
den.
De toegang naar het Auckamaplein via Grote
Hoogstraat iets ruimer, al moet dit een straat
zijn verboden voor auto's en dus niet te breed.
Tussen Beijerstraat en Kleine Hoogstraat de
Boven: Dit is een toto van het huidige Salonorkest Sinnema,
die op 29 januari j.l. werd genomen tijdens een uitvoerinq in de
be/aardensocieteit in het voormalige Nieuw Stadsweeshuis. De tegen
woordige dirigent, de heer H. J. J. F ijlstra, leidt het orkest nu al
weer ettelijke jaren. De doelstelling bleel al die vijftig jaren dezelfde-
spelen voor eigen plezier als amateurs en optreden voor wie het
maar horen wil.
lag. 13: Een foto uit 1923, waarschijnlijk genomen in Zalen Schaal.
De toenmalige Kamermuziek Vereniging bestond uit, van links naar
rechts op de voorgrond: R. J. Sipkens, R. Wolthof, Bertus Bakker
(nu eerste fluittist in het Arnhems Orkest), Van der Burg, Nuyen,
Lemstra, een onbekende juffrouw, dirigent Leendert Sinnema, Haar-
sma, Job Sytsma, L. Verbeke en Habekotté. Op de achterste rij van
links naar rechts: Hoekstra, J. P. Heyneker, Van der Zee, weer een
onbekende juffrouw en slagwerker Jelle de Jong.