Maak van oud stadhuis maar politiebureau pu jaar lSalonorkest \Sinnema Een halve eeuw orkestmuziek, puur voor het genoegen. Dat zou de ondertitel kunnen zijn voor het Salonorkest Sinnema, dat op 5 april z'n vijftigjarig bestaan gaat vieren met een jubileumconcert in Zalen Schaaf. Een concert, dat gegeven wordt voor elke Leeuwarder, die het orkest wel eens heeft horen spelen. En wie heeft dat niet? Immers, alle schoolkinderen van de openbare lagere scholen zullen zich de muziek nog herin neren, die uit de orkestbak van „De Harmonie" opklonk bij de opvoering van het jaarlijkse Sint Nicolaassprookje. Muziek, die in de eerste plaats ten gehore werd ge bracht omdat de orkestleden het zelf zo graag wilden. Het Salonorkest Sinnema is na melijk van zijn oprichting af, in het voorjaar van 1918, een amateurorkest in optima forma geweest. De leden betaalden contributie, brachten hun eigen instrumenten mee en kwamen steevast één keer in de week bij elkaar om te repeteren. Tal van uitvoe ringen werden er sinds de oprichting gegeven. Voor iedereen die het orkest maar wilde horen, trad men op. Een vaste uitvoering was in die beginjaren hun optreden bij de Arbeiders Toneelvereniging „Ontwikkeling" en later werd het begeleiden van de Sin terklaassprookjes traditie. Het, als „Kamermuziekvereniging" opgerichte, orkest heeft in de eerste 25 jaren van zijn bestaan Leendert Sinnema als stuwende dirigent gehad. Deze schreef de arrange menten van de lichte klassieke muziek en de ouvertures van operettes en walsen. In de tweede wereldoorlog kwam Sinnema in Duitsland om. Als postuum eerbetoon aan hun vroegere leider werd de „Kamermuziekvereniging" omgedoopt in „Salonorkest Sinnema" en het bezit onder die naam nog steeds een grote bekendheid. Concurrentie kreeg het orkest in de jaren twintig van het „Symphonie Orkest Leeuwarden", het latere Frysk Orkest. Niet omdat men elkaar concurrentie aandeed op het toneel, maar omdat nogal wat van Sinnema's orkestleden een part-time job bij het stedelijk orkest kregen en zo voor het amateurorkest van Sinnema verloren gingen. Een foto uit die vroegste jaren vonden we nog bij de weduwe Sinnema en bij een van de vroegere orkestleden, de heer R. J. Sipkens in Sneek. Oud en nieuw drukken we hierbij af als huldebetoon aan de vijftigjarige. bebouwing laten bestaan, zij het een bredere Kleine Hoogstraat en een betere toegang tot de Speelmansstraat. Wat het parkeerterrein betreft voor de 275 auto's leek het me geschikt om hier een groot bejaardentehuis te bouwen over de auto's heen. De kamers hebben dan uitzicht over de stad. Juist voor bejaarden is het prettig om niet steeds een bus te moeten nemen om in de stad te komen. Het komt me voor dat ook tegengegaan moet worden het ontvolken van de binnenstad, dus op meer punten van de binnenstad verzorgings flats, woningen voor alleenstaanden enz. Het is broodnodig dat alle opengevallen gaten in de binnenstad zo spoedig mogelijk met hui zen gevuld worden en dat „Monumentenzorg" niet verstikkend gaat werken. G. MIEDEMA. 1. Het stadhuis behoeft niet te blijven waar het nu is. Ik geef de voorkeur aan een ge heel nieuw stadhuis, dat ook voor de toe komstige eeuwen geschikt moet zijn. M.i. is het voorgestelde plan een gepruts waarvan de kosten niet te voorzien zijn bij ver bouwing stuit men immers altijd op onver wachte dingen. Waar moet het nieuwe stadhuis dan komen te staan? In het artikel worden reeds enige plaat sen genoemd. Naast Rengerspark-Bleekerstraat lijkt mij wel een mooie plaats. Verder meen ik dat ook in aanmerking komt St. Jobsleen-Boterhoek. Alle oude rommel daar opruimen, dan lijkt er mij voldoende ruimte en diepte te zijn en bovendien midden in de stad en langs de Groeneweg een goede toegangs route. Eventueel achter de Prinsentuin terug. De jonge echtparen kunnen dan daar ook nog een leuke trouwfoto maken. Overigens meen ik dat b. en w. wel in staat zijn een plaats te vinden die geschikt is. Wat doen we met het oude? Wel, het politie bureau kan er weer heen. Dat geeft een mooie centrumfunktie, immers velen moeten daar hun 10,— offeren voor te lang parkeren. We weten allemaal dat de politie daarin zeer aktief is. Verder is er misschien een mogelijkheid voor de Fryske Akademy. De kantoorruimte (Bearda) is wel te verhuren of te verkopen. Er is wel behoefte aan kan toorruimte in Leeuwarden. 2. Voor het winkelcentrum maakt het m.i. weinig uit dat het stadhuis op de oude plaats blijft als er aan deze plaats een an dere centrumfunktie wordt gegeven (be- lastinginspektie?). Dit zijn de gedachten van een leek. Indien tot nieuwbouw 'wordt besloten, kan misschien de 300.000,bespaard worden welke nu nodig is voor oververplaatsing van het kantoor van de gemeenteontvanger e.d. Overigens meen ik dat het artikel in de L.G. niet geheel juist was. Er staat steeds „burge meester en wethouders". Ik meen dat er een wethouder voor nieuwbouw is. Dit wordt ner gens genoemd. Ik wens de raad veel wijsheid toe; maar zie niet achterom doch vooruit. P. FOKKEMA. Niet alleen daarin - red. L.G. Er is een wethouder van Ruimtelijke Ordening, maar burgemeester en wethouders brengen de voorstellen in de raad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 13