Horeca- en Bakkerij vakschool 14 nu nog een grote productie en dat zal ook wel in de toekomst zo blijven, maar volqens mij neemt de „warme bakker" hand over hand toe. De mensen worden kritischer op het dagelijks brood en dat is in de grote steden al duidelijk te zien. Ik geloof, dat we er hier in het noorden ook wel naar toe gaan dat de mensen zelf in de winkel op de hoek brood gaan halen en dan keuze hebben uit een grote verscheidenheid. Al die soorten leren de jongens hier op school maken. Aan een fa- brieksprogramma wordt hier niet gedaan." En de toekomst van de kelner? „Evenals in het bakkersvak is er in de horecasector ook geen werkloosheid. Jongens van deze school zullen dus overal terecht kunnen. Maar er is personeel met een goede opleiding nodig. Een kelner moet plooibaar zijn, maar niet over dreven ondergeschikt en uit op fooitjes. Hij moet alle situaties het hoofd kunnen bieden en dat vereist een goede opleiding." En als een kelner per ongeluk nu een kopje koffie of een bord soep over het zondagse pak van een klant gooit, wat moet hij dan doen? „Ja, zoiets overkomt iedereen in zijn loopbaan wel eens. Op school heeft een van de jongens eens een krabcocktail over de broek van een leraar uitgestort. Dat is natuurlijk sneu. Als kelner moet je dan je verontschuldigingen aanbieden en alles doen om de schade te her stellen. Het bedrijf zal onherstelbare schade moeten vergoeden. Maar je moet sportief blij ven als klant. Zoiets gebeurt nu eenmaal niet opzettelijk. Verder brengen we de jongens bij, dat ze gast heer moeten zijn. In de breedste zin van het woord." Voor enkele Leeuwarders is straks aan den lijve te ondervinden wat de jongens er zelf van vinden. Jongenswerk straks nog, maar toch al werk van jongensspecialisten en er zal altijd een leraar op de achtergrond staan om te voorkomen, dat het biefstukje aangebrand op tafel komt. Daar is het een school voor. Er staat binnenkort een nieuwe fase voor de deur. Het schoolse element bij de bediening zal door wat meer realiteit worden vervangen. Daarvoor zullen over een paar maanden 24 Leeuwarders op school worden uitgenodigd om tegen vergoeding van de grondstoffenprijs eens per week een warme lunch te komen gebrui ken. In het lesrestaurant van de school kun nen de leerlingen van de koks-kelner-afdeling hun kunsten botvieren op een groep „echte" gasten, die ze volgens de regels zullen moeten voorzetten, wat er in de moderne keukens wordt gebrouwen. Is dit gebaar van de school tegenover een aan tal Leeuwarders als vriendelijke geste bedoeld? „Nee," zegt directeur Heida, „het is puur eigen belang. We hebben gasten nodig om inhet lesrestaurant van de school een realiteit te scheppen, die overeenkomt met een echt res taurant. Daarin moeten de jongens straks ten slotte werken en niet voor leeftijdgenootjes." Die gasten zullen alleenwonende stadgenoten zijn, die anders hun maaltje thuis klaarmaken en nu eenmaal in de week de gelegenheid krij gen op deze vakschool een voortreffelijke maaltijd te gebruiken. Ook nu al worden er op school, in de keuken bereide, maaltijden genuttigd, maar dan door de leerlingen zelf. Bediening aan schoolgeno- ten loopt echter vaak uit op gek doen, terwijl de leerlingen van de koks-kelnercursus juist de bediening moeten leren zoals die, tot in de puntjes, behoort. De andere leerlingen wil de heer Heida ook de etiquette van een goed voor ziene tafel bijbrengen. De directeur wil eigenlijk nog veel meer. Hij wil graag dat zijn school de leerlingen opleidt in het „consumptieve" vak. Daarmee bedoelt de heer Heida alle facetten van het koken, het bakken, maar ook van de bediening. Hij wil graag dat de leerlingen van de bakkerijafde ling ook veel afweten van wat koks klaarsto- ven en dat kelners de meeste problemen van de koks kunnen doorzien. Alleen dan krijg je een vakman, die zelf precies weet hoe te wer ken, maar die ook beseft wat de moeilijkheden zijn van mensen, met wie hij nauw moet sa menwerken. Leerlingen van cle Bakkerij- en Horecavakschool in actie in de zogenaamde warme keuken. De outillage is uiterst modern en de leerlingen worden hier ingewijd in de fijnste culinaire kneepjes. De nieuwe Horeca-wet is er door, maar voor Leeuwarden is er op één punt niets veranderd: meisjes horen niet in de bediening. Daar komt tenminste ongeveer het raadsbesluit op neer, waarin de gemeenteverordeningen voor de horecawet zijn vervat. Maar hoe staat het eigenlijk met de meisjes zelf? Willen die wel zo graag in de bediening? We hebben in Leeuwarden in ieder geval één goede graadmeter. Dat is de Bakkerij- en Horecavakschool, het splinter nieuwe schoolcomplex aan de Prinsessenweg, waar koks-kelners hun beroeps opleiding kunnen krijgen. Daarvoor is het animo van de meisjes niet groot. Uitgerekend twee zijn er in dit cursusjaar ingeschreven. Directeur F. Heida ziet het ook niet, meisjes, die met borden soep, pilsjes en complete maal tijden door de drukte van een restaurant ren nen: „Het is een typisch mannelijk beroep. Men heeft het druk, de kelner moet snel en accuraat kunnen werken en daarbij een goede service verlenen. Voor jongens is het een echt beroep, waarvoor een degelijke schoolopleiding nodig is. Voor jonge meisjes is het wel aardig om eens in zo n zaak te werken, maar als ze aan de beroepsstudie beginnen, dan doen ze er niets mee. want als ze klaar zijn gaan ze trouwen." Bij aanvragen om toelating voor de school (en dat zijn er meer dan in deze vakschool voor de drie noordelijke provincies een plaats kun nen krijgen) laat directeur Heida jongens pre valeren boven meisjes. De aanvraag van vrou welijke kant is trouwens niet zo hoog. De twee meisjes tussen al die jongens (het zijn er zo n 150) voelen zich er overigens wel thuis. Deze splinternieuwe vakschool heeft dan ook veel aantrekkelijks voor jonge mensen. Hij vindt op dit moment de opleiding van bij voorbeeld banketbakker nog wat te eenzijdig. Dat is ook de reden, waarom de heer Heida de driejarige cursus graag zag uitgebreid met een vierde leerjaar. Een andere reden voor zijn wens van een vierjarige cursus is, dat de leer lingen dan precies tot hun 16de jaar op school zijn en dat is gelijk aan de leerplichtige leef tijd. Nu levert de school de 15-jarige na een examen af, die eigenlijk niet de praktijk in mag. Hij zou dan het specialiseren in een bedrijfstak willen uitstellen en de keus pas na twee jaar willen laten doen inplaats var. na één. Een bredere basis dus, in welke mening directeur Heida verschilt van het horecabedrijfsleven. Maar met de praktijk heeft de school nog wel wat meer verschillen. In de bakkerijklassen wordt opgeleid voor banketbakker en brood bakker en niet voor vaklieden in een brood fabriek. De heer Heida zegt: „Broodfabrieken maken

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 14