Fa. Adema 's Bouwbedrijf L.DEVR ES In het warmtecentrum wordt U Warmtewijzer warmtecentrum Friesland nv Houtzaagmolens jMr BUNGALOWBOUW VERBOUW Verlengde Schrans 74 - Leeuwarden - Telefoon 20014, b.g.g. 26938 ONDERHOUDSWERK 7 Nabestaanden hebben nog wel getracht het bedrijf voort te zetten (zijn enige zoon zag e' geen licht in en is trouwens vroeg over leden). Het werd geprobeerd door twee doch ters en de boekhouder. Dit was in die tijd een revolutionaire zaak, want vrouwen ston den toen geheel buiten het zakenleven. Het is niet doorgegaan, daar de economische vooruit zichten niet best waren. Ondernemingslust had den de dames wel. De fabriek wordt in 1895 verkocht en het ge hele complex is verdeeld in een aantal „per- ceelen". Zo wordt Lourens van der Mey, steen fabrikant te Berlikum, eigenaar van een stuk kleiland onder Franeker; een deel van de ge bouwen, inclusief de ringoven, gaat naar de firma Poppe en Co., steenfabrikanten te Zwolle. De rest van het tichelwerk wordt gekocht door Alexander Brenninkmeyer, „lapkekoopman" te Sneek, die als gemachtigde optreedt voor Jo hannes Bernardus Poppe te Zwolle en Berend Jan Stegeman jr. te Deventer, beiden steenfa brikanten. Steenfabrikanten zijn nu wel eige naar, maar een bedrijf „op afstand'' besturen zal toen nog veel moeilijker geweest zijn dan in de tegenwoordige tijd. Hoe het zij, op 1 mei 1903 wordt de firma Poppe en Co. omgezet in een naamloze vennootschap. Het wordt de N.V. Stoomsteenfabriek „Schen kenschans", gevestigd te Leeuwarden. Gebou wen en installaties worden ingebracht door de hiervoor genoemde Brenninkmeyer, de erven Poppe en B. J. Stegeman. Onder de aandeel houders is ook Andreas de Vries, met twintig aandelen, die tevens tot directeur wordt be noemd. Hiermede doet een vakman zijn intrede op de steenfabriek, maar hij woont er ook. Andreas de Vries was een telg uit een oud geslacht van dakpannenfabrikanten. Zijn overgrootvader Jan Foekes (de Vries (1768-1845) was dakpannen- fabrikant te Makkum. Een zoon, Lieuwe Johan nes, kocht een dakpannenfabriek te Huins, maar ging later weer terug naar Makkum om zijn /ader op te volgen. Korte tijd later is het pan- werk te Huins afgebroken. Een zoon van Lieuwe Johannes, Wietze Lieuwes de Vries (1842-1912) zocht en vond expansie op Schenkenschans; eerst als kalkbrander en later als handelaar in bouwmaterialen en uit dit geslacht kwam zoon Andreas de Vries voort, de eerste directeur van de steenfabriek Schenkenschans. Evenals op een aantal andere steenfabrieken, bestond er een oud gebruik bij de aanvang van de zomercampagne. Op Schenkenschans ging het aldus: de eerste met de hand gevorm de en nog ongebakken steen kwam ter beschik king van het personeel. De steen werd ver sierd met bloemen en door de jongens (afdra- gers) aan burgers en winkeliers getoond, waar bij dan in 't bijzonder de laatsten niet onge negen waren een kleinigheid te geven van wege de klandizie. Het verzamelde geld werd in een kruik jenever omgezet en eerst dan kon de campagne beginnen. Oorspronkelijk was de steenfabriek alleen uit gerust met een veldoven met een capaciteit van 1 a lVs miljoen stenen per jaar. De gemid delde personeelsbezetting was ongeveer 36 ar beiders, te weten: 3 kleigravers, 6 kleiaanvoer- ders, 3 kleitoebereiders, 3 kleikruiers, 3 steen vormers, 3 „slagers", 3 nattesteenverzorgers, 6 steenbereiders (vrouwen) en 6 steendragers (jongens). Tijdens of al voor het beheer van de firma Poppe en Co. te Zwolle, werd de fabriek uit gebreid met de hiervoor al genoemde ringoven, AA Zuiderplein 35. Leeuwarden - Tel. 26041 SHV energiegroep een (toen) modern en beter produktieproces, waardoor de capaciteit werd opgevoerd tot 2 a 3 miljoen stenen per jaar. In 1920 kwam er nog een nieuwe veldoven bij, doch deze werd enige tijd later weer afgebro ken, maar door een verbouwing en uitbreiding van de bestemde ringvorm kon de productie worden opgevoerd tot 4 a 5 miljoen stenen per jaar. De steenfabricage was nogal arbeids intensief en het personeel werd in de loop der jaren ook aanzienlijk uitgebreid. Bij het overlijden in 1935 van Andreas de Vries, was de productie 5 miljoen stenen per jaar; het was nog steeds seizoenarbeid en gedurende de campagne werkten er meer dan 100 arbei ders, een aantal dat gedurende de wintermaan den tot minder dan de helft moest worden in gekrompen. Onder directie van de beide zoons A. D. en J. L. de Vries, werd het bedrijf voortgezet, en zij gingen in het voetspoor van hun vader verder, dat wil zeggen: de nieuwste ontwikke lingen in de steenindustrie toepassen. De capa citeit kon dientengevolge worden opgevoerd tot 6 miljoen stenen per jaar. Het bedrijf kwam nagenoeg zonder kleerscheuren door de oorlog 1940-1945 heen. Al vrij spoedig daarna kwamen er vernieuwin gen en uitbreidingen, zoals een volautomati sche steenpersinstallatie (1949), uitbreiding en vernieuwing van droogloodsen. In 1954 werd begonnen met de bouw van een kunstmatige drogerij en de ovencapaciteit werd vergroot van 16 naar 20 kamers. De productie werd opgevoerd tot 8 miljoen stenen. Er was nog altijd een grote behoefte aan stenen. In 1960 trad J. L. de Vries uit de directie, waarna hij naar Maastricht vertrok (ook weer in de steenindustrie). De modernisering en automatisering gingen door. Het jaar 1964 werd een belangrijk jaar: er kwam een tweede kunstmatige drogerij bij en een fabriekshal met een tweede automatische steenpersinstallatie. Tegelijkertijd werd het transport gemechani seerd. Dit betekende het laatste jaar als sei zoen bedrijf. In dezelfde tijd kwam er nog een primeur, namelijk het stoken van de ovens met aardgas. De personeelsbezetting bedraagt nu ongeveer 40 man en door nog een verdere mechanisatie zal dit kunnen dalen tot ongeveer 32: een nog kleinere personeelsbezetting dan in de vorige eeuw bij de aanvang van het bedrijf. De productiecapaciteit steeg tijdens het meer dan honderdjarig bestaan echter van 1 l'/s miljoen naar.... 10 miljoen! Alarmerende berichten in de pers over sane ring in de steenindustrie zullen op „Schenken schans" niet van toepassing zijn. L. KAMMINGA In het decembernummer over de hout zaagmolens, werd in de aanhei mel ding gemaakt dat er in Leeuwarden in de vorige eeuw vier houtzaagmo lens waren. Dat moet zijn vijf. Ver zuimd werd de houtzaagmolen te ver melden die gestaan heelt op Camstra- buren op de hoek van de Houtstraat, op de plaats waar nu het houtwaren- bedrijf van de firma Miedema en Zn. is gevestigd, van oorsprong een pomp en mastmaker/). Deze houtzaagmolen werd gesticht door Jacob Romein (1791-1842), van oorsprong een timmerman-aannemer, later „houtcooper", die veel werk voor de gemeente uitvoerde, vooral bruggenbouw. Deze vijlde houtzaag molen werd in het jaar 1840 gesticht, Jacob Romein heeft er dus niet zo veel plezier aan beleefd, want hij overleed twee jaar later. Het bedrijf werd aanvankelijk door de weduwe voortgezet en later door de beide zoons Jildert en Jan. Jan Romein stapte op 1 januari 1879 uit de firma en Jildert werd toen alleen eigenaar. Na zijn dood, in 1882, werd het bedrijf overgenomen door een neef, Dirk Kuipers te Buitenpost. Het bedrijf te Leeuwarden werd geliquideerd, het was inmiddels al een stoomhoutzage- rij geworden en verplaatst naar Bui tenpost. De aandachtige lezer zal inmiddels ook wel ontdekt hebben, dat in het vorige artikel het onderschrift onder de foto van „De Hersteller", de hout zaagmolen van Overmeer, een druk fout is geslopen. De molen is plm. 1900 afgebroken, zoals ook in de tekst werd vermeld. L. K. Uw nieuwe fiets oi bromfiets staat voor U klaar! Uitsluitend de beste merken Gazelle Beste service Enorme keuze U is hartelijk welkom bij Honda Solex R.A.P. Puch Typhoon N. Y V- VOORSTREEK 65-67 - T. 24596 en andere fabrikaten

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 7