Eens vertroeteld door de eigenaars, nu schroot oude rommel in de rommelige restanten van een oude buurt. het niet te weten. „Jan", daarmee werd zaken gedaan, handtekeningen en kwitanties wer den bij die handel niet gebruikt. Begin van dit jaar is Jan verhuisd. Hij beschouwde de verzameling wrakken nog wel als zijn eigendom, want vlak voor zijn vertrek werd het hele zaakje, inclusief de woonwa gen, verkocht aan een paar woonwagen-be woners uit Harlingen, die als aasgieren op de achtergelaten prooi neerstreken. Stukje bij beetje worden de wrakken, of wat daar nog van over is, op een vrachtwagen gesleept en vervoerd naar een handelaar in oude metalen en waarempel men beurt zo nog een paar centen voor dit schroot. Zo wordt het autokerkhof langs de openbare straat mis schien toch nog ontruimd. Over een aantal jaren zal deze buurt van de Blekerstraat overigens toch niet meer te herkennen zijn. Misschien staat er dan wel het nieuwe stadhuis, als wethouder De Jong zijn zin krijgt, of een ander gebouwencom plex. Misschien voert er dan een grote verbindingsweg met de Dammelaan, dwars over het vroegere autokerkhof. Een modern stukje Leeuwarden zullen we dan daar vinden, waar nu nog de bestrating van de voormalige Houtstraten zich slingert langs een hondertal autowrakken. Niemand zal zich hier dan meer het dubbele beeld van onttakeling voor de geest kunnen brengen: onttakeling van een woonbuurt en ook van het glanzende blik, dat eens door trotse eigenaars werd bereden. Vandaar deze foto's, die naar wij hopen spoedig historische foto's zullen zijn geworden. Voor een eerste kennismaking kon de wereld er voor haar wel wat vrolijker uitzien

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 13