Leeuwarder* zijn de .%iu*terdjiiuiiirr* van lief noorden 14 Hoofdstationschef C. van Popering: is h dat Om gen- telt van plai mo( ze c paa blot sch; Var Ren reci dat den Dat autt jaai „Ik was nooit eerder in Friesland geweest. Ik had wel veel door Nederland gezworven, maar hier was ik nog niet eerder. Je kunt je voorstellen hoe ik Friesland leerde kennen. Het leek de pool wel. Er waaide een ijzige storm. Aan de bovenleidingen hingen lagen ij zei van 8 cm. dikte. De wissels waren volledig vastgevroren, seinen niet meer te bedienen. Het gekke was, dat het voorbij Zwolle lenteachtig weer was met zachte temperaturen. Men vroeg zich daar af, wat er in het noorden aan de hand mocht zijn, want er kwamen geen treinen meer vandaan, 's Nachts in het hotel had ik al gedacht: wat kan het hier waaien en toen ik 's morgens uit het raam van het hotel keek liep er een agent met een beremuts over de Stationsweg. Dat had ik nog nooit gezien. Ik waande me in een Russisch gebied. De meteorologische dienst van de vliegbasis voorspelde voor de middag weer regen. Dat kwam ook uit, maar toen ik mijn lange overjas uittrok, bleef die stijfbe- vroren overeind staan. Het was allemaal onderkoelde regen. Ik zal het mijn leven lang met vergeten. Later bleek dat het klimaat hier ook wel milder kan zijn. Hoofdstationschef Van Papering vertelt het verhaal van die gedenkwaardig entree in Leeuwarden in zijn werkvertrek. Een wat sombere, hoge kamer, die uitkijkt op het alleroudste gedeelte van het station: het perron, waarvan de trein naar Harlingen vertrekt. Later zegt de heer Van Popering over zijn werkkamer: „het kantoor is een stuk werkplaats, het werk is belangrijker, dan waar je zit". De heer Van Popering, die, na de op handen zijnde reorganisatie bij de Nederlandse Spoorwegen van hoofdstationschef rayon chef van Friesland wordt, kwam in 1942 bij de Spoorwegen. Zijn wens om [marineofficier te worden zag hij door de oorlog in rook opgaan. Hij was werkzaam op vier verschil lende stations voordat hij tot hoofdstations chef werd benoemd op het Amstelstation in Amsterdam. „Dat is zo'n luxe station", vertelt hij, „het werd gebouwd met de bedoeling om daar de buitenlandse treinen Amsterdam te laten binnenkomen. Voor die buitenlanders moest een mooi ding worden gezet. Ik had daar een badkamer, diie met die in het duurste hotel was te vergelijken. De hal was groot, een mooi beeld er in Luxe loketten, waar kaartjes moesten worden verkocht die even duurder waren dan die van hier naar Harlingen. Het is er echter nooit van gekomen. Er is daar zelden een buitenlandse trein langs het perron binnenge reden Toch is men nu blij dat het er staat want het Amstelstation heeft een belangrijke functie gekregen door het vervoer van de Amsterdammers zelf". Na Amsterdam werd zijn standplaats Zaandam, waar hij evenals in de andere plaatsen in het station zelf woonde „Een enorme woning. Een kamer had ik daar waarin wel een flat kon worden onderge bracht, zo groot. Honderd jaar geleden ten h (men nu eenmaal monumentale sta tions, dat is overal nog te zien. De stations chef moest bovendien bij het station wonen en de dienstwoningen waren dan ook alle maal navenant groot. In Almelo heb ik ook nog in een dienstwoning gezeten. Leeuwarden was de eerste plaats, waar ik kon omkijken naar een eigen woning. Begin '66 is men bij V Van, het idee afgestapt, dat de hoofdstationschef ook bij het station moet wonen. Dat kwam mooi uit voor mijn voorganger De Vries, die daardoor in de dienstwoning, hier verderop aan de Stations weg, kon blijven wonien". De heer Van Popering kreeg na ongeveer een nalf jaar in een hotel te hebben doorgebracht een woning aan de Mariniersespel in het L^kkumerend waar hij in het eerste jaar met het grootste plezier woonde, maar na de eS^Ïnrt^ dle -nijk ZOU hiJ «gelijk wel ?"der huia willen hebben. „Ik ben niet arpivf ltV3n b°UW daar' Je kunt wel kIu J bouwers van "aam inscha kelen, maar dat garandeert niet dat er dan ook een mooie wopnwijk te voorschijn komt. Een plan als het Nijlan vind ik veel mooier. Ik begrijp niet dat men het voorbeeld van die ^iJ'eel gr°en' veel niet heeft nieuwer^" Ul'lbreidinS' di* ™ta bene veel ,Popering kÜkt benieuwd uit AIdïan T m h6t uitbreidi"gsplan het daar SrS WOrden gebouwd. Wellicht staat ar jtraks een woning van zijn gading. Toch Leeuwarder hoofdstationschef dat hij maarPhH hf^r00"1 m Frieslands hoofdstad, maar hij heeft meer aanmerkingen. „Ik geloof W?1ülg aandacht wordt gegeven aan de zaken uit het verleden, die er in Leeuwar den erg veel zijn. Als ik over de Eewal loop en de achteruitgangen van de winkels aan de Hoofdstationschef C. van Popering van het spoorstation Leeuwarden zal zijn entree in de Friese hoofdstad nooit vergeten. Na vierentwin tig jaar Spoorwegen met het onvermijdelijke verhuizen van het ene station naar het volgende, kwam hij van het spiksplinternieuwe sta tion Almelo naar Leeuwarden. Het was 1 februari '66 dat de heer Van Popering in een Leeuwarder hotel logeerde om de volgende dag, maandag, voor het eerst kennis met zijn nieuwe werk te maken! Die maandag zette de vijfdaagse ijzelwinter in. Het eerste werk van hoofdstationschef Van Popering was constateren dat geen enkele trein kon rijden. Het verkeer, maar niet alleen dat over de ijzeren weg, was volledig lamgelegd. m

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 14