COMMISSARIS VAN POLITIE A. HOUWING GAAT MET PENSIOEN 3 Maandblad, onder auspiciën van de stichting „Leeuwarder Gemeenschap 17e jaargang no. 6 juni 1968 Redactiecommissie: Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling H. Kingmans Pastoor H. W. Dijkman O.P. J. T. Vellenga Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203 Adres administratie: Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047 Redactie: Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141 Abonnementsprijs 3,00 per jaar Gironummer 809910 ten name N.V. Erven Koumans Smeding, Leeuwarden Dit wordt een moeilijk stukje, want het gaat over het aischeid van de commissaris van poli tie, de heer A. Houwing, die op 1 juli met pensioen uit de dienst van de gemeente vertrekt. Moeilijk, omdat de heer Houwing sterk gekant is tegen elk uiterlijk vertoon bij dit aischeid en daaronder ressorteert ook het schrijven over zijn persoon in kranten oi tijdschriften. Nu zijn wij, als gezagsgetrouwe burgers, gehouden de overheid te gehoorzamen en er in ieder geval voor te zorgen, dat de overheid onkundig blijit van onze misdragingen. Dat geldt wel zeer in het bijzon der voor een commissaris van politie, die Het Gezag in de meest directe zin vertegenwoordigt. Niettemin, het moet ervan komen, want het afscheid van een commissaris van politie kan niet ongemerkt voorbijgaan, vooral wanneer deze commissaris, zoals in het geval van de heer Houwing, kort na de oorlog in deze func tie is benoemd en dus de hele na-oorlogse ont wikkeling heeft meegemaakt op een post, die hem voortdurend heeft geconfronteerd met de menselijke „handel en wandel", individueel en collectief. Hoge politiefunctionarissen in an dere steden hebben het daar moeilijker mee gehad dan de Leeuwarder commissaris van po litie. Dat ligt wellicht aan het verschil in men taliteit van de bevolking, maar het moet ook wel voor een deel teruggebracht kunnen wor den tot het politiebeleid. Onrust hebben we ook hier gekend en het indammen daarvan was in de eerste plaats een taak van de politie. Men kan daarover diepzinnige verhandelingen houden, die zo diep graven, dat men er op het niveau van de dagelijkse werkelijkheid niets meer van kan bespeuren. Men kan ook een paar simpele praktijkvoorbeelden nemen en dan hopen, dat daar iets uit blijkt over de Leeuwarder politie en zijn commissaris. een paar luidruchtige jongelui in de richting van de Waag, waar het rustig was. Hij deed dit zonder bars bevel, maar met de simpele aanbeveling: „En nou mar naar moeke toe..." De jongens gingen; ze dropen af, na dit huise lijke, vaderlijke vermaan, waartegen ze weer lozer waren dan tegen een op barse toon uit gesproken bevel. Met de verwijzing naar „moe ke" werden ze zo klein gemaakt als ze in wer kelijkheid waren. Enige jaren later hadden we op de Nieuwestad een draaiorgelconcours. Het publiek werd sa mengebracht op het trottoir en de orgels ston den'op de rijweg. In de dicht opeengepakte menigte was een aantal jongens wel bereid wat kwalijke wanorde te veroorzaken, maar lang duurde het niet. De politie greep fel, snel en doeltreffend in en zo raakte de aardigheid er voor de onruststokers gauw af. Bij het con cours was aanwezig mr. R. de Waard, onze na tionale „pierementoloog" en rechter in de Am sterdamse rechtbank. In deze laatste kwaliteit kon hij wel een oordeel geven over het Leeu warder politieoptreden en hij prees dit als re soluut en doeltreffend. Hij trok zelfs een voor Leeuwarden zeer vleiende vergelijking met het Amsterdamse politiekorps. ten dele wordt beïnvloed door de leiding, hoe strak deze ook mag zijn. Het is van de heer Houwing niet te verwachten, dat hij elke be keuring van de afgelopen 22 jaren persoonlijk voor zijn rekening neemt. Evenmin trouwens als elk pardonneren van een overtreding. Een agent die na het nuttigen van een smakelijke maaltijd de straat opgaat is milder gestemd dan zijn collega, die het huis verlaat na een fikse ruzie met zijn vrouw. Daarvan kan men als overtreder te ener zijde profiteren, te anderer zijde de nadelige invloed ondervinden. Maar men heeft er noch baat bij, noch last van, in dien men geen overtreding begaat. En deze laatste gedachte lijkt ons zeer specifiek bij de heer Houwing te passen. De heer Houwing was als commissaris van po litie een man van strakke rechtlijnigheid, naar binnen en naar buiten. Hij heeft verder zijn na tuurlijk flegma bij het Leeuwarder politiekorps ingedragen. Hij was geen man die zich opwond, boos maakte of onder penibele omstandigheden tekenen van nervositeit vertoonde. Een man van weinig woorden en die weinige woorden waren nooit harde woorden. Maar juist tegen die kwasi-gemoedelijkheid waren de meesten minder goed bestand dan tegen een bulderende uitval. Je wist vaak niet precies hoe je het had met de heer Houwing. De heer Houwing wist daarentegen altijd heel precies hoe hij het had met degenen, die onder zijn ogen moesten verschijnen. Het onderwereldje van Leeuwar den weet daar wel van mee te praten. Zo, dat moest dan maar even gezegd worden bij het afscheid van de heer Houwing. De schei dende functionaris zal het misschien niet op prijs stellen, maar men kan nu eenmaal niet meer dan twintig jaar ongestraft commissaris van politie zijn en dus bij aischeid journalistiek buiten schot blijven Het startsein voor veel jeugdrumoer was, nu zo n vijftien jaar geleden, de vertoning van de film „Rock around the clock", een onbenullig werkje, dat evenwel niet naliet veel opwinding te veroorzaken onder de bioscoopbezoekers, die, eenmaal buiten het theater gekomen, hun brooddronkenheid de vrije teugel lieten. Het was op een dezer avonden dat de commissaris van politie persoonlijk aanwezig was om aan wijzingen te geven. De heer Houwing stond op de hoek van de Nieuwestad en de Wirdumer- aijk, het brandpunt van de strijd, en verwees De heer Houwing heeft er nooit twijfel over laten bestaan, dat een politiekorps slechts goed kan functioneren onder een strakke, eenhoof dige leiding. Die leiding is van hem uitgegaan en we vinden deze weerspiegeld in het optre den van de politie, zoals dit zich na de oorlog heeft gemanifesteerd. Bij de beoordeling daar van moet men natuurlijk in aanmerking nemen, dat elke individueel optredende politieman zijn eigen mentaliteit meedraagt, die slechts

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 3