EXTRA
TREIN
REED
NAAR LI
EEN
V'
„Meester" J. van Barneveld uit Zwolle had op 2 september, 's morgens om 11.35 uur, de
eer op het Leeuwarder station de extra-trein tot stilstand te brengen waarin, onder vele
anderen, zijn hoogste baas ir. J. Lohmann, president-direkteur der Nederlandse Spoor
wegen, was gezeten. Ir. Lohmann en zijn vrouw waren in Utrecht ingestapt voor dit
„dagje-uit" naar de Friese hoofdstad. Zij ontmoetten daar meteen een keur van Haagse
prominenten, mitsgaders het voltallige college van b. en w. van Leeuwarden, dat de avond
daarvoor onder aangename kout naar Den Haag was gereisd, om de andere ochtend
om 8.29 uur van het station Staatsspoor met de trein te kunnen meereizen. Burgemeester
Brandsma gaf daar op het perron, getooid met rode pet en voorzien van de „panne-
koek", het officiële vertreksein en reken maar dat de trein er toen rap vandoor ging.
Het laatste stukje van de reis, van Heerenveen
naar Leeuwarden, mochten we, met hogere
goedkeuring van de N.S. en na het tekenen
van een verklaring dat alle aan dit avontuur
verbonden risico's voor eigen rekening waren,
in de bestuurderscabine meerijden, naast de
heer Van Barneveld, die de bedieningsorganen
van de locomotief onder zijn beheer had. Men
hoeft om de trein te laten rijden niet veel meer
te doen dan draaien aan een wieltje. De van de
bovenleiding overgenomen electrische stroom
doet dan de rest. Machinist Van Barneveld be
hoort tot de „oude garde" van het spoor; hij
heeft nog op stoomlocs gereden. Dat was na
tuurlijk wel iets anders en naar men zegt was
het veel romantischer. De heer Van Barneveld
maakt evenwel niet de indruk nog dagelijks de
tranen in de ogen te hebben uit smart over het
verlies van de stoomtractie. Op de bestuurders
plaats zit men hoog en aan alle kanten beschut
boven de rails, die met gonzende regelmaat
onder de trein doorglijdt. De signalen staan
braaf op veilig en tot in de verste verte is niets
te zien dan de glimmende staven van de ijze
ren weg. Een tegenliggende trein houdt zich
netjes aan de afspraak op het andere spoor te
rijden. Het is wel iets anders dan de autoweg
met zijn steeds wisselende situaties en de ge
dragingen van de andere weggebruikers, waar
van men slechts het beste kan hopen. Spoor
wegen zijn inderdaad veilige wegen. Dat con
stateert men nooit beter dan voorin de locomo
tief. Maar een eindje voor ons rijdt een auto
nog net even over een overweg, naar aange
nomen mag worden door het rode licht. Het is
nog te ver weg voor de traditionele doodschrik
van elke treinbestuurder. Het kan nog wel.
Maar als het toevallig eens een keer niet kan,
dan wordt zon auto door de tonnenzware
massa van de aanstormende trein vermorzeld
als een graankorrel door een molensteen. De
trein heeft een remweg van meer dan 300 meter
en daar is dus binnen gezichtsafstand geen
houden aan. Voor de bestuurder blijft dan niets
anders over dan uitwijken naar het gangetje.
Remmen doet een onbestuurde trein automa
tisch (dodemanshandle), dus daar hoeft hij niet
voor te zorgen.
voorzien van automobielen, waarmee we niet
naar behoren kunnen rijden, omdat de uitbrei
dingen van ons wegennet geen gelijke tred
heeft gehouden met de toeneming van het ge
motoriseerde wegverkeer. En dat is, simpel ge
redeneerd, weer een gevolg van het financiële
feit, dat we met elkaar liever steeds meer auto's
kopen dan steeds meer wegen laten aanleggen.
Het is allemaal zeer gecompliceerd en daar
komt nog bij, dat de vroegere treinreizigers nu
in groten getale autorijders zijn geworden. Er
moet geld bij de spoorwegen en wie moet dat
betalen? Zeer juist: wij met elkaar. Vroeger
hielden we de treinen op de baan door spoor
kaartjes te kopen, nu door belastinq te beta
len.
Betekent dit alles, dat staatssecretaris M. J.
Keyzer van Verkeer en Waterstaat, president-
direkteur J. Lohmann van de N.S. en burge
meester J. S. Brandsma van Leeuwarden in
droef gepeins bijeenzaten in de extra-trein naar
Leeuwarden? Geenszins, zo mochten wij con
stateren. Er kon heus wel een lachje af en het
werd eerst recht gezellig in de trein, toen in
Zwolle een aantal Leeuwarder vertegenwoordi
gers van handel en nijverheid instapte en van
Zwolle af op elk station de besturen der aan
liggende gemeenten zich bij het gezelschap
kwamen voegen. We mogen bovendien niet
onvermeld laten, dat in de trein de volgende
Me/'. Jeanne Vollemans uit Utrecht trad op
2 september voor het eerst op als „spoorweg
ambassadriceIn de raadzaal ontving zij bloe
men van burgemeester Brandsma.
We gaan nu een kijkje nemen in de trein,
samengesteld uit het modernste materieel, dat
aan de buitenkant van reclameborden is voor
zien. Aldus kan de roem van verschillende
handelshuizen door heel het land worden uit
gedragen, ter vermeerdering van de omzet van
de desbetreffende produkten en ter verminde
ring van de tekorten van de Nederlandse Spoor
wegen. Mochten we al feestelijk en rijdend bij
een zijn ter gelegenheid van het honderdjarig
bestaan van de spoorverbinding Leeuwarden
Zwolle (nauwkeuriger: de spoorlijn Leeuwar
denHeerenveen) toch was er plaats genoeg
voor een droeve ondertoon bij dit jubileum.
Het gaat niet zo best met het spoor, sinds wij
Nederlanders ons in gehaast tempo zijn gaan
Ir. J. Lohmann, de president-direkteur van de
N.S. werd bij het verlaten van de Provinciale
Bibliotheek op de voet gevolgd door ir. J. B.
Ritzema van Ikema, president-direkteur van de
Coöperatieve Condenslabriek Friesland en van
de Frico. Beiden waren deze middag als spreker
opgetreden.