kR LEEUWARDEN 7 consumpties werden geserveerd: koffie met Friese koek, stukjes kaas, Rivella, E-10, jonge en oude Bokma. In welke mate deze produkten afzonderlijk of in vereniging gezelligheidsver- hogend werkten, dat mag u zelf bepalen. Toen machinist J. van Barneveld de trein in Leeu warden tot stilstand bracht, was er alle reden om te veronderstellen, dat dit uitstapje naar Leeuwarden een allergenoeglijkst verloop zou hebben. Aan een zeer aparte groep feestgenoten, hoe klein ook in aantal, mag een speciaal woord worden gewijd. Dat waren degenen, die uit pure belangstelling dit spoorwegjubileum mee- De belangstellenden in het railvervoer hebben hun eigen club. Dat is de „Nederlandsche Ver- eeniging van belangstellenden in het Spoor- en Tramwegwezen". Enige trouwe leden zaten bij elkaar in de trein en bekeken gniffelend een aantal foto's, die een hunner uit zijn porte feuille had gehaald. Nee, het waren foto's van oude stationnetjes en zo. Zien wij af van alle details van deze dag de ontvangst in het stadhuis en de lunch in de Frieslandhal leverden geen stof op voor nabe spreking dan komen we terecht in de con greszaal van de Provinciale Bibliotheek en daar meer in het bijzonder bij prof. dr. J. Pen, hoog- Dit is prol. dr. J. Pen, hoogleraar in de economie aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Deze hooggeleerde oud-Lemster zou enige pittige dingen zeggen over de economische struktuur van Friesland en Leeuwarden. maakten, omdat ze een grote en pure belang stelling hebben voor alles wat de spoorwegen betreft. Een tijdschrift met afbeeldingen van oude stoomlocomotieven is hun meer waard dan een complete jaargang van ,,De Lach"; oude conducteurspetten, gaatjesknippers, pan nekoeken, spoorkaartjes, spoorboekjes, koers- borden en wat al niet meer, vereren zij als rele- kwieën. Men vindt de beoefenaars van deze hobby vooral buiten de kring der spoormensen, zoals men ook weinig postzegelverzamelaars onder de briefbestellers aantreft. Maar er is één grote uitzondering en dat is het hoofd van het district Noord-Oost van onze N.S., ir. L. J. Biezeveld te Groningen. Zijn belangstelling voor en zijn kennis van de historie der spoor- en tramwegen, speciaal in het noorden, zijn on begrensd. Ir. Biezeveld is op dit punt trouwens erfelijk belast. Zijn vader was direkteur van de N.T.M., toen de N.T.M. nog een echte stoom trammaatschappij was. leraar in de economie aan de Groninger uni versiteit, die men wel de feestredenaar mocht noemen. Hij is een ongewoon spreker onge woon door de dingen die hij zegt, maar ook door de manier waarop hij dit doet. Rients Gratama, die na hem optrad, heeft professor Pen nogal raak gekarakteriseerd door te begin nen met de opmerking: „Zo, het cabaret heb ben we nu gehad en nu ga ik iets vertellen over de ecenomie". De hooggeleerde spreker uit Groningen bleek ook bij deze gelegenheid weinig behoefte te hebben aan hooggeleerdheidsvertoon. Hij lar deerde zijn toespraak met allerlei spitse grap jes, maar gaf inmiddels wel een glashelder college van een half uur over het economische manco van deze stad en van deze provincie, waarbij hij speciaal de relatief geringe ontwik keling van de dienstensector noemde. En dit terwijl de Friezen zo duidelijk communicatief zijn en dus zo goed in de dienstensector pas sen, zo zei hij, vervolgens op dit punt een ver gelijking trekkend tussen de Groningers en de Friezen. „Als je in Groningen je bootje met een wat ongelukkige knoop aan een paaltje vastlegt, dan zegt de Groninger: ,,'t Is mijn boot niet." In Friesland komt meteen iemand op je af om te vertellen hoe je dat touwtje wél moet vastknopen." Het was een stukje economische conference, met af en toe een uitschieter naar on-weten- schappelijke regionen. „De enige stad van Ne derland is Amsterdam, met daarbij misschien Maastricht. Dan komen afspiegelingen van steden en afspiegelingen van afspiegelingen van steden, zoals Groningen. Leeuwarden is helemaal geen stad." Dat is natuurlijk geen uit spraak van een econoom, maar van een confe rencier. Er waren gelukkig maar weinigen in de zaal, die dit verschil niet in de gaten had den en het optreden van prof. Pen niet waar deerden als strekkende tot lering en vermaak van het publiek. Dat was de viering van het honderdjarig be staan van de spoorverbinding Leeuwarden Zwolle. Aan het eerste eeuwfeest van een spoorlijn in Friesland (HarlingenLeeuwarden) is in 1963 geen aandacht besteed. Het tweede (LeeuwardenGroningen) gaf in 1966 aanlei ding tot een bijeenkomst in Buitenpost, halver wege dus. Daar kwam een nuttig en blijvend contact uit voort tussen de beide noordelijke hoofdsteden Leeuwarden en Groningen, waarbij later ook Assen zich aansloot. Nu waren onder meer de bestuurders van de gemeenten aan de lijn ZwolleLeeuwarden deelgenoten in de ju bileumviering en ook hier zijn dus mensen dichter bij elkaar gebracht door het spoor, dat aldus zijn oude doelstelling niet heeft verloo chend. En ook hier waren het mensen, die voor de toekomstige noordelijke ontwikkeling sterk op elkaar zijn aangewezen. Mocht er iets han gen tussen Sneek en Leeuwarden, dan zal het helaas tot 16 juli 1983 moeten duren voordat het eeuwfeest van de spoorlijn tussen deze twee plaatsen de onderlinge toenadering kan bewerkstelligen. Gelukkig is er, voor zover ons bekend, niets tussen Sneek en Leeuwarden! Staatssecretaris Keyzer van Verkeer en Water staat werd bij de ontvangst in de raadzaal ken nelijk niet gehinderd door kwellende zorgen over de tekorten van de N.S.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 7