Fa.Adema's Bouwbedrijf
lil ut urn
v
\/j C U
Verlengde Schrans 74 - Leeuwarden - Telefoon 20014, b.g.g. 26938
BUNGALOWBOUW
VERBOUW
ONDERHOUDSWERK
alles behalve vroolijk was; de tocht had
dan ook niets van een feestrit. Het effect
van het kleurenspel der veelkleurige lam
pions (sommigen hadden zelfs een achttal
lampions bij wijze van scherm over het
stuur gespannen) tegen het groen van de
over den weg welvende boomen was ech
ter zeer mooi."
Nog in het uitvoerige verslag van de ver
regende, driedaagse tocht van de A.N.W.B.
door de provincie (20/22 aug. 1903) heette het
evenwel: „Dat ging vliegensvlug met den
wind in den rug en overal, waar men langs
kwam, veel menschen op de been, een sympa
thiek gezind publiek, dat den fietsers toe
wuifde en nog lang achterna staarde. Want de
dagen zijn voorbij, toen een fiets een onding
en een fietser een soort kwaaddoener was,
die al de booze luimen der plattelandsbevol
king moest ondergaan. Want die bevolking
fietst nu zelf en weet, welk een te waardeeren
vervoermiddel dat ranke karretje is met de in
de zonnestralen sprankelende fietsspaken."
Hoewel de prijs verhoudingsgewijze hoog lag
(in 1903 varieerden de aanschaffingskosten
van E.N.R.-machines van 75,tot 245,j
een éclips-acatène met freewheel en rem
kostte 225,werd het rijwiel inderdaad snel
populair.
Politie op de fiets
De Leeuwarder politie zag de bruikbaarheid
van de fiets al spoedig in en op 28 september
1895 richtte de commissaris van politie, A. P.
Heg, zich met een brief tot burgemeester en
wethouders, waarin hij met klemmende argu
menten betoogde, dat de tekortkomingen bij
de surveillance in deze groeiende stad zonder
vermeerdering van het aantal manschappen
konden worden opgeheven door het aanschaf
fen van twee fietsen. „Een politiedienaar, ge
zeten op een rijwiel, is in staat om, in zeer
korten tijd, een groot deel der gemeente te
surveilleeren; vooral des zomers is het toe
zicht, dat door een politiedienaar op een rij
wiel in de plantsoenen en openbare wandel
plaatsen en op de groote verkeerswegen kan
worden gehouden, gewis aanzienlijk en van
zeer groot nut." De twee rijwielen (eerste
soort) moesten plm. 450,kosten en b. en
w. zagen reeds op 5 oktober het nut van deze
snelheidsvermeerdering in door dit bedrag
voor dit doel te voteren. Reeds spoedig daarna
werden de rijwielagenten de schrik van alle
bedrijvers van kwaad, maar het was wel zonde
de manschappen op deze fonkelnieuwe kar
retjes het wielrijden te laten leren, waar zulks
een zaak van vallen en opstaan was. Een be
schadigde agent was daarbij van minder be
lang dan een beschadigde fiets en zo kreeg de
commissaris van politie in april van het jaar
daarna „machtiging tot den aankoop van eene
oude, doch nog zeer soliede vélocipède, ten
einde die te bestemmen om daarop agenten het
wielrijden te leeren, en om die te gebruiken
bij slordig weêr, waardoor de bij de politie
aanwezige nieuwe machines kunnen worden
ontzien".
In 1898 en 1901 werd aan het politionele rij
wielpark een fiets toegevoegd. Het lijkt wei
nig, maar toch gaf Leeuwarden het goede
voorbeeld. Bij het Amsterdams politiekorps
werden eerst in 1900 één inspecteur en zes
agenten van een dienstfiets voorzien.
■SKI
i