Tlliikniii
„De Leeuwarder Gemeenschap"
verdwijnt als maandblad
oPtf1°P
VA*
V KLEEDKUNST
I- ''nto'iwfi leeuwarden
3
Uit de dagbladen heeft u kunnen vernemen,
dat de Leeuwarder Gemeenschap eind van
dit jaar ophoudt te verschijnen, althans als
maandblad. Wellicht zal de daardoor ontstane
leemte voor een deel worden opgevuld door
de uitgave van een viermaal per jaar
verschijnend blad, dat huis-aan-huis wordt
verspreid en dus gratis is. De kosten daarvan
zullen voor een groot deel door de gemeente
worden gedragen. Voor de rest zijn er
uiteraard de adverteerders, die door van dit
medium gebruik te maken, de exploitatie
verlichten.
Er zijn nog allerlei onzekerheden omtrent
deze nieuwe uitgave. In de eerste plaats door
het feit, dat de gemeenteraad het geld er voor
over moet hebben. Het voorstel van burge
meester en wethouders is vervat in de
gemeentebegroting en die wordt pas in fe
bruari van het volgende jaar behandeld. Dan
is er de vraag of het nieuwe blad, indien het
komt te verschijnen, ook „De Leeuwarder
Gemeenschap" zal heten. Deze naam is ont
leend aan en verleend door de Stichting
Leeuwarder Gemeenschap, die indertijd be
oogde een overkoepeling te worden van het
Leeuwarder verenigingsleven, maar door al
lerlei oorzaken niet in deze opzet is geslaagd.
De Stichting Leeuwarder Gemeenschap be
staat formeel nog wel, maar haar aktiviteiten
zijn zeer beperkt. Dit blad verschijnt echter
nog altijd, „onder auspiciën" van de stichting
en dat zal straks, indien er een gemeentelijke
uitgave voor in de plaats komt, veranderen.
Over dit punt hoeven we ons overigens niet
grote zorgen te maken, want de inhoud is
belangrijker dan de naam.
Het eerste nummer van „De Leeuwarder
Gemeenschap" is verschenen in mei 1952 en
daarna is het blad elke maand verschenen,
zoals een goed maandblad betaamt. Het
initiatief is dus voortgekomen uit de Stich
ting Leeuwarder Gemeenschap. Twee leden
van het dagelijks bestuur van deze stichting
hebben de totstandkoming in het bijzonder
bevorderd en dat waren de burgemeester,
tegelijk de voorzitter, mr. A. A. M. van der
Meulen en wijlen jhr. J. W. J. Witsen Elias,
toen direkteur van de Erven Koumans
Smeding, de drukkerij van de Leeuwarder
Courant. Hij bood niet alleen aan het blad te
drukken, maar ook om de gehele exploitatie
op zich te nemen. Daardoor kostte het blad
de stichting Leeuwarder Gemeenschap geen
cent en de gemeente heeft er tot dusver geen
andere bijdrage aan hoeven te verlenen dan
het beschikbaar stellen van de nodige man
kracht van het Bureau Voorlichting voor het
voeren van de redaktie. Het is duidelijk, dat
deze exploitatievorm slechts stand kon hou
den zo lang er geen aanzienlijke bedragen op
toegelegd moesten worden. In de meest
glorieuze jaren liep het aantal abonnees naar
de 10.000, nu zijn het er nog ruim 5000.
Dat is te weinig voor een lonende exploitatie
en daarom heeft de tegenwoordige direkteur
van de Erven Koumans Smeding (sinds kort
van de Leeuwarder Courant) jhr. G. G.
Witsen Elias node het besluit moeten nemen
deze, door zijn vader begonnen, uitgave te
stoppen.
Het commerciële en het ideële bestaansrecht
van een blad zijn verschillende zaken. Met
begrip voor het eerste, kan worden gezegd,
dat het nog altijd de moeite waard was voor
vijfduizend abonnees te schrijven, want dat
zijn toch gauw meer dan tienduizend lezers.
Zij bleven het blad trouw, zoals dit werd
geredigeerd volgens de eenvoudige formule,
dat men een stad leert kennen door te weten
waar alles vandaan is gekomen en waar alles
naar toe gaat. Daarom werd een ruime plaats
toebedeeld aan de lokale historie en werden
de belangrijkste projekten voor de verdere
ontwikkeling beschreven. Dat gebeurde naast
en niet in concurrentie met de dagbladen, die
van ogenblik tot ogenblik op de aktualiteit
moeten reageren en daardoor vaak minder
ingesteld zijn op het leveren van uitgebreide
beschouwingen over omvangrijke projekten,
die een lange tijd van voorbereiding en
uitwerking hebben. Heeft het dalende abon
nementental aangetoond, dat deze formule in
de loop der jaren zijn werkzaamheid heeft
verloren? Dat weten we niet, want de
mogelijkheid om het aantal lezers op te
voeren had moeten blijken uit een aktieve
werving door middel van colportage. Die is
in het verleden gevoerd en toen steeg het
aantal abonnees. De laatste jaren echter zijn
geen mensen te vinden geweest, die voor een
betrekkelijk geringe vergoeding dit specula
tieve werk ter hand wilden nemen.
De „Leeuwarder Gemeenschap" heeft een
aantal medewerkers gehad, van wie enkelen
zeer lang hun bijdragen hebben geleverd.
Voorop gaat de man van „Het Klokje", de
praatrubriek der oude mannen, geschreven
in het stadsfries. De naam van de schrijver is
nimmer officieel bekend gemaakt; sommigen
hadden een vermoeden en enkelen waren er
toevallig van de hoopgte geraakt. Laten we
nu bij het scheiden van de markt dit geheim
maar verklappen. De gesprekken onder het
klokje werden aan de lezers overgebriefd
door de heer J. T. Vellenga, oud-wethouder
van Leeuwarden, nu voorzitter van de
PvdA-raadsfraktie en (vooral) lid van de
Tweede Kamer. Af en toe bereiken zijn
bijdragen ons op het briefpapier van dit
hoogmogende deel van onze volksvertegen
woordiging en het komt ons voor, dat er
nimmer snaakser taal aan dit deftige papier
is toevertrouwd dan bij dergelijke gelegen
heden. In alle jaren heeft ons slechts
éénmaal de klacht bereikt, dat er te veel
fekaliën werden gebruikt als geestelijke uit
werpselen der spraakmakende mannetjes.
Vele jaren hebben we ook mogen profiteren
van de medewerking van M. J. barones Van
Heemstra, in de wandeling freule Van Heem
stra, die in een wat beschouwelijke trant
historische onderwerpen belichtte en tal van
jaren een kinderverhaal heeft geleverd. De
laatste series daarvan werden speels geïllus
treerd door mevrouw J. PopmaGall, de
echtgenote van de beeldende kunstenaar
Jentje Popma.
Dan hebben enige jaren als een publicistisch
duo voor de Leeuwarder Gemeenschap ge
schreven de heren H. W. Keikes van de
„Leeuwarder Courant" en Fenno L. Schou-
stra, toen van „Het Vrije Volk", van wie de
eerste ook voor ons blad tekende. Zij
Maandblad, onder auspiciën van de
stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
18e jaargang no. 11 november 1969
Redactiecommissie
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pastoor H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 40222
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
schreven (en tekenden) over het Leeuwar
den van zo'n halve eeuw geleden en bij de
gescheiden voortzetting van deze geschied
schrijving ontmoeten we Keikes nu als de
man van „Och heden ja" en Schoustra als
redakteur van „Het Kleine Krantsje".
Voor de illustraties zijn in de loop van de
jaren in het bijzonder twee fotografen aan
sprakelijk geweest. In de beginjaren was dit
Sjoerd Andringa, later kreeg Anneke Bleeker
(mevrouw A. VenemaBleeker sinds kort)
dit werk te doen. Hun werk trok zeer de
aandacht en kwam door de goede druk beter
tot zijn recht dan bij een dagblad mogelijk is.
En om de „aftiteling" te voltooien, mogen we
de naam vermelden van een man, die tot
dusver nooit in dit blad is vermeld, terwijl
zijn aandeel in de totstandkoming groot en
essentieel is. Dat is de heer A. de Vries, chef
van de handelsdrukkerij van de Erven
Koumans Smeding. Zijn zorg voor het druk
ken betrok ook het verzorgen van de
typografische vormgeving. Voorts mag nu
dan eindelijk worden erkend, dat zijn klacht
over het te laat ontvangen van bijdragen en
foto's vaak gerechtvaardigd was.
Inmiddels lijkt het alsof dit het laatste
nummer van „De Leeuwarder Gemeenchap"
is. U heeft echter nog één nummer te goed
en daarin brengen we een bloemlezing van
wat sinds 1952 in dit blad is geschreven.
Zeventien jaren trekken dan aan ons voorbij
en het zal u frapperen hoeveel er in die
betrekkelijk korte tijd is veranderd.
K.
Van ouds Wignrshto
sinds IS5S
DAMES-EN HERENMODE