1 1952: Het Stokpaardje 1956: Bejaardensoos 1956: Voor de stadsdienst begint de viktorie B.H.V. mm&M* De goede weg naar voordelig autorijden gaat naar het SUPER BENZINE NORMAAL BENZINE AUTO DIESELOLIE service-station aan de Oostersingel Kwaliteit en service 1 00% Onze smeerbrug en auto-wasserettes (f.2- per wasbeurt) zijn exclusief in Leeuwarden De laatste paarden van Van Gend en Loos kwamen op de loto in de L.G. van december 1957. De Leeuwarder Gemeenschap verleende veel steun aan een tentoonstelling van huisvlijtpro- dukten, die onder de naam „Het Stokpaardje" op 5, 6, 7 en 8 november 1952 in de Beurs werd gehouden. In een nabeschouwing werd ge schreven: Over de knutselaarstentoonstelling „Het Stok paardje" hoeven we, bij wijze van nabeschou wing, niet veel te vertellen. U heeft deze expositie waarschijnlijk zelf gezien en wan neer u toevallig niet tot de 21.000 bezoekers heeft behoord, dan weet u er desondanks wel het een en ander van, want de kranten heb ben er vele kolommen over volgeschreven. Bovendien had ieder er de mond van vol, zodat het aan publiciteit niet heeft ontbroken. Een en twintigduizend mensen! Het is een groot getal, een getal, waarop de organisatoren Het initiatiei tot oprichting van een bejaarden sociëteit werd in 1955 belangrijk gesteund door de Stichting Leeuwarder Gemeenschap. In ja nuari 1955 konden de lezers van dit blad hier over het volgende vernemen: In het vorige jaar heeft de Stichting Leeuwar der Gemeenschap de oprichting bevorderd van een comité, dat de totstandkoming van een sociëteit voor bejaarden tot taak kreeg. Dit comité is daarna met spoed aan de arbeid ge togen en thans is het zo ver, dat een ietwat getemperd „licht van de openbaarheid" kan schijnen over dit werk, dat uiteraard voor het grootste deel binnenskamers werd verricht. Wanneer enig voorbehoud wordt gemaakt, dan houdt dit verband met het feit, dat de sanctie trots mogen zijn. Het was een resultaat, dat niet bereikt had kunnen worden, wanneer de zaak niet van nature in de publieke belang stelling zou hebben gestaan. Want we hoeven elkaar niets wijs te maken over de betekenis van publiciteit op zichzelf. Men kan grote ver halen en grote advertenties in de bladen zet ten, men kan de stad volhangen met biljetten en spandoeken; wanneer de zaak niet van het begin af in de gunst en de belangstelling van het publiek staat, dan helpt dit alles wel iets, maar het resultaat is niet in overeenstemming met de inspanning. We hebben op dit punt heus wel andere ervaringen dan de glorieuze resultaten van het Stokpaardje, maar wanneer u ons, op grond daarvan, met de titel „des kundige" zoudt willen vereren, dan moeten we ernstige bezwaren maken. Wie een beroep doet op de publieke belangstelling en de medewerking van het publiek, die waagt een sprong in het duister. Het publiek is namelijk zeer onberekenbaar in zijn gunsten en dit is wel zonderling, wanneer u bedenkt, dat wij met elkaar dit publiek vormen. van de gemeenteraad moet worden verworven, waar het hier gaat om een gemeentelijk ge bouw. Dat gebouw is het Nieuwe Stadsweeshuis, dat thans ongebruikt is. Daarin wil het comité twee boven elkaar liggende grote vertrekken bestemmen voor de bejaardensociëteit. Ook een ander punt van zorg voor de Stichting, namelijk het werk van de Leeuwarder knutse laars, heeft in dit verband de aandacht. In het gebouw zou namelijk wellicht clubruimte voor hen zijn te vinden. Dan bestaat nog het plan hier een kinderbewaarplaats ten gerieve van werkende moeders in te richten. Wanneer de plannen voor de sociëteit voor bejaarden doorgang kunnen vinden, dan zal een beroep op de burgerij moeten worden ge daan voor het verlenen van financiële steun of het doen van schenkingen in natura. Een bericht, dat aan het begin zou staan van de geleidelijke uitbreiding van de stadsauto busdienst verscheen in de Leeuwarder Gemeen schap van december 1955: Op dertien december was het acht jaar gele den, dat in Leeuwarden de stadsautobusdienst startte. Dat ging met het nodige vlagvertoon gepaard en een ieder was optimistisch. Anders was men natuurlijk niet met een dergelijke dienst begonnen, al werden er geen financiële wonderen van verwacht. Leeuwarden had im mers al tweemaal eerder een stadsdienst ge had, die helaas beide een erg kort leven be schoren waren geweest en de exploitanten een niet onaanzienlijk financieel nadeel hadden op geleverd. De N.T.M. ving haar taak echter met optimis me aan. Leeuwarden was veranderd en groter geworden, dus bestond er ook meer behoefte aan een stadsdienst. De directie scheen gelijk te krijgen, want de zaak „marcheerde" goed. Weldra had de stad vijf lijnen, maar heel gauw kwam ook de kentering. De val was diep, want op 1 januari 1951 waren er nog maar twee lijnen over, ondanks het feit, dat op alle mogelijke manieren was getracht de zaak rendabel en het de reizigers naar de zin te maken. Routes waren verlegd, er werd om het kwar tier gereden enz. enz. Niets mocht echter hel pen en zo luidden de pessimisten reeds ver voordat de helft van de concessietijd (31 de cember 1957) was verstreken, de doodsklok over de derde stadsautobusdienst. Het is gelukkig anders gelopen en zo kan na vijf jaar de derde lijn er weer bij komen. Op 1 februari hoopt men op nieuw naar de wijk Achter de Hoven te rijden en ook weer naar het westen, achter de Westerparkstraat en verder door heel de nieuwe uitleg bij het Schapendijkje.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 5