105. ITet 2e gedeelte van het verzoek wordt afgewezen. 7-12-1822, 7. Verzoek door Commies Controleur der Belastingen om toezending der namen van de beëdigde Wijnwerkers, bevoegd tot de aftekening der biljetten van uitvoer van sterke drank en wijn. 8-3-1823, 8. Door Burgemeesteren besloten de Wijnwerkers terecht te wijzen, omdat zij meer letten op de betaling van het werkloon dan op de handhaving der wetten waarvoor zij zijn aangesteld. 15-3-1823, 8. fol. 2Qk. Door Burgemeesteren besloten Ged. Staten attent te maken op het ontstane misbruik van bij de uitvoer van dranken geen gebruik te maken van de Wijnmakers, en om te verzoeken hiervoor een strafbepaling in het leven te roepen. 2^-6-1823, Toezending van een verzoek van O.J. Dijkstra c.s. branders en handelaren alhier, om afschaffing of bezol diging der Wijnwerkers buiten bezwaar van de kooplieden. Gesteld in handen van Secretaris om advies. 22-11-1823, Diens rapport wordt gezonden aan Gouverneur, met advies: afwijzen. 13-12-1823, 17. Door Ged. Staten verzoek afgewezen. Medegedeeld in Raad 31-1-182^, 7. Toezending door Commies Controleur der Belastingen van een tarief voor de beloning der Wijnwerkers bij in- en uitvoer. Wordt gerapporteerd aan Raad, 31-1-182^1, 9. Mededeling door Ged. Staten, dat het verzoek van 0.J. Dijkstra c.s.branders en wijn- en drankhandelaren, dat de Wijnwerkers mogen worden afgeschaft, of wel door de Gemeente worden bezoldigd, is afgewezen. R2-2-1821+, 6. Toezending door Commies Controleur der Belastingen van een Ta.rief voor arbeidslonen voor de Wijnwerkers. Goedgekeurd en vastgesteld, met verzoek aan Burgemeeste ren om het thans bestaande Reglement van de Stads Bier dragers te herzien. R2-2-1824, 9. Verzoek der Bierdragers om, met uitsluiting van anderen, het recht de van buiten ingekomen bieren en wijnen te verwerken. In advies gehouden. 5-6-182^, 12. Verzoek der Wijn- en Bierwerkers, door de stad aange steld, om, aangezien zij door de verandering van het Reglement van 1792 een deel der inkomsten van de bieren missen, hetzij door een toelage, hetzij door een hoger werkloon, een tegemoetkoming te mogen ontvangen. In advies gehouden 29-^-1826, 16. Afgewezen 9-5-1826, 7. Door B&W zijn enkele bepalingen van orde voor de Wijnwerkers vastgesteld: 1. Zij zijn ondergeschikt aan de Commies Controleur, die ze hoogstens h weken kan schorsen, 2. De Commandeur is vrijgesteld van het gewone werk, maar moet steeds aanwezig zijn als het kantoor open is, en bovendien dinsdag en vrijdag de gehele dag, 5-5-1827, 16. Verordening en Reglement voor de Wijnwerkers: Zie: Burgemeesteren 31-8-181^, gewijzigd bij R27-8-1827, 8.1. Met tekst van het gewijzigde Reglement, waarin o.a. wordt bepaald, dat er 12 wijnwerkers nodig zijn voor een juiste inning der belasting. 27-8-1827, 8. Door B&W besloten om aan de Wijnwerkers in hun wacht voorzover nodig, van stadswege door de aannemer kaarsen op bonnen te doen verstrekken. 13-10-1827, 27. Verzoekschrift van enige Branders en Kooplieden om bevrijd te worden van de verplichting Wijnmakers te ge bruiken. In advies gehouden. 29-12-1827, 2-4. Toezending door Gouverneur van verzoekschrift als boven aan Z.M. Verzoek aan Raad tot medewerking. In Raad gebracht. 5-1-1828, 8.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 105