126. Speciaal dienen zij te letten op de Publicatie van 28-2-1822, waarbij de prijs is bepaald. 29-1-1825, 2. Door B&V besloten om ter voorziening in de bedie ning van Ykmeester der inhoudsmaten voor natte waren, vacant door het overlijden van Reinder Dorenbos op 9-8-1827, deze werkzaamheden tot wederopzegging toe op te dragen aan de 3 adsistenten van Politie, op hun ambtseed als politieadsistent21-8-1827, 15. Verzoek door Gouverneur om te berichten, hoeveel Ytigmeesters der Botervaten hier zijn, en, indien no dig, personen voor benoeming voor te dragen. Door B&V wordt geantwoord, dat hier één voldoende zou zijn voor de vier kuipers, die botervaten maken. Dat sedert de ontzetting van Jan Feenstra in januari 1825 de 3 adsistenten van Politie hiermee belast zijn, en dat deze geschikt zijn: Jochem Berends Terguin, Antoon Arnoldus, Johan Cristiaan de Lang. Loonsverhoging is onnodig, daar de kuipers dichtbij wo nen. 22-3-1828, 2. Mededeling door Ged. Staten, dat zij accoord gaan met de aanstelling der 3 assistenten van Politie als Ykers der Bot ervat en Door B&V aan Burgemeester opgedragen deze adsistenten in tegenwoordigheid van de keurmeester te examineren, en bij gebleken geschiktheid hen vast aan te stellen en aan ieder afzonderlijk ytigijzer te geven. 23-8-1828, 4. Benoemd de 3 adsistenten: Jochem Berends Terguin, Antoon Arnoldus, Johan Christiaan de Lang. Eed afgelegd in handen van B&V. Als merk is hun uitgereikt: een leeuw met de letter T, A of L. (Beginletter der familienaam). 26-8-1828, 3 Toezending door Gouverneur van verzoek aan Z.M. om kwijtschelding der boeten van 25,- door: Johan Christiaan de Lang, Ytigmeester der Botervaten en Feike Bruinsma Kuiper alhier, wegens yken en vervaardigen van een vat, dat niet aan de bepalingen voldoet. Door B&V wordt bericht, dat beide zich onschuldig ge voelen. Het verzoek op grond van onschuld aan Z.M. is ongepast. Daarom afwijzend advies. 8—1 1 1831 8. Verzoek van F. Bruinsma afgewezen. 31-12-1831, 8. Verzoek J.C. de Lang afgewezen. 31-12-1831, 9. Besluit Ged. Staten aangaande de afgifte van attesten van onvermogen aan tot boete veroordeelde Ytigers en Kui pers van Boterva ten. 23-6-1832, 1. Op zijn verzoek wordt de Politiebediende Pieter Jans van der Veer eervol ontslagen als Ytiger der Botervaten, en wordt deze functie opgedragen aan de buitengewone politiebedienden Gerardus Joost Hunting en Klaas Varinga. 14-1-184 3, 15. Mededeling door Ged. Staten, dat de Ykmeesters der Botervaten alhier, hoewel als agenten van politie be ëdigd, niettemin nog afzonderlijk als Ykmeesters zullen behoren beëdigd te worden, met verzoek dit te bevorderen. Hieraan zal voldaan worden, 13-1-1844, 9. Besluit Ged. Staten omtrent het doen beëdigen der Ykmees ters der Botervaten. Hieraan zal gevolg gegeven worden. 16-1-1844, 2. In verband met bet feit, dat de Kantonrechter bezwaar maakt de alhier bestaande Ykmeesters der Botervaten te beëdigen, zonder dat deze van een aanstelling zijn voor zien, is door B&V besloten te benoemen als zodanig: Jochem Berends Terguin, binnen de stad, Hendrikus Voet. Gerardus Joost Hunting, in de buitenwijken. Klaas Varinga. 6-2-1844, 7«

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 126