Aangezien de werkzaamheden van de Stads Loper II. Simmens
voor kleine bestellingen op heden opbonden, is besloten de
Architect op te dragen provisioneel te voorzien, totdat
de Stads Metsel- en Timmerbaas in functie treedt. R1-5-1820, 1
Mededeling aan Jan Pieters van der Val, benoemd tot Stads
Timmer- en Metselbaas, dat hij op maandag 29-5-1820 zijn
post moet aanvaarden. 13-5-1820, 5
Instructie van Architect, gelijk deze is gewijzigd
door het benoemen van een Stads Timmer- en Metsel
baas. R17-11-1820
fol. 14-17
Gebleken is, dat de Stads Timmer- en Metselbaas
met zijn knechten zeer veel werken, vooral van onderhoud,
heeft verricht, die anders hadden moeten worden aanbe
steed, wat een belangrijk voordeel heeft opgeleverd;
daardoor hebben enkele te hoog uitgetrokken posten een
behoorlijk overschot opgeleverd. R9-4-1827, 1
Aangezien de Stadsbaas niet langer in zijn woning
kan blijven tengevolge van de vergroting van het Tucht
huis, moet hem een andere woning worden verstrekt.
Daar de enige lege woning'zich bevindt aan het Zuid -
Vliet, en eigendom van L. Feits, wordt deze door de stad
gehuurd voor 200,- voor de Stadsbaas. 17-4-1824, 2
Mededeling door Burgemeester, dat de Stadsbaas
J.P. van der Val aan de lastgeving enige zeer dringende
werkzaamheden door zijn knechten te doen volbrengen,
hem bij herhaling gedaan, niet heeft voldaan, waarover hij
reeds is onderhouden. Het is echter gewenst hem een straf
op te leggen.
Besloten voor 1844 hem de beloning ad. 4o- boven zijn
traktement toegelegd voor het uitsteken der vlaggen op
feestdagen, te ontzeggen. 15-11-1843,
In plaats van Jan Pieters van der Val, die, ingevolge
Raadsbesluit R7-11-1844, 3, zal worden gepensioneerd,
wordt als Onderarchitect benoemd: Douwe van der Sluis,
opzichter bij de Prov. Waterstaat, alhier, op een jaar
lijks traktement van 600,-. R6-2-1845, 1
Verzoek van de nieuw benoemde Onderarchitect, dat de
termijn van zijn indiensttreding bij besluit van
R6-2-1845 15 bepaald op 1-4-1845, mag worden uitgesteld
tot 5-5-1845.
Toegestaan. 29-3-1845,15
(R7-11-1844, 3 is liet vaststellen van Begroting 1845.
Ongetwijfeld zal het pensioen van de Stadsbaas daarin
zijn opgenomen.)
Stadsloper
Verzoek van Hendrik Simmer, timmerman alhier, om
benoeming als Stadsloper in plaats van: Siebe Roorda,
overleden.
Benoemd op een wekelijkse beloning van 5 Car. guldens.
Benoemde moet de opdrachten van Burgemeesteren en Archi
tect uitvoeren. M22-10-1814
Instructie voor de Stadsloper 22-10-1814,
vastgesteld. 12-11-1814,
Verzoek van de Stadsloper H. Simmer om, evenals zijn
voorgangers ontvingen, een toelage voor het vullen der
lantaarns voor het Raadhuis. 17-5-1817, 8
Afgewezen 31-5-1817,
Door Raad wordt aan Burgemeesteren verzocht II. Simmer
wegens zijn gedrag te corrigeren. R17-9-1818,
Door Aukje Douwes, Wed. Sijbe Ronda, is aan Z.M.
verzocht om het achterstallige traktement 214,-) van
haar overleden man. 25-7-1818, 6
Geadviseerd wordt tot afwijzing, 1-8-1818, 24
Af gewezen 31-8-1818, 3