i -'n
NIET STEDELIJKE FUNCTIES, EREFUNCTIESETC.
Keurmeester Harddraverij en
Benoemd als Keurmeester bij de Harddraverijen;
Nicolaas Theodorus Haverschmidtin plaats van P.F. Martin,
die op eigen verzoek niet meer benoemd is. 26-4-1834, 9»
Benoemd als Keurmeesters bij de Harddraverijen, in
plaats van A. Vitringa Coulon en T.0. Gorter, die moeten
aftreden: Klaas Tigler Wijbrandi en H. Baron thoe
Schwartzenberg en Hollenlansberg, om terstond in functie
te treden, 22-4-1845,7»
PENSIOEN GBMBBNTEFUNCTIONARISSEN
Algemeen (zie ook: Rijkspensioenen)
Pensioenen in 1829:
Mej. G. Semler, Ko st sclio olbouder e s 300,- (R1-2-1819» 6.)
K. Kauta, gewezen adsistent, 150,- (R1 1 -12-18267»)
Nicolaas Tresling, gewezen 1e Bode Arrnvoogdij 450,-
(R5-1-1829, 9»)
Pieter Doekes Kuipers, gewezen Commandeur der Vijnwerkers,
100,- (R1-6-1829, 7.) Ré-10-182913
fol. 93 (84)
Pensioenen in 1830:
Mej. G. Semler, gewezen Kostschoolliouderes, 300,-.
K. Kauta, .gewezen Politiebedien.de 150,-.
N. Tresling, gewezen Bode Stads Arrnvoogdij, 450,-.
P.D. Kuipers, gewezen Commandeur Wijnwerkers, 100 -R4-10-1830
fol. 76 (84)
Staat der gepensioneerd en in 1831:
Mej. G. Semler, gewezen Schoolhouderes, 300,-.
K. Nauta, gewezen Politiebediende150-
N. Tresling, gewezen Commandeur Wijnwerkers 100-R10-10-183130
fol. 159 (84)
Gepensioneerde personen
Verzoek van de Gezworen Waker aan de Hoeksterpoort
Leverland om een pensioen wegens zijn zwak lichaamsgestel
en 3^-jarige dienst.
Gunstig advies van Krijgsraad Schutterij.
Aan de vroedschap zal worden voorgesteld hem een pensioen
te verlenen per 1-11-1815; zijn functie zou dan finaal
kunnen ophouden. M24-10-1815»
(is ook in: Gezworen Wakers) 24-10-1815,
Door vroedschap 35 stuivers per week toegekend, ingaande
1-1-1816. 30-10-1815, 9.
Verzoek van Tamme Rienks van der Veen, Gezworen
Waker, Korporaal der Ratelaars, om wegens lichaamszwak
heid pensioen als Ratelaar.
In Rand gebracht. 3-7-1819, 12.
Pensioen als Ratelaar verleend. R20-8-1819, 11
(is ook in: Gezworen Wakers.)
Bode Veltman is door een beroerte in dienst der stad
buiten dienst gesteld zijn bediening verder te verrichten,
en heeft een pensioen. ("Uit: Res. Raad aangaande regeling
der f inanciën voor 1814) R4-11 -18161
(is ook in: Personeel, Bodes 1811-1813). fol. 29
Door Cornelis Elzinga, die in 1S13 bij de bevrijding
had verzocht weder te worden aangesteld in zijn vroegere