Missive van Commandant Bat. Artill. Transport te Delft,
houdende verzoek om inlichtingen aangaande Jildert van der
Veer, milicien 1838, die aan Z.M. heeft verzocht een huwe
lijk te mogen aangaan met Anna Catharina Vonk.
Onderzoek wordt ingesteld. 5-12-18*40, 11.
Toezending door Gouverneur van K.B. 8-1-18*41, N9*4,
waarbij is verklaard, dat Wilhelm Maurits Bredemeyer in
de gevallen, waarin dat anders bij de Wet wordt gevorderd,
niet behoeft te bewijzen aan de Militie voldaan te hebben,
alleen uitgezonderd het geval, dat hij als plaatsver
vanger Militie zou willen optreden. 30-1-18*41, 8.
Toezending door Gouverneur van K.B. 11-3-18*41, N97
houdende dat U.H. Woltman en M.P. de Boer alhier, in de
gevallen waarin de Wet dit vordert, niet behoeven te be
wijzen te hebben voldaan aan de Militie, uitgezonderd,
indien zij als plaatsvervanger verlangen op te
treden. 3 4—18*41 1.
Toezending door Gouverneur van K.B. 8-6-18*41, N131,
waarin wordt verklaard, dat J. Grimm en T. Boekelman in de
gevallen dat de Wet dit vordert, niet zullen behoeven te
bewijzen aan de Militie te hebben voldaan, uitgezonderd
het geval, dat zij als plaatsvervanger bij de Militie
zouden willen optreden.
Wordt uitgereikt aan betrokkenen. 8-7-18*41, 12.
Toezending door Gouverneur van extract uit K.B.
7-8-18*4 1, N125, waarbij wordt verklaard, dat J.T.H.W.
Schulze in de gevallen, waarin dit anderszins door de
Wet wordt gevorderd, niet behoeft te bewijzen voldaan te
hebben aan de Militie, uitgezonderd alleen het geval,
dat hij als plaatsvervanger bij de Militie zou willen
optreden. 2*4-8-18*41, 1.
Verzoek door Gouverneur om opgave of bepaalde genoem
de miliciens, aan wie indertijd toestemming is verleend
voor een huwelijk, werkelijk gehuwd zijn, en zo ja, wan
neer? Onderzoek zal worden ingesteld. 31-8-18*41, 1.
Toezending door Gouverneur van verzoek van Louis
Kukenheim, koopman, alhier, aan Z.M. om toestemming tot
een huwelijk, zonder dat hij behoeft te bewijzen dat hij
heeft voldaan aan de Militie, waartoe hij als vreemdeling
niet verplicht was, doch waarvan hij de bewijsstukken niet
kan overleggen. 5-10-18*41, 12.
Verzoek toegestaan onder de gewone bepalingen. 27-11-18*41, *4.
Toezending door Gouverneur van ^«B. 21-9-18*41, N55,
waarbij wordt verklaard dat Jacob Johannes Grenzenberg
in de gevallen, waarin dit anders bij de Wet wordt gevorderd,
niet behoeft te bewijzen aan de Militie te hebben voldaan, uit
gezonderd het geval, dat hij als plaatsvervanger zou willen
optreden. 12-10-18*41, 5.
Toezending door Gouverneur van k.B. -| y1 2-1 8*41 N9*4,
waarbij H.F.A.L. Reichwag wordt ontheven van de verplich
ting te bewijzen dat hij heeft voldaan aan de Militie, uitge
zonderd het geval, dat hij als plaatsvervanger voor de Militie
mocht optreden. 8-1-18*42, 7.
Toezending door ^ouverneur van K.B. 10-*4-18*42N62, houdende
vergunning voor A. Steffens en A.A. Fraas om te worden ont
heven van het overleggen van bewijsstukken van voldoening
aan de Militie, uitgezonderd voor plaatsvervanger
Militie. 30-*4-18*i2, 6.
Toezending door Gouverneur van K.B. 23-12-18*42, N72,
waarbij verklaard wordt, dat G.T. Jaeppelt in de gevallen,
waarin dit anders bij de Wet wordt gevorderd, niet behoeft
te bewijzen aan de Militie te hebben voldaan, met uitzonde
ring van het geval, dat hij als plaatsvervanger Militie
wil optreden. 1*4—1—18*43, 2.
'Toezending door Gouverneur van K.b. 13 3—18*43, N7*4,
waarbij is verklaard, dat H. Wilkes in de gevallen, waarin
dit anders bij de Wet gevorderd wordt, niet behoeft te be
wijzen aan de Militie te hebben voldaan, met uitzondering van
het geval, dat hij eventueel zou willen optreden als plaats
vervanger Militie. 1-4-18*43, 2.
Toezending door Gouverneur van 16-6-18*43, N61,
waarbij is verklaard, dat o.a. Herman Rekers in de gevallen
waarin de Wet dit vordert, niet behoeft te bewijzen aan de