VERRICHTINGEN DER BEVOLKINGSADMINISTRATIE
Inschrijving- in de Bevolkingsregisters. Verhuizingen
1811 - 1813
Verzoek van Hylke Cornelis Heinsius, .schipper, om het
recht van inwoning alhier.
Toegestaan bij Besluit 25-1-1812.
Verzoek van H. Minnes Weimanheer
om het recht van inwoning alhier.
Toegestaan bij Besluit ^-3~1812.
en H.P. van
Verzoek van de scheepskapitein B. de With,
van inwoning alhier.
Toegestaan bij Besluit 5~5-l8l2.
om
Index M
fol. 109
der Woud
Index M
fol. 109
1-3-1812
rech t
1811/12
r
N 1
1811/12
r, N3
Index M
fol. 108
30-^-181
Op zijn verzoek wordt aan Boldewijn de Witte, scheepskapi
tein, wonende in zijn schip, zonder ergens vast domicilie
te hebben, het recht van inwoning alhier toegekend, mits
borg stellende voor een eventueel onderhoud voor hem en
zijn gezin. M5-5-1812,
1811/12
N13
2-
1814 en later
Door Burgemeesteren wordt geïnformeerd bij Schout
Huizum of Julianus Hendrikus Buissink werkelijk in die
gemeente woonachtig is. 23-1-1816, 8.
Verzoek van Johan Ulrich Mullethaler, geboren in
Zwitserland, sedert 1795 hier wonende, om een certificaat
als burger, ten einde een in Zwitserland zich bevindend
bezit van 550 Zw. francs op te halen. 22-3-1817i 7»
Mededeling door B&W van Alkmaar, dat Louis Jozeph Le
Fèbre, met zijn huisvrouw Jannetje Schrempft, en 2 kinde
ren, vandaar is vertrokken om zich hier te vestigen.22-6-183O, k.
Verzoek van Jr. Robert van Breugel om in het Register
der Ingezetenen der stad te mogen worden ingeschreven.
In advies gehouden. 5-2-1831, 12.
Betrokkene woonde vroeger in Groningen, als Inspecteur
der Directe Belastingen en het Kadaster in Groningen en
Drenthe. Hij was niet ingeschreven in Groningen en had
aldaar nimmer stemrecht. Hij is lid der Ridderschap van
Friesland. Thans Referendaris bij de Raad van State, en
als zodanig te 1s-Gravenhage wonend.
Betrokkene wordt ingeschreven in het Register der Ingeze
tenen, tengevolge van Art. 2 van het Reglement voor de
samenstelling der Staten. 15-2-1831, 5.
Verklaring van S. Basseleur, dat hij steeds zijn domicilie
heeft gehad en behoudt te Bolsward, en zijn verblijf hier
beschouwt als residentie. Deze verklaring kan niet worden
aangenomen, daar betrokkene hier zijn stemrecht heeft uit
geoefend. 15-10-1831, 11.
Aan Gouverneur wordt op diens informatie bericht, dat hij
hier ruim een halve eeuw gewoond heeft, en ook stemrecht
heeft uitgeoefend, dat hij op 17-10-1831 door een deur
waarder aan de Burgemeester een acte heeft doen toekomen,
waarin hij verklaart geen ander civiel domicilie te erkennen
dan Bolsward.
Hij is thans overleden. 11-2-1832, k.
Missive van Gouverneur aangaande de afstammelingen van
Jean Akkerman, afkomstig van Mels in Zwitserland,, en die te
Harlingen zou zijn overleden, met verzoek om eventuele in
lichtingen te verschaffen.
Onderzoek wordt ingesteld. 25-10-183^, 2.
Missive van Gouverneur, houdende nadere aanwijzingen ten
aanzien van Louisa Akkerman, dochter van Marijke Akkerman,
met verzoek bij de eerste te informeren of zij werkelijk
een dochter is van Jean Akkerman, van Mels in Zwitserland
afkoms tig.
9