Door B&W wordt geantwoord: J. Koers, de vader, is hier
overleden 30-5-1825; K.J. Koers, de zoon, is voor 11 jaar
overleden te Misum in Munsterland.
Enige erfgenaam is een neef te Westerlee (Gron.) 25-10-1833,
Toezending door het Stad- en Langericht van het
Groot-Hertogdom Oldenburg van een bekendmaking ter uit
vinding der wettige erfgenamen van Johann Diedrich
Grabhorn, met verzoek dit 3x te doen afkondigen en
daarna verklaring te doen toekomen.
Wordt 3x in Leeuwarder Courant geplaatst. 28-11-1835,
Missive van B&W van Harp^ng.en aangaande de kinderen van
Johan Friedrich Grabhorn, met verzoek ten aanzien van het
aan deze gemaakte legaat, waartoe zekere Frits Grabhorn,
vroeger aldaar, thans te Den Helder woonachtig, gesusti-
neerd werd medegerechtigd te zijn.
Wordt aan voldaan bij Missive dezerzijds 12-12-1835, N50/834
12-12-1835,
Missive van het Stadt-und Landgericht Oldenburg, aangaande
het legaat der kinderen van wijlen Johan Diedrich Grabhorn,
en wel speciaal de som, competerende aan Anna Catharina
Dorothea Christina Grabhorn, huisvrouw van Jan
Blok. IO-5-1836,
Mededeling door het Kon. Groot Britt. Hannoversch
Amt te Leer, dat aldaar zijn gedeponeerd gelden, komende
aan de erfgenamen van de glas- en portretschilder Albert
van der Poort, met verzoek om dienaangaande het nodige te
verrichten. 18-2-1837,
Toezending door Gouverneur van verzoek van Min. van
Buitenl. Zaken om n.a.v. een aanvrage v?n de Pruisische
gezant de procureur Van der Veen alhier te willen verzoeken
de daarbij bedoelde berichten aangaande de nalatenschap
van Catharina Kiszel aan de familie Steinstra te doen toe
komen. 1 3-/4.-1 839,
Door procureur Mr. C.J. van der Veen is onderzoek gedaan
naar de familie Stèinstra's te Wissen,
Het resultaat is aan .Gouverneur gezonden. 2-4-1839, 1
Toezending door Gouverneur van beschikking van Minister
van B. Zaken op een verzoek van A. Albin alhier, om tussen
komst ter bekoming van de nalatenschap van haar broeder
Klaas Albin, die op 21—8—183O op een zeereis is overleden.
W'ordt uitgereikt. 3-8-1839, 4
Verzoek van D.H. Levyssohn, advocaat te s-Gravenhage
om inlichtingen aangaande de nalatenschap van S. Basseleur,
alhier overleden 6—11—1831
Bericht wordt, dat inlichtingen kunnen worden verkregen bij
de gewezen executeur-testamentair Pieter Koumans Smeding
alhier. 1_12-l84o,
Toezending door Gouverneur van wissel ad. 359»87y,
uitmakende het voordelig saldo van de boedel van wijlen
J. Molenaar, in leven assistent ter kuste van
Guinea. 8-3-1842, 1
Missive van Min. van Koloniën aangaande de fiscale afre
kening van de boedel van wijlen J. Molenaar, met verzoek
deze stukken te doen toekomen aan zijn moeder Wred. W.A.
Molenaar alhier, kwitantie te nemen en deze aan Min. toe
te zenden, evenals bij de eerste afrekening, in maart
1842, is geschied. 31-12-1844,
Missive van B&Wr Groningen, in antwoord op Missive 11-1-1845
N67/46, aangaande de nalatenschap van wijlende adsistent
ter kuste van Guinea Jacobus Molenaar. 18-1-1845,
Missive van fung. Secretaris Generaal aan Dep. van
Koloniën aangaande de erfgenamen van Albert Hoving Bronsma,
die op 19-7-1838 is overleden aan boord van Z.M.'s trans
portschip "De Merwede"nalatende 1904welk bedrag
aan de erfgenamen kan worden ter hand gesteld.
Gesteld in handen van Secretaris ter uitvoering. l4—9—1844,
Toezending door Min. van Koloniën van beschikking
voor H. Rietstra, c.s. alhier, aangaande de nalatenschap
en boedelpapieren van Jan Rietstra, in leven timmerman
voor de dienst ter kuste van Guinea, met verzoek deze uit
te reiken tegen bewijs van ontvangst en dit terug te
zenden. 9_5_1846, 1