2*40.
Aan Ontvanger 13.277-17-1*+ ter hand gesteld uit de kas
der Bank van Leening ter betaling der lopende
schuld. 29-^-1817, 6.
Door Ged. Staten met een aanmerking teruggezonden
processen-verbaal van 25-10-1815, aangaande lopende en
gevestigde schulden. Ter afdoening. R21-8-l8l6, 2.
Missive van Ged. Staten aangaande de oude schul
den. 21-1-1817,
Mededeling hiervan in Raad. 3-2-1817, 5.
Toezending door Ged. Staten van K.B. *4-1-1817, hou
dende vaststelling door Z.M. van de gemeentestaat van
gevestigde schulden.
Gesteld in handen van Burgemeesteren en van de Begrotings
commissie. R3-3-1817, 8.
Procesverbaal van Burgemeesteren en Raadscommissie
aangaande de aflossing van 50.000 gevestigde
schuld. R-|i+_4_-|8i 7^ -|6(
De betaling der interesten van alle gevestigde schul
den, verschenen december, wordt bepaald op maandag
12-1-1818. 6-1-1818, 7.
Missive van Algemene Rekenkamer, houdende dat de
stad nog een schuld heeft van *+.373,97» wegens van den
Lande overgenomen gebouwen. 17-1-1818, 2.
Mededeling door de Vice-President van het Syndicaat der
Nederlanden, dat de vorderingen van het Syndicaat op de
stad zijn geliquideerd. 2*4—*4—181 9, 1
Van de solliciteen A. Meinsma Jzn. ontvangen bewijs
van verevening van de Nederlandse achterstand, van een
geliquideerd kapitaal ad. *48*4,07, waarvoor het in te
schrijven bedrag is gesteld op 726,10y-.
Gesteld in handen van Ontvanger. 8-6-1819» 9.
Verzoek van de Gouverneur om informatie aangaande
de gevestigde schulden, benevens opgave van hetgeen af
gelost is. 29-8-1820, 5.
Aanbieding door Secretaris ingevolge Besluit 29-8-1820, 5,
van de staat der gevestigde schulden.
Vastgesteld en gezonden aan Gouverneur. 2-9-1820, 8.
Besluit van Ged. Staten aangaande de aflossing der ge
vestigde schulden ten laste der stad.
In Raad medegedeeld. 16-12-1820, 8.
Aangezien er momenteel veel geld in kas is, wordt de
commissie tot de Begroting 1821 verzocht na te gaan, of er
geen aflossing van gevestigde schuld kan plaats heb
ben. R*4-6— 1 82 1 1*4.
Verzoek van Gouverneur om aan Ged. Staten in te zenden
nog 2 exemplaren van Raadsbesluit 25-8-1821, N13» aan
gaande aflossing van gevestigde schuld. 25-9-1821, 2.
Toezending door Ged. Staten van het besluit van Z.M.
houdende machtiging tot aflossing van een som van
66.600,00 gevestigde schuld. 2*4-11-1821, 1.
Besloten om van de door Z.M. toegestane 66.600 (Raads
besluit 25-8-1821 13) *4*4.100 af te lossen in de loop
van december 1821, met bijbetaling der rente over het
volle jaar. 27-11-1821, 15,
Ged. Staten gaan hiermede accoord. 1-12-1821, *4.
De 66.600 afgeloste gevestigde schuld, rentende *4 en
5% was gegrond op de navolgende resolutiën:
7-12-1770 9-11-1785
1-02-1771 *4-09-1786
*4-12-1772 3-12-1788
2-0*4-1773 18-12-1800
7-11-1777 20-02-1805
2-10-1778 11-02-1807
13-05-1785 11-12-1809 R3-12-1821, 2.
Voorstel van de Commissie tot de Financiën om Z.M.
te mogen aflossen de volgende bedragen aan:
Dr. Douwe Tietemaleen h 59^ 5000.
N. Stads Veeshuis a *4°/c 20500.
Oud Burger Veeshuis a 38000.
Totaal ƒ33500.
Aldus besloten door Raad. R1-*4-l822, *4.