261.
Op voorstel van B&W is door Raad besloten aan Ged.
Staten machtiging te vragen om uit het Fonds voor On
voorziene Uitgaven en uit het Fonds voor Publieke Werken
op Begroting 1826 de navolgende betalingen te doen:
1. 1670 aan de subcommissie van Weldadigheid voor
kleine uitgaven.
2» 25,57-^ aan de politiebediende A. Arnoldus, wegens
voorschot van transportkosten van een bedelaar naar
Hoorn, december 1826.
3. 22,79 aan de Conciërge van het Raadhuis wegens ge
leverde consumptie aan: Zetters, Plaatselijke Genees
kundige Commissie en Subcommissie der Maatschappij van
Weldadigheid in 1826.
18,00 aan W. Bolman en W. Beerents voor de beschrij
ving van het Verfonds 1826.
5. 360,00 aan Stads Armvoogdij wegens aankoop van hemden,
stroo en turf, i.v.m. de geheerst hebbende ziekte.
6. 25^,50^ wegens tekort op het Fonds voor Arme Passanten
etc.
7. 1211,92 wegens tekort op het Fonds Subsidie Burger Ziekenfonds
over 1826. R12- 2-1827,10.
Ged. Staten machtiging gevraagd de rekening der Commissie
ter verzorging van hulpbehoevende zieken, ad. 3756,38 te
voldoen uit een of ander fonds met overschot op Begroting
1826. R9-4-1827, 10.
B&W gemachtigd aan Ged. Staten te vragen diverse over
schrijvingen op Begroting 1826 te mogen doen. R9~^-1827, 11.
Machtiging door Ged. Staten tot enige betalingen uit de
beschikbare fondsen op Begroting 1826. 5-5-1827, 2.
Machtiging door Ged. Staten tot het doen van uitgaven uit
het fonds Onvoorziene Uitgaven op Begroting 1826, met her
innering tevens aan Art. 76 van het Stedelijk Reglement.
In Raad medegedeeld. 17-7-1827, 1.
R25-7-1827k.
Toezending door Ged. Staten van K.B. 30-6-1827, N100,
waarbij wordt voorgeschreven, dat 2°/o der gewone inkomsten,
op Begroting 1826 voor Alg. Bestuur uitgetrokken, in Reke
ning 1826 onder Buitengewone Uitgaaf uit te trekken, be
halve 192,52 als supplement-beloning voor de arrondisse-
ments-ijkers21-8-1827, 1.
De volgende betalingen worden gedaan uit het Fonds
Onvoorziene Uitgaven Begroting 1827:
1. Aan J.C. Kutsch als gemachtigde van de Erven wijlen
Mej. Catharina Krak, wegens ontruiming van huis
0 (c) nr. 1^+0, aangekocht voor Stads Armvoogdij op
12-11-1826, terwijl de koop inging op 12-5-1827.- 52,-.
2. Aan Frans Dikkenscheit voor de ontruiming van pakhuis
C 139, op 12-11-1826 aangekocht voor Stads Armvoogdij,
terwijl het verhuurd was tot 12-5-1827 - 50,19.
3. Aan Willem Radersma, voor het ontruimen van een graan
zolder in 0 1^0, op 1-5-1827 voor Stads Armvoogdij
aangekocht, terwijl het huurrecht liep tot 1-3-1828 -
50,19. R25-7-182717.
Vaststelling der Begroting 1827.
Met Memorie van Toelichting. R2-10-1826, 5.
Aangezien door de invoering van een eenmansmachtleger en
door overlijden van de gewezen Secretaris Ter Horst, ver
andering in de posten van Ontvang en Uitgaaf op Begroting
1827 is ontstaan, worden Ged. Staten hiermede in kennis
gesteld. 25-11-1826, 22.
Aanschrijving door Gouverneur aan de plaatselijke besturen
tot inzending der gemeentebegrotingen 1827 voor 15-12-1826.
Is hier reeds geschied. 2-12-1826, 3.
Benoemd als leden der Commissie om de rekeningen der cor-
poratiën, die uit de Stadskas subsidie ontvangen, op te
nemen en namens de Raad te sluiten, en de begrotingen
1827 te onderzoeken: T. Feenstra, J.D. Wierdsma en
P. Cats. R2—1-1827, 5.
Goedkeuring door Ged. Staten van Begroting 1827.
Wordt medegedeeld aan N.Stads Weeshuis, R.Kath. Weeshuis
en Stads Armvoogdij, terwijl aan Brandmeesters de toege
stane subsidie wordt opgegeven en aan de Plaatselijke
Schoolcommissie het voor 1827 toegestane bedrag.
Medegedeeld in Raad. 27-1-1827, 7. R12-2-1827, 3.