267.
zijds 13-4-1832,N85/295. R14-5-1832, 2.
Het aandeel dezer gemeente in de kosten der kolo
niale bedelaarsgestichten over 1829 en 1830, ad. 656,08
is bij voorschot betaald en daarna op Begroting 1832
gebracht. 2-8-1831, 2.
Op Begroting 1832 gebracht een post ad. 962,58,
voor meerderwerk door Timmerman Gerrit Lankhorst, aan
keuken R.K. Armhuis. R5—8—1831, 5.
Door Raad vastgesteld Begroting 1832, met Begroting
Schutterij 1832.
Met Memorie van Toelichting en Begroting Schutterij.
R10-10-1831, 3.
Besluit van Ged. Staten, waarbij uitstel wordt verleend tot
inzending van Begrotingen voor 1832, met machtiging om
over de eerste 3 maanden van dat jaar de Begroting van
1831 te volgen. 19—11—18313.
Mededeling hiervan in Raad R28-11-1831, 1.
Aanschrijving van Ged. Staten aan de plaatselijke bestu
ren tot inzending van Begroting 1832.
Is hier niet van toepassing. 21-1-1832, 8.
Goedkeuring door Ged. Staten van Begroting 1832, waarbij
enkele opmerkingen worden gemaakt, speciaal aangaande de
subsidie voor de R.K. Armvoogdij. R1-3-1832, 3.
Machtiging door Ged. Staten om te betalen uit het
Fonds Onvoorziene Uitgaven op Begroting 1832 van een
bedrag van 1l4,03if» wegens onkosten voor de werving
van het Korps Mariniers voor de Zeedienst. 16-6-1832, 4.
Machtiging door Ged. Staten om de, bij Missive dezer
zijds van 20—10—1832, N111/750 voorgedragen vorderingen
te voldoen uit het Fonds Onvoorziene Uitgaven op Begro
ting 1832. 27-10-1832, 8.
Machtiging door Ged. Staten tot het doen van de bij
Missive dezerzijds 7-12-1832, N 1 1 1936 gevraagde beta
lingen uit het Fonds voor Onvoorziene Uitgaven Begro
ting 1832. 15-12-1832, 7.
Door Raad B&W gemachtigd om aan Ged. Staten toestem
ming te vragen op Begroting 1832 uit fondsen met overschot
te betalen:
1. Aan de Subcommissie van Weldadigheid wegens uitschot -
46,20.
2. Aan Mr. B. Albarda, salaris en uitgaven in de zaak tus
sen de Stads Ontvanger Cats en Auke Pieters Verlaat,
Ontvanger der Harlingertrekweg-tollen - 97,16.
3» Aan de Kamerbewaarder van het Raadhuis, wegens gelever
de verteringen aan commissies, etc. 116,72^-.
4. Wegens rondbrengen, invullen, etc. der biljetten voor
deelneming in de negotiatie van 92500,- - 19,00.
R25-2-183310.
Machtiging door Ged. Staten om uit het Fonds Onvoor
ziene Uitgaven der Begroting 1832 te doen de betalingen
opgegeven bij Missive dezerzijds 4-4-1833, N1 12/29016-4-1 833 6.
B&W door Raad gemachtigd om aan Ged. Staten toestemming
te vragen om 170,37, zijnde meerdere kosten van het
Plaatselijke Bestuur, (zegels Burg. Stand, c.a.) te mogen
voldoen uit een post met overschot op Begroting 1832.
R11-4-1833, 7.
Machtiging door Ged. Staten tot overschrijving op het
Fonds Onvoorziene Uitgaven der Begroting 1832 van 3 vor
deringen ad. 150,37, gevraagd bij Missive dezerzijds
23-4-1833, N112/334. 4-5-1833, 24.
Aan Ged. Staten wordt door B&W verzocht het tekort
ad. 277,08-g- op Art. 85 der Begroting 1832, veroorzaakt,
doordat geen rekening is gehouden met de rente der geleende
35000,- die op 1—1—1832 is betaald, te mogen brengen
onder de Onvoorziene Uitgaven. 28-5-1833, 10.
Machtiging verleend. 8-6-1833, 7.
Vaststelling door Raad van de door de Commissie tot
de Financiën aangeboden Begroting 1833 met Begroting
Schutterij 1833» Met Memorie van Toelichting. R10-10-1832, 1.
Vaststelling van Begroting 1833 door Ged. Staten:
1Een exemplaar wordt gezonden naar Schuttersraad.
2. Idem aan Stads Armvoogdij, met mededeling:
a. Subsidie 22000, verhoging ad. 350,- is gewei
gerd.