275.
naar posten met een overschot op Begroting I838. R4-4-1839, 8.
Machtiging door Ged. Staten verleend. R6-6-1839, 3.
Verzoek van Gouverneur om toezending van een opgave van het
geheel bedrag der kosten van elk der zaken in de kolom
van aanmerkingen van de staat genoemd, waardoor het fonds
van kosten van het Huishoudelijk Bestuur op Begroting
1838 is overschreden, en welke staat is ingezonden bij
Missive 18-4-1839, N32/334.
Is reeds aan voldaan. 27-4-1839, 5.
B&W gemachtigd tot het vragen aan Ged. Staten om
machtiging tot voldoening uit het Fonds Onvoorziene Uit
gaven van verpleegkos ten van in de koloniën van Weldadigheid
geplaatsten. R5_10-1839, 7.1.
Aanbieding door Commissie tot de Financiën van de
Stedelijke Begroting 1839 met Memorie van Toelichting,
als volgt:
Ontvang 213.309,65
Uitgaaf - 212.653,18
Batig slot 656,47.
Met tekst van Begroting, Memorie van Toelichting en Begro
ting Schutterij. Door Raad vastgesteld. R29-10-1838, 3.
Vaststelling door Ged. Staten van Begroting 1839, als
volgt
Ontvang 213.306,44
Uitgaaf - 212.653,18
Batig saldo 653,26.
Door B&W wordt:
1Begroting Schutterij gezonden aan de Schuttersraad.
2. Begroting Stads Armvoogdij aan deze gezonden.
3. Begroting R.K. Armvoogdij aan deze gezonden, onder me
dedeling, dat verhoging van het' subsidie van 4000,-
met 2272,45 niet wordt toegestaan, en dat daarom
post 11 is gebracht van 1200,- op 3472,45.
4. Aan Brandmeesters medegedeeld wat voor 1839 is toegestaan.
5. Idem aan PI. Schoolcommissie.
6. Aan PI. Schoolcommissie medegedeeld wat voor de scholen
is toegestaan.
7. Aan Voogden N.Stads Weeshuis medegedeeld wat is toegestaan
voor de armenschool, en voor uitbesteding van wezen be
neden 16 jaar. 8-1-1839, 4-
Mededeling hiervan in Raad. R21-2-1839, 2.
Machtiging Ged. Staten op de plaatselijke besturen
tot betaling van de kosten van: Registers Burg. Stand
4e kwartaal 1838 en 1839, Provinciaal Blad 1838 en Materiaal
voor Militie, Schutterij, etc. 30-4-1839, 7.
Machtiging door Ged. Staten, onder opmerking van een
en ander aangaande het niet opvolgen van Art. j6 van het
Reglement op het Bestuur der Stad, tot voldoening uit het
Fonds Onvoorziene Uitgaven op Begroting 1839 van:
a. Het restant van het verschuldigde over 1838 voor de
personen in de gestichten van Weldadigheid - 967,95.
b. Aankoop boeken voor de bibliotheek der stad 196,35.
c. Kosten Kantoor Waarborg. - 2460,23.
d. Proceskosten tegen H. Meyer, Mr. Timmerman - 732,49.
e. Aankoop van koetspaarden voor de Erfprins van Oranje -
3807,75.
f. Uitbaggeren van stadsgracht van Wirdumerpoort tot het Verlaat
1928,31
g. Zilveren horloge met derde seconden - 80,00.
h. Declaratie van Mr. B. Albarda en Mr. E.M. de Swart in de
zaak tegen H. Meyer, Mr. Timmerman - 622,36. R19-12-1839, 4.
Op voorstel der Commissie tot de Financiën wordt aan
Ged. Staten machtiging verzocht tot overschrijving van enige
posten in Uitgaaf der Stedelijke Begroting 1839 naar pos
ten met overschot. R9_4-184o, 9.
Door Ged. Staten machtiging verleend, die was gevraagd
bij Nissive 11-5-1840, N4l6. R23-5-1840, 4.
Begroting 1840 door Raad vastgesteld als volgt:
Ontvang 214.682,24^-
Uitgaaf - 151.062,374
Batig slot 63.619,87