284.
Begroting 1850 door Ged. Staten vastgesteld op:
Ontvang 2^7.399,62^
Uitgaaf - 246.6l4,10y
Batig slot 785,52.
Door B&W wordt dit medegedeeld in Raad.
Verder wordt door B&W:
1. Aan Schuttersraad begroting Schutterij gezonden.
2. Aan Stads Armvoogdij begroting van deze gezonden.
3. Aan R.K. Armvoogdij haar begroting toegezonden, onder
mededeling, dat, evenals vorig jaar 3200,- is toe
ges taan
4. Aan Isr. Armvoogdij haar begroting toegezonden.
5. Aan Brandmeesters medegedeeld, wat voor hen is toegestaan.
6. Aan PI. Schoolcommissie medegedeeld, wat is toegestaan
voor hen en voor de scholen.
7. Aan Voogden N.Stads Weeshuis bericht wat is toegestaan
voor de 3e stadsschool.
8. Aan Isr. Schoolcommissie en aan Commissarissen van de
Bouwkundige Tekenschool medegedeeld wat voor hen is toe
gestaan. 2-1-1850, 8.
Medegedeeld in Raad, dat door Ged. Staten Begroting 1850
is vastgesteld op:
Ontvang: 247.399,62^
Uitgaaf - 246.614,10^
(Buitengewoon ontvang 63.156,36)
(Gewoon ontvang 184.243,26-^)
(Gewoon uitgaaf 175.4l3,30)
(Buitengewoon uitgaaf 71.200,80^)
Verder wordt door B&W medegedeeld, dat Ged. Staten, alvo
rens gevolg te geven aan Raadsbesluit R10-11-1849, 3 aangaande
verkoop van de plaats Magere Weide, nadere inlichtingen
behoeven, omtrent de wettige bevoegdheid tot vervreemding,
i.v.m. de uitgave voor de predikaatstraktementen, voorko
mende in Art. 77 der Begroting.
(Deze plaats is n.1. afkomstig van de geestelijke goederen
en bij Staats Resolutie 31-3-1580 aan de stad gekomen.)
Goedkeuring der begroting geschiedt onder voorwaarde, dat
bij een bezwaar tot machtiging voor verkoop, andere midde
len zullen worden aangewezen.
Aan B&W wordt opgedragen de gevraagde inlichtingen te ver
schaffen aan B&W. Verder de begroting nog niet ter visie
te leggen, maar de beslissing van Ged. Staten af te wach
ten. E3-1-1850, 5.
Bij Begroting 1850 is vastgesteld een Commissie te
benoemen om te onderzoeken of de gemeentebesturen verplicht
zijn aan de Maatschappij van Weldadigheid te voldoen de
kosten van transport, verpleging, de van door de Recht
bank veroordeelde bedelaarskolonisten. R7-2-1850, 15.2.
Op voorstel van de Commissie tot de Financiën worden
B&W door Kaad gemachtigd aan Ged. Staten machtiging te
vragen tot overschrijving op Begroting 1850 van het tekort
van enkele artikelen, en tot het doen van enkele onvoor
ziene uitgaven. R28-5-1851, 5.
Machtiging door Ged. Staten om de pretentiën te voldoen, die
zijn opgegeven bij Missive dezerzijds 31-5-1851, N32/615.
R3-7-18511.
De aangeboden ontwerp-Begroting 1851 met bijlagen,
Memorie van toelichting en Begroting Schutterij 1851 door
raad vastgesteld en geliasseerd, met bepaling, dat bij
Art. 66: (Subsidie aan R.K. Armvoogdij) evenals vorige
jaren, de gronden zullen worden vermeld, waarop de Raad
besloten heeft voor 1851 weer een subsidie van 3200,-
toe te kennen.
Mrs. I. Eekma en N. Fockema gaan niet accoord met betrek
king tot het besluit bij Art. 7b aangaande een bijdrage aan de
Bank van Leening. N. Fockema eveneens bij Art. 89, waar
bij 10.000,- voor een Beurs wordt gevoteerd.
Verder verklaart N. Fockema bij voortduring zijn goed
keuring niet te kunnen hechten aan de heffing van de
accijns op turf; in het belang der minvermogende klassen
verlangt deze een andere heffingswijze