Idem over 18^(8. Na aftrek der boeten ad. 2,10 blijkt er
een tekort te zijn van 124,25, dat bij de uitbetaling van het
presentiegeld zal worden ingehouden. R4-1-1849, 9«
Idem over 18^9. Na aftrek der boeten ad. 4,30 is er een
tekort ad. 117,30, in te houden volgens de verdelingsstaat
van het presentiegeld. R3-1-1850, 10
Idem over 1850. Na aftrek der boeten ad. 2,75 is- er een
tekort ad. 90,45, in te houden bij de betaling der pre
sentiegelden. R2-1-1851» 13