3^.
Besloten in verband met Vet 20-9-1-792 en Missive Min. van
Buitenlandse Zaken 30-7-1807:
1. Adjunct Maire Suffridus Salverda te delegeren: de Burgerlijke
Stand, bij afwezigheid van Maire: als politiemeester in het
Stads Veeshuis te presideren.
2. Adjunct Maire Sible Cats te delegeren:
a. Presideren bij Krijgsraad Gewapende Burgermagt bij af
wezigheid Maire,
b. Te zorgen voor inkwartiering en kazernering,
c. Presideren bij de Raad van Gevangenhuizen,
d. Legaliseren van comanten en verkopingsbiljetten van
goederen, behorende aan minderjarige kinderen.
3. Adjunct Maire Reinderd Buysing te delegeren om bij afwezig
heid van Maire te presideren:
a. Als Politiemeester Stads Armvoogdij
b. Vaarnemer Bouwzaken, en wel speciaal zorgen dat het budget
niet overschreden wordt. Verder: toezicht op straten en
wallen,
c. Opzicht en politie der brandspuiten. M13-6-1813»
Adjunct Maire
Mededeling van de beëdiging van S. Salverda tot Adjunct Maire
alhier. Index M 22-5-1812,
N^8.
Johannes ter Horst, afgetreden Adjunct der Maire, is op
zondag 29-12-1811 benoemd als Secretaris der stad. Hij had
16 jaren gemeentedienst. M31-12-1811.
Missive van Directeur der Posterijen, houdende, dat de
Maires niet kunnen corresponderen onder kruisband, maar dat de
Prefect zodanige brieven moet contrasigneren. IndexM 1813, fol. 68
N 300.
Burgemeesteren 181h en later (Na 1-^-182^: B V).Algemeen
Door Burgemeesteren is besloten, dat voortaan alle ordonnantiën
ten minste door 3 hunner zullen werden getekend. M18-1-1814.
Antwoord Commissarissen Generaal Dep. Vriesland op Missive
26-1-181^4 aangaande attributen van Burgemeesteren. 1-2-18l4, 5»
K.B.waarbij het toegestane traktement aldus wordt verdeeld,
dat de President 900,- ontvangt, en de anderen ieder
150,-. 13-5-1815, 11.
K.B. 9-6-1818 (NII49) waarbij aan Burgemeesteren verboden
wordt hun werk te staken zonder consent van Z.M. 8-^-1818, k.
K.B. 16-12-1818, (LA en LB) Aanwijzing van het oudste
Raadslid tot tijdelijke waarneming van een Burgemeesters
plaats. 19—1—1819» 5«
Mededeling hiervan in Raad R1-2-1819» 1«
Besluit Ged. Staten, houdende, dat Raadsleden, die langer
dan 2 maanden een Burgemeesterplaats waarnemen, het traktement
daarvan krijgen. 23-12-1820, 5.
Mededeling hiervan in Raad R1-2-1821, 3»
Toezending door Gouverneur van een vast formulier, naar
hetwelk voortaan de candidatenlijsten tot het benoemen van
Burgemeesters behoren te zijn ingericht. 19-10-1822, 8.
Reglement van Orde
Loting van de rangorde van Burgemeesteren
(Art. ^5 Reglement) 13-1-1816, 1k
Boete voor te laat of niet komen bij een ordinaire
vergadering. 18—1—1816, 9.
Reglement van Orde 5-^-1816, 11.
Herziening van het Reglement van Orde van B V.
Gesteld in handen van J.D. Wierdsma. 20-^-1824, 12.
Concept aangeboden.
Reglement vastgesteld. 15-5-182^4, 20
Tengevolge Art. 56 van bet Reglement op het Stedelijk
Bestuur wordt dooi' loting bepaald wie der Wethouders zal af
treden