Ontvanger weigert Rekening 1815 te tekenen: daaroi
wordt C. Walker verzocht deze te tekenen.
Daarna wordt de Rekening 1815 gesteld in handen der
Commissie Begroting 1815» R4-2-1822, 3.
Terugzending van Rekening 1815 door Officier van Justi
tie. 5-2-1822, 12.
Rapport van Raadscommissie over Rekening 1815In Raad
gebracht. 2-3-1822, 8.
Rekening door Commissie tot de Begroting 1815 onderzocht
en door Raad goedgekeurd.
Aan Ged. Staten gezonden R4-3-1822, 11.
Aan Gouverneur wordt gezonden het besluit waarbij de Raad
het rapport der Commissie tot goedkeuring van Rekening 1815
aanneemt. 6-4-1822, 2.
Rekening 1815 door Ged. Staten goedgekeurd. Een exemplaar
wordt aan Commies C. Walker ter hand gesteld. R6-5-1822, 4.
Toezending door Commies C. Walker van Rekening 1816 voor
Ontvanger Idzardi. Gesteld in handen der Commissie Begro
ting 1816. R5-8- 1822 3.
Terugzending door Officier van Justitie van Rekening 1816die
Idzardi weigert te tekenen.
Burgemeesteren laten deze tekenen door C. Walker en zenden
ze in aan Ged. Staten. 8-2-1823, 11.
Aanbieding in Raad van procesverbaal van opname der Rekening
1815, als volgt: Ontvang 1 25 90 1 69-g-
Uitgaaf 123.804,08
Batig slot 2097 61
Een uitgaafpost ad. 6.l4o,13 moet in Rekening 1817 als
ontvang worden opgenomen. R2-3-1823, 3.
Toezending door Ged. Staten van de door C. Walker opgemaakte
Rekening 1816. Goedgekeurd. 5-4-1823, 4.
Mededeling hiervan in Raad. R7-4-1823, 2.
Rapport aangaande Rekening 1825 R6-10-1823, 1
Verzoek van Ida Catharina Reinalda, echtgenote van
Idzardi, aan Z.M. om, tengevolge van de slechte gezondheids
toestand van haar echtgenoot, deze op vrije voeten te stellen.
Gunstig advies van Burgemeesteren 22-3-1823, 1.
Het honorarium van C. Walker voor het opmaken van de
Rekeningen 1815» 1816, 1817 wordt door Raad vastgesteld op
1.000,-. R20-4-18257
Dankbetuiging van C. Walker. In Raad medegedeeld 8-7-1825, 14.
Besloten decharge te verlenen aan de Ontvanger S.H. Cats
voor de rekening-courant der administratie over de jaren
1815» 1816, 1817 van de voormalige Ontvanger
L. Idzardi. 30-4-1825, 14
Door B.en W. besloten aan Ged. Staten te verzoeken
een bewijs af te geven, dat de stad gerechtigd is de volle
borgtocht 9.000,-) vpn de gewezen Ontvanger L. Idzardi,
die 27-11-1824 d oor het Hof is veroordeeld, in beslag te
nemen, ter vermindering van het tekort ad. 31«097»39»
teneinde het verzoek daartoe te richten aan de Minister van
Financiën. 30-4-1825, 13
Borgtocht bedraagt 7.915»-? deze was door deurwaarder
J.A. Nijsloot abusievelijk opgegeven als 9.000,-
Rente per jaar 395>75» d.i. vanaf 1—8/1818 tot 1—l/lS25
2.770,25. 10-5-1825, 4.
Toezending van het gevraagde certificaat door Ged. Staten,
B. en W. zullen zich wenden tot Min. van Financiën voor
het ontvangen der waarborgsom. 3_9_l825, 6.
Verzoek door Gouverneur om de acte van borgtocht ad. 79,15,
van de Ontvanger Idzardi, welk bedrag indertijd in 's Rijks
kas is gestort, in te zenden ter intrekking.
Wordt opgevraagd bij deurwaarder J.A. Nijsloot. 24-9-1825, 1.
Borgtocht vrijgegeven 18-10-1825, 1
■\angezien de Administrateur van 's Rijks uitgaven nog steeds
geen betaling heeft gedaan van de borgtocht met rente
7.915»- 101,9l) wordt door B. en W. de Minister
hiervan in kennis gesteld, daar dit kapitaal thans voor de
stad renteloos ligt, 21-3-1826, 15