71
Op herhaald verzoek van de Stads Bode Jacobus Doekes
Smeding om pensioen wegens hoge jaren en zwakke gezondheid
wordt door B&W, in verband met Raadsbesluit R17-11-1842, 1,
besloten betrokkene wegens ijver en nauwgezetheid gedurende
25 jaar per 1-3-1843 eervol te ontslaan, onder toekenning
van een vast pensioen van 400,- en een provisionele gra
tificatie van 200,- per jaar, dit tot wederopzegging. 4-2-1843, 15<
(Raadsbesluit R17-11-1842, 1 bevat de vaststelling
van Begroting 1843. Hierin is ongetwijfeld het pensioen
van Jac. D. Smeding opgenomen).
Rapport van B&W aangaande de behoeftige toestand van
Christina Lucia Smeding, weduwe Jacobus Doekes Smeding,
die in leven Stads Bode was.
Aan deze is bij besluit van B&W 4-2-1834, 15 toegekend een
pensioen ad. 400-benevens een toelage ad. 200,-
voor het lopende jaar.
Op het ogenblik dat dit pensioen zou ingaan, is hij echter
onverwacht overleden.
Door Raad wordt betrokkene als gratificatie voor het lopende
jaar toegelegd een bedrag van 300-te voldoen uit het
Fonds Onvoorziene Uitgaven op Begroting 1843. R6-4-1843, 8.
Benoemd als Stads Bode, in plaats van J.D. Smeding,
die is gepensioneerd: Gerben Gerbenzon, thans Klerk op de
Provinciale Griffie, op een traktement van 500»-» zonder
emolumenten of toelagen. 25-2-1843, 18.
Mededeling door B&W, dat zij bij besluit 25-2-1843, 18
tot Stads Bode hebben aangesteld Gerben Gerbenzon, vroeger
Klerk 1e klasse op de Prov. Griffie, op een traktement van
500,-, zijnde 100,- minder dan daarvoor op de begroting
is aangebracht. R2-3-1843, l4.
Aangezien de 2e Stads Bode Gerben Gerbenzon zich sinds
geruime tijd heeft schuldig gemaakt aan misbruik van
sterke drank, waardoor hij meermalen ongeschikt is voor
zijn werk, pn aangezien hij meermalen is berispt en een
maal zelfs is geschorst, zonder succes, wordt deze ontslagen
als 2e Stads Bode. 10-7-1850, 18.
In plaats van G. Gerbenzon, die is ontslagen als
Stads Bode bij besluit van B&W 10-7-1843, 18, wordt als
zodanig benoemd Offe Bottinga, thans zonder beroep, al
hier woonachtig, op een jaartraktement van 500,- zonder
emolumenten of buitengewone toelagen. 21-8-1850, 18.
Omroeper
Informatie door Gouverneur hoe hier gehandeld wordt
met het aanstellen van Omroepers en van Oproepers bij
openbare veilingen.
Geantwoord wordt, dat hier is 1 Stadsomroeper, genietende
jaarlijks 50,-, die ook voor particulieren tegen vergoeding
omroept, waarmee hij bij uitsluiting belast is.
Dat het verder niet gebruikelijk is de Stadsomroeper te
gebruiken voor het oproepen bij verkopingen. 29-3-1828, 2.
Benoemd als Stadsomroeper in plaats van Roelof ter
Horst, die is overleden: Luitbertus Joannes ter Horst. 27-8-1833,12,
De provisionele waarneming van de post van Om
roeper, vacant door overlijden van L.J. ter Horst,wordt
opgedragen aan R.D. Nauta, die dit op zich heeft genomen
ten voordele der weduwe. 27-6-1837» 5»
Benoemd als Stads Omroeper, in plaats van L.J. ter Horst,
die is overleden: Cornelis' Janzen, 25-7-1837, 4.
Ingetrokken wordt de bestaande Instructie van de
Stadsomroeper en aanplakker, en daarvoor wordt in de
plaats gesteld een nieuwe Instructie die is ingeschreven
in het Instructieboek, 4e deel. 19-12-1849, 9.
Als Stadsomroeper en Aanplakker aangesteld: Johannes
Jansen, alhier, op traktement en emolumenten, volgens
Instructie, vastgesteld onder 9. 19-12-1849, 10.