73 PERSONEEL RAADHUIS Conciërge (Kaïnerbewaarder). Algemeen De door de Secretaris opgemaakte Concept Instructie voor de Kamerbewaarder van het Raadhuis wordt- door Burge- meesteren vastgesteld. 27-2-1821, 7« Het traktement van de Conciërge Raadhuis wordt ver hoogd van 3»- op 4,- per week, en de verkoop van dove kolen door deze wordt verboden. 2-4-1825, 17» Mededeling hiervan in Raad. R20-4-1825, 6. Diverse Conciërges Door Klaas Nauta, die sedert 8 jaar in functie is als Kamerbewaarder Raadhuis, wordt verzocht wegens hoge leef tijd zijn taak met de adsistenten te mogen verdelen. 16-9-1817, 3» Klaas Nauta bedankt voor zijnpost. R4-12-1820, 12. Gesolliciteerd wordt door: Lourens Bos, Pieter Leiksraa. 23-12-1820, 10. Idem door: Gerben Aansen (Jansen?) 30-12-1820, 10. Idem door: F.H. Gatsonides 2-1-1821, 3> Idem door: Carel Willem Mulder, 56 jaar, gewezen Commies ter recherche. 27-1-1821, 12. Carel Willem Mulder benoemd. 3-2-1821, 3» Verzoek van Coenraad Waslander van Lon, zonder be roep, om benoeming als Huisbewaarder van het Stadhuis. In advies gehouden. 19-10-1822, 18. Benoemd. Burgemeester J.D. Wierdsma stemt tegen. 9-11-1822, 15. Verzoek van Coenraad Rees om aanstelling als Kamerbe waarder Raadhuis. In advies gehouden 27-1-1829, 11. Idem van Johan Coenraad Schrijver. In advies gehouden 17-2-1829, 9. Benoemd als Kamerbewaarder Raadhuis tot wederopzegging toe: Johan Coenraad Schrijver, in plaats van C.W. van Lon, daartoe ongeschikt geworden en per 12-5-1829 ont slagen. 4-4-1829, 6. Johan Coenraad Schrijver, benoemd als Kamerbewaarder Raadhuis. 4-4-1829, 6. Op voorstel van B&W wordt door Raad aan de Kamerbewaarder Johan Coenraad Schrijver, wegens ijver in de waarneming zijner bediening en wegens buitengewone bezigheden de laatste tijd van 1830, boven zijn jaarwedde toegelegd een gratificatie van 50,-. R3-1-1831, 7. Johan Coenraad Schrijver benoemd als Stads Bode. 24-2-1835, 13» Benoemd als Kamerbewaarder Raadhuis, in plaats van Johan Coenraad Schrijver, die benoemd is als Stads Bode: Wijbe Frank, op een traktement van 200,-, vrije woning en kosteloos vuur en licht. 24-2-1835, 13» Aan de Conciërge Raadhuis is f 102,10-g- gerestitueerd voor kleine uitgaven. R4-1-1836, 18, 5 Aan W. Oberink, conciërge, is betaald 79,971, we gens voorschotten voor Commissies in 1835 °P het Raadhuis. R11-4-1836, 4. Diverse fuctionarissen Raadhuis Verzoek van Bernardus Vastenout om benoeming als Turfaanzetter op het Raadhuis. In advies gehouden 16-1-1821, 4. Aan Ate Sinnemadie 's winters op het Raadhuis' de turf en de bakken bezorgt, daarvoor een beloning toe re leggen van 15,-, en voor de gepasseerde winter dat be drag te brengen op de Dienst 1824. 2-10-1824, 21.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 73