Rapport van Opperbrandmeester aangaande de toestand der brandblusmiddelen,
etc., benevens Verslag der Brandweer over 1838. 12-10-1839, 10.
Inzending door Opperbrandmeester van Verslag over 1840.
Naar aanleiding hiervan wordt de turfdrager Ate Aarts in B. en W. ontboden om te
worden onderhouden over de schaamteloze beschuldiging van Brandmeesters, met be
trekking tot de gelden, die zouden zijn ontvangen van de leverancier Gerber te Haar
lem.
Brandmeesters worden gemachtigd om, in afwachting van de goedkeuring van hun fond
sen door Ged. Staten, de verlangde wijzigingen in het personeel der spuiten op de
door hen voorgedragen wijze uit te voeren. 14-11-1840, 13.
Inzending door Opperbrandmeester van jaarlijks verslag over 1841, aangaande
het dat jaar gepasseerde bij de Brandweer. 18-1-1842, 5.
Missive van Brandmeesters binnen de wallen, daarbij, onder referte aan een
vroegere missive, voorstellende om het vroegere gebruik: wekken door trommelslag,
bij brand weder in te voeren.
In advies gehouden. 6-8-1842, 16.
Missive van Brandmeesters binnen de wallen, aangaande de organisatie van het
personeel bij de brandspuiten.
Alvorens finaal te beslissen in dezer worden Brandmeesters buiten de wallen aan
geschreven hun beheer aan de algemene administratie over te dragen, en daartoe hun
rekening op te maken, die dan op Zaterdag 26-11-1842 op het Raadhuis zal worden op
genomen. 19-11-1842, 18.
Missive van Opperbrandmeester, houdende verslag van 2 plaats gehad hebbende
branden van weinig betekenis:
op 24-12-1843 in de Bouwkundige lekenschool,
op 27-12-1843 in de schoorsteen van het huis bij de stenen molen aan de Dokkumer Ee.
30-12-1843, 8.
Mededeling door Opperbrandmeester, dat op 17-2-1844 's avonds half 6 ten hui
ze van J.A. van Dordt in de Ossekop een brand is ontstaan, die ernstig leek, maar
kon worden geblust zonder hulp van spuiten. 20-2-1844, 11.
Rapport van Opperbrandmeester, aangaande de brand op 16-7-1844 ten huize van
N. Metz op de Vischmarkt, en wel in diens bergplaats van ijs
22-7-1844, 12.
Inzending door Opperbrandmeester van het verslag van de brandblusmiddelen,
het gedrag der beambten, etc. gedurende het laatste halfjaar.
12-4-1845, 11.
Verzoek van Gouverneur om thans bijzonder oplettend te zijn op het broeien van
hooi in deze gemeente. 30-7-1845, 5.
Missive van Architect in verband met aan deze toegezonden missives van Opper
brandmeester en van Directeur van Politie aangaande het voorgevallene bij de brand
in de woning L 267, bewoond door: lede Hettema.
De eigenaar wordt in bedenking gegeven in de schoorsteen een ijzeren deurtje aan te
brengen, om het vegen gemakkelijker te maken. 30-7-1845, 15.
Missive van Opperbrandmeester, houdende verslag van een op 30-11-1845 ont
stane brand in de gevangenis. 3-12-1845, 7.
Dankbetuiging van de Commissie van Administratie der Gevangenis voor de krach
tige hulp der Brandweer, zonder welke het gebouw niet behouden zou zijn.
Wordt medegedeeld aan brandmeesters, onder dankbetuiging en aanbeveling van de ste
delijke belangen aan deze. 3-12-1845, 8.
Missive van Majoor, Commandant Schutterij, aangaande het kleppen der klok bij
gelegenheid van brand in de gemeente.
Provisioneel in advies gehouden. 3-1-1846, 11.
Inzending door Opperbrandmeester, namens Brandmeesters, van verslag van het
voorgevallene gedurende 1846, en de staat van het Brandweerwezen op de laatste dag
van het jaar. 3-2-1847, 20.
Toezending door Gouverneur van beschikking van Dep. van Oorlogwaarbij is in
gevoerd een algemeen voorschrift voor de bediening van 's Rijks brandspuiten, onder
het beheer van tot dit Departement behorende.
Verzocht wordt uitreiking aan Commandant Schutterij. 2-9-1846, 2.
Missive van Gouverneur aangaande de verkrijgbaarstelling van bovengenoemd voor
schrift. 2-9-1846. 3.
Bericht van het College van Brandmeesters, dat het verzoek van J. Huysken,
hun ter onderzoek toegezonden, buiten verdere beraadslaging kan blijven, aangezien
daaraan geen verder gevolg behoeft te worden verleend. 6-1-1847, 16.
Mededeling door Opperbrandmeester van een in de nacht van 28 op 29 Augustus
1847 ontstane, doch spoedig, zonder gebruik van brandspuiten, door eigen aangevoer
de middelen reeds gebluste brand bij G. Nivard in de Heerestraat.
Geen opmerkingen. 1-9-1847, 20.