Missive van Brandmeesters, houdende, dat het wenselijk is, de Opperbrandmees-
ter behalve de stok, nog een ander herkenningsteken te geven.
Het meest geschikt is de sleutel, die past op alle brandspuithuisjes, die hij steeds
bij zich heeft, te voorzien van een gesloten oog, en daarop te graveren: aan de ene
zijde het stadswapen, aan de andere zijde het woord opperbrandmeester
Brandmeesters worden gemachtigd het nodige te bevorderen. 23-8-1848, 10.
Rapport van Opperbrandmeester, houdende verslag van de ontstane brand in de
molen van E. Bontjema en Zonen, in de avond van 22-8-1848, die geheel is afgebrand,
terwijl het gelukt is de omliggende gebouwen te behouden.
Geen ongelukken. 23-8-1848, 11a.
Missive van A. Martini en missive van diens bediende J.C. Balli, houdende
dankbetuiging voor het toegekende bewijs van erkentelijkheid.
Rl-2-1849, 17.
Verslag door Opperbrandmeester van een op 27-2-1849 ontstane brand in de
zwilkfabriek van Adriani op het Vliet.
Geen opmerkingen. 28-2-1849, 7.
Door Architect is een statistiek gemaakt van de branden over 1798 - 1847.
R7-6-18498.
(blz. 122, 5e regel
van boven.)
Door A.J. Bruinsma is een serie aantekeningen van de branden over 1753 - 1800
aan B. en W. aangeboden. R18-8-1849, 1.
(blz. 167 onderaan.)
Verzoek van Opperbrandmeester om te mogen vernemen of:
a. dit jaar tijdens de kermis weer een nachtbrandwacht zal worden ingericht.
b. Zo ja, of het dan niet gewenst is, daarmede Vrijdag a.s. aan te vangen.
c. Of B. en W. dan ook bijzondere bepalingen hebben.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat de Brandweer zich gemachtigd kan houden dit
jaar wederom een nachtbrandwacht in te richten, beginnende rVrijdag 12-7-1850.
Geen verdere bijzondere bepalingen. 10-7-1850, 14.
Missive van Opperbrandmeester, aangaande een in de vorige nacht ontstane
brand in de molen van Beerta, onder Lekkum.
Geen opmerkingen. 17-7-1850, 19.
Inzending door Brandmeesters van concept verordening op de bewaring van goe
deren uit brandende of daarnaast gelegen gebouwen, gevraagd bij Missive dezerzijds
30-5-1850, N20/593
Provisioneel in advies gehouden. 14-8-1850, 14.
Inzending door Brandmeesters van declaratie voor Leeuwarderadeel wegens een
brand te Goutum op 9-8-1850 ten huize bewoond door Jacob Vonk en anderen, waarbij
op verzoek assistentie is verleend. 14-9-1850, 17.
Missive van Brandmeesters, aangaande de afsluiting der Drie Prinse Daalders-
steeg door middel van gelijklopende sloten, om bij ev. brand aldaar de Brandweer
het onbelemmerd gebruik van deze steeg te verzekeren.
Gesteld in handen van Secretaris. 18-6-1851, 13.
Mededeling door Opperbrandmeester van ontploffing hedenmorgen bij de vuur
werkmaker Schuurmans
Zonder hulp der spuit is de zaak gered. 22-7-1851, 12.
Brandreglement
Verordening, houdende verbod om korven en vlechtwerk op schoorstenen te
plaatsen
Boete 50,31-5-1817, 7.
R2-6-18 175.
Inzending door Krijgsraad Schutterij ter goedkeuring een door hen volgens Art.
19 en 30 der Wet op de Schutterijen van 27-2-1815 opgesteld reglement of bepalingen
bij alarm of brandseinen.
Gesteld in handen van Burgemeester Mr. J.B. Wierdsma. 10-6-1823, 4.
Aanbieding door Secretaris van een ontwerp brandreglement.
Gesteld in handen van Brandmeesters om advies. 13-7-1827, 43.
Terug ontvangen van Brandmeesters met opmerkingen.
In Raad gebracht. 1-9-1827, 16.
Brandreglement aangenomen door Raad. Rl-10-1827, 7.
Het Brandreglement op heden afgekondigd.
Toegezonden aan: Ged. Staten.
Procureur Crimineel.
Officier van Justitie.
Vrederechters 1 en 2
Plaatselijke Commandant.
Commandant Schutterij.
Commissaris van Politie.
Brandmeesters. 6-10-1827, 13.