437.
Rapport, dat de Brandmeester P. Loensma is overleden.
15-2-1814, 8.
Benoemd als Brandmeester: Walstra, MrTimmerman. 16-4-1814, 6.
Op diens verzoek is ontslagen als Brandmeester op het Vliet:
A.B. Looxma. 26-4-1814, 8.
Benoemd als Brandmeesters op het Vliet, Oldegalileeen en Camstraburen:
Johannes Loyenga, koopman, Noordvliet, in plaats van:
Douwe Osinga, en
Johannes Rienstra, reeder en wolfabrikant, in plaats van:
A.B. Looxma. 17-5-1814, 3.
Op de meest eervolle wijze zijn ontslagen als Brandmeesters:
Sake van der Ploeg, wegens ouderdom en zwakte.
Nicolaus Schermer, wonende in het St. Antonius gesticht, wegens ouderdom.
Pieter D. de Vries, vertrokken.
Jan van Noord, vertrokken.
Nicolaas Kempen, vertrokken.
Verzocht wordt een voordracht voor opvolgers in te dienen. 17-1-1815, 7.
Bespreking over deze voordracht bepaald op 26-1-1815.
24-1-1815, 9.
Benoemd worden:
R. Ruitenschild.
A.H. de Boer.
A. Rodenburg.
W. Fellinga.
T.B. Feenstra. 28-1-1815, 2.
Benoemd als Brandmeester:
F.W. Westink, in plaats van:
M. Nijenhuis, die is overleden. 17-2-1816, 5.
In plaats van Jan Feima, die is overleden, wordt benoemd als Brandmeester:
F. Risselada. 28-5-1816, 2.
Door deze wordt ontslag verzocht, wegens lidmaatschap van de Rechtbank van
Koophandel. 8-6-1816, 7.
Ontheffing verleend. 22-6-1816, 6.
In plaats benoemd
E. Meindersma. 25-6-1816, 2.
Aan Marten Huizinga, MrTimmerman, Potmargewal, wordt op diens verzoek ont
slag verleend als Brandmeester, wegens lichaamsgebreken. 1-2-1817, 10.
Op voordracht wordt benoemd als Brandmeester voor Vliet, Oldegalileeen en
Camstraburen:
G.S. Jellema, MrMolenmaker. 18-2-1817, 3.
Aan Jan Wiegers wordt op diens verzoek ontslag verleend als Brandmeester, daar
hij 's nachts niet van huis kan. 6-2-1819, 11.
Verzoek van Theodorus van Wicheren, houtkoper op Camstraburen, om wegens ouder
dom ontslag als Brandmeester.
In advies gehouden. 9-2-1819, 6.
Ontslag verleend. 27-2-1819, 7.
In zijn plaats, en in plaats van wijlen Cornelis Feddes zijn benoemd:
Geert Staats en
Hendrik G. van Wicheren Tzn.
Mede waren voorgedragen:
G.W. Reling en
M.A. Bokma de Boer. 27-2-1819, 8.
In plaats van Jan Wiegers (spuit 2) wordt benoemd als brandmeester:
J. Reerink.
Mede op voordracht: 1
J. Corée en
A. Westerkamp. 13-4-1819, 5.
Aan A. Koese wordt ontslag als brandmeester verleend. Deze blijft brandmeester
honorair
In zijn plaats, en in plaats van A.J. Rodenburg, die is overleden, worden benoemd:
Albertus Buysing en
Gerrit van der Meer.
Mede voorgedragen:
H.W. Hommes.
J. Corée.
E. Hosbach.
A. Mulder. 16-12-1820, 10.
In plaats van wijlen G.T. van der Meer, wordt benoemd als brandmeester aan spuit
3: Andries Westerkamp. 22-1-1822, 4.
Aan Brandmeesters toegestaan te vergaderen in een lokaal op het Raadhuis, mits
tijdige opgave aan de Conciërge. 28-12-1824, 17.