Verzoek van T. Romein om inzage van de missive van Brandmeesters bovengenoemd
Aan dit verzoek wordt voldaan. 22-10-1845, 17.
Missive van Brandmeesters aangaande het door T. Romein aan hen bekend gemaakt
besluit, dat hij tengevolge van het besluit van B. en W. van 13-8-1847, 17. zal aan
blijven en de orders van de Opperbrandmeester opvolgen, maar dat hij geen plan heeft
om in de vergadering te verschijnen en zich verder met het materiaal der spuiten te
bemoeien.
Door B. en W. wordt aan Brandmeesters medegedeeld, dat B. en W. op prijs stellen,
dat in hun vergadering en bij brand een goede eensgezindheid heerst, en dat deze
kan worden hersteld, indien enkele bepalingen worden gemaakt.
In dat geval is Romein bereid weder evenals tevoren het werk te vervullen.
Het verzoek om ontslag van Directeur Van den Wijngaart wordt zolang aangehouden.
19-11-1845, 11.
Bericht van Brandmeesters, in antwoord op besluit B. en W. 19—11—1845, 11.,
dat de zaak naar wederzijds genoegen is geschikt, en wel zodanig, dat de belangen
der Brandweer niet zijn benadeeld. 8-12-1845, 12.
Mededeling door Brandmeesters, dat de betrekking Opperbrandmeester 21-10-1847
vacant komt, met voordracht ter vervulling:
H.G. Born.
P. van Houten.
Opnieuw wordt H.G. Born voor 5 jaar aangesteld. 13-10-1847, 15.
Op voordracht van B. en W. wordt aan de Opperbrandmeester:
Hoite Godert Born, wegens dienstijver en hulpvaardigheid bij diverse branden, aange
boden een zilveren medaille volgens het bestaande model.
Een gelijke zilveren medaille wordt aangeboden aan A. Martini, ook wegens verdienste
inzake de Brandweer.
Aan de knecht van deze: Joseph Balli, wordt om dezelfde reden een bronzen medaille
van hetzelfde model aangeboden, benevens 20,R14—12-1848, 7.
Dankbetuiging van H.G. Born voor het bewijs van erkentelijkheid, geschonken
bij Missive dezerzijds 1-1-1849, NI. R4-1-1849, 14.
Verzoek van Reinder Frederik Lojenga om ontslag als brandmeester, wegens zijn
benoeming als Raadslid.
Eervol ontslag verleend. 24-9-1851, 20.
In plaats benoemd:
Jacobus Oosterhoff Wzn. 24-9-1851, 21.
Bericht van J. Oosterhoff Wzn., dat deze de benoeming aanneemt.
29-9-1851, 11.
Personeel Brandspuiten.
In verband met het overlijden van de Directeur:
Douwe IJnses,
wordt voorgedragen als Onderdirecteur:
Gerlof Clases Beers. 13-9-1814, 5.
Benoemd. M13-9-1814.
Door Brandmeesters wordt 400,subsidie gevraagd voor de tractementen van
de Opper- en Onderdirecteuren, korporaals en omzegger. 16-9-1817, 2.
Toegestaan 300, 20-9-1817, 6.
Door Brandmeesters wordt gevraagd verplichte tewerkstelling bij de spuit No. 4
van hen, die geen belasting betalen.
Ontvanger wordt gevraagd om lijsten van non-valeurs2-1-1819, 6.
Toezending door Ontvanger der lijst over 1817. 12-1-1819, 1.
Door Brandmeesters wordt gevraagd voorziening in het gebrek aan manschappen
bij spuit No. 4. 15-4-1820, 3.
Klacht van Hendrik Buysing van Albada, timmerman, 53 jaar oud, die 23 jaar
lang onderdirecteur en 2 jaar opperdirecteur van een brandspuit is geweest, over
willekeurige ontzetting door Brandmeesters uit deze functie.
13-11-1821, 11.
Na rapport wordt het verzoek om herstel of half pensioen afgewezen.
27-11-1821, 12.
Voordracht door Brandmeesters om aan de pijpgasten 9,per jaar te betalen
en aan de korporaals 5,per jaar.
In Raad gebracht. 4-5-1822, 8.
Door Raad gesteld in handen der Commissie tot de Bouwzaken en Financien.
R6-5-1822, 8.
Gebracht op Begroting 1823.
Besloten verder de armbesturen te vragen lijsten op te geven van mannelijke onder
steunden, om te helpen bij de brandweer. Rl-6-1822, 3.